Wulpen tellen bij windkracht 7
Overdag was het mooi weer, maar er werd wind en regen voorspeld. De wind begon al goed te waaien. De regen moest nog komen. Ik pak de auto maar. Ik heb geen zin om straks tegen windkracht zeven in te moeten fietsen en ook nog door de regen. Om vijf uur parkeer ik bij vlakbij de Munnikenpolder. Er is ruimte voor meer dan honderd auto’s. Er staan er al twee. Ik zet de mijne er maar naast en loop het pad richting Munnikenpolder.
Nepnatuur en molendump langs de snelweg
Eigenlijk is bijna alles aan dit gebied nep. Het is een tot nep-natuur verbouwde rest van een oude polder. Van die polder is niet veel meer over. Veel weidegrond is omgebouwd tot plasjes en vaarten (zie hier een korte presentatie van mijn hand).

Het is verder een soort dump voor molens die ergens anders weg moesten omdat er wegen werden gebouwd of zulke hoge flats dat ze geen wind meer kregen. Molens waren hier ooit een van de weinige energiebronnen naast turf. Tegen de achtergrond van dit rare openluchtmuseum staan nu de symbolen van de moderne energiehuishouding, de hoge masten van de 380 kV elektriciteitsleidingen. Aan de Noordoostkant van het gebied staat aan de A4 een groot benzinestation. Vlakbij dit punt duiken de HSL-treinen de grond in en denderen vervolgens onder de Doeshofmolen door.

Langs dit Hollandse nep-landschap racen de auto’s over de A4 van Amsterdam naar Rotterdam en terug. De vogels trekken zich hier weinig van aan. Vogels hebben geen idyllische wildernis nodig, alleen land en water met voldoende voedsel en voldoende bescherming tegen allerlei vijanden. Kieviten, scholeksters en wulpen voelen zich hier prima tussen racebaan en hoogspanningsmasten.
Kieviten
Om tien over vijf sta ik samen met Ron (die mij uitgenodigd heeft) en twee enthousiaste tel-collega’s in de vliegende storm te kijken wat er zich op eerste grote plas afspeelt. Er zitten al een paar honderd kieviten, allemaal met de kop in onze richting gedraaid, tegen de storm in dus. Wij zelf kunnen achterover tegen de wind leunen. Ik verlies af en toe bijna mijn evenwicht als er zo’n uitschieter van een windvlaag komt. Tussen de kieviten zit ook een groep scholeksters. Dat is duidelijk te zien als af en toe de hele zwerm kieviten even opvliegt en na een rondje over de plas weer keurig gaat zitten. Het lijken een soort oefeningen voor brandalarm, zoals ze regelmatig op scholen moeten houden. Even kijken of het netjes met z’n allen wegvliegen nog goed werkt. Misschien is er ook een andere reden. Wij weten het niet. De scholeksters doen niet mee aan deze generale repetitie. Zo kan je ze mooi apart tellen. De zon gaat onder en het wordt steeds donkerder.

We kijken over de plas richting het benzinestation aan de A4, waarvan de verlichting steeds duidelijker afsteekt tegen de donkere lucht. Een grote groep kieviten voegt zich bij de bestaande groep. Af en toe komt er een wat grotere vogel langs. De eerste keer is het een grote zilverreiger, dan nog een blauwe reiger en tenslotte een buizerd.
Een magisch moment

Geheel onverwachts komt er van achter ons een grote zwerm wulpen aanvliegen. We hadden ze niet zien aankomen. Wij keken de verkeerde kant op. Het is een indrukwekkende ervaring om die grote groep uit het niets te zien verschijnen in deze totaal verstedelijkte omgeving, gedomineerd door snelwegen, benzinestations en hoogspanningsmasten. Opeens komen ze met zijn honderden als uit een andere wereld. Wij staan erbij en kijken ernaar. De wulpen landen ver weg op hun slaapplaats achter de grote groep kieviten, maar zijn met een kijker nog wel te zien. Die dicht bij elkaar staande wulpen herinneren mij aan korte vakanties op Texel waar ze op plekken als de Schorren en Dijkmanshuizen vaak met honderden of duizenden op de slikken staan. Op de achtergrond daar alleen de Waddenzee en geen snelwegen.
Naar huis
Het is nu volledig donker, afgezien van de felle lichten van het tankstation ‘Total Energies’, de koplampen en achterlichten van de over de A4 razende auto’s en de lampen die bij de molens zijn aangegaan. Die zouden tegen het vandalisme moeten helpen. Sommige vandalen zouden graag eens zo’n molen in brand steken, hoor ik. Ron overlegt nog even met z’n telcollega’s over puntjes voor een of andere vergadering. Ik vang op dat één punt een uit de polder verdwenen bord “Verboden voor honden” zou zijn. Het is belangrijk dat mensen zich met zulke dingen bezig houden, denk ik nog.
Ik loop tegen de onaangename windstoten in naar de auto terug. Op dat moment voel ik de eerste regendruppels. Over kletsnatte wegen rijd ik door de storm naar huis. Ik heb genoten.
Toevoeging 1 maart 2024
Hierna heb ik nog twee stukjes geschreven over bijna het zelfde onderwerp:
____