Scherpe achtergronden – korte lenzen

Onderwerp op halve hyperfocale afstand

Als je een onderwerp scherp wilt fotograferen met ook een volledig scherpe achtergrond dan kan je dat het beste met een groothoeklens doen. Als je de afstand instelt op de hyperfocale afstand H, dan is hij scherp van H/2 tot oneindig. De hyperfocale afstand kan benaderd worden door

met f de brandpuntsafstand, N het diafragmagetal en c de grootte van de acceptabele verstrooiingscirkel. Het is meteen duidelijk dat de hyperfocale aftand H kwadratisch toeneemt met de brandpuntsafstand  en weer afneemt bij toenemend diafragma, bij een steeds dichtere lens dus. Wil je het onderwerp op korte afstand fotograferen met alles daarachter scherp, dan heb je een kleine H nodig. Dat is bijvoorbeeld het geval bij een sterke zoomlens van 16 mm en een diafragma van f/16 (N=16). Dan komt H bij een full-framecamera op 64 cm uit en is alles van 32 cm tot oneindig scherp. 

Langere lens – dichter diafragma 

Ik kan hetzelfde voorwerp met een twee keer zo lange lens (32 mm) fotograferen van een twee keer zo grote afstand: 64 cm. Om dan alles van het onderwerp tot oneindig scherp te krijgen moet de hyperfocale afstand 128 cm bedragen. Maar als ik het diafragma niet verander, wordt deze afstand niet twee keer maar vier keer zo groot: 256 cm. Om naar 128 cm terug te brengen, moet ik het diafragmagetal verdubbelen naar f/32, een twee stops dichtere lens.

Dat is voor elke brandpuntsafstand te berekenen: als je een lens x keer zo lang maakt, fotografeer je op een x maal de oorspronkelijke afstand (zie voor de afleiding hiervan deze pagina). De bij de langere lens vereiste hyperfocale afstand moet dan dus x maal zo groot zijn.

Hoe langer de lens, des te dichter het diafragma om hetzelfde scherptebereik te krijgen als bij de korte lens. Op een bepaald moment wordt het bijna onmogelijk en worden de diafragmawaarden onacceptabel hoog. Kleine voorwerpen moet je op heel korte afstand met een heel korte lens fotograferen om alles op de achtergrond scherp te krijgen. Als het onderwerp wat groter is, kan je ook met een iets langere lens een foto maken die van onderwerp tot oneindig scherp is.

Een voorbeeld
Deze foto met 16 mm lens en f/22., Hyperfocale afstand is ongeveer 40 cm: van 20 cm tot oneindig scherp.

 

Onscherpe achtergronden

Uit het vorige volgt meteen wat je moet doen om een mooi onscherpe achtergrond te krijgen. Het gaat om twee methoden, die natuurlijk onderling gecombineerd kunnen worden. De keuze hangt af van het gewenste perspectief.

  • Fotografeer met een langere lens (tele of eventueel standaard), in ieder geval niet met een groothoek.
  • Fotografeer met een vrij open diafragma (laag diafragma-getal). Hoe korter de lens, hoe groter de vereiste opening, maar bij een telelens zijn achtergronden in de regel ook bij kleine lensopeningen (zoals f/11) onscherp.

____

 

 

Print Friendly, PDF & Email