Eenvoudige foto’s

Minimalisme

Ik volg op het LAK (Leiden) de fotocursus van de heer Otto. De opdracht voor de volgende les is een aantal foto’s maken in een minimalistische stijl. Minimalistische designers laten zoveel mogelijk details en tierelantijnen weg en preken de waarde van de lege ruimte. Fotografen in de verwante traditie doen ongeveer hetzelfde: het gaat om het weglaten van onnodige details, het werken met uiterst simpele geometrie en een beperkt kleurenpalet, vaak met laag contrast en ook hier veel lege ruimte, delen van de foto waarop werkelijk niets te zien is. De minimalistische fotograaf kan twee verschillende dingen doen. Hij kan natuurlijk voorwerpen of gebouwen fotograferen die van zichzelf al minimalistisch van stijl zijn, of hij kan onderwerpen zo fotograferen en de foto’s zo nabewerken dat er weinig details  te zien zijn en veel lege ruimte overblijft. Voordat ik aan mijn opdracht begin, heb ik eens naar mijn eigen foto’s gekeken.  Ik heb beide benaderingen gebruikt. Hier een overzicht van foto’s die in de richting van minimalisme gaan.

Foto’s van gebouwen

De foto die ik in maakte van Naturalis is een  foto’s van een heel strak design. Datzelfde geldt voor de gang over het oorlogskerkhof van Ver-sur-Mer in Normandië.  Als fotograaf moet je een positie kiezen zodat het ontwerp optimaal tot zijn recht komt. Veel meer hoef je niet te doen.

Vaak zijn gebouwen niet door de architect als zodanig ontworpen maar lenen zich wel goed voor minimalistische foto’s zoals de platen van de onderstaande twee kerken.

Deze foto laat de kilheid van het protestantisme in het Westen van Schotland zien. Geen greintje plezier in deze omgeving. De lucht is nog wel iets te vrolijk. Onderstaande foto beperkt zich tot het bovenste deel van de kerk (toren?) en laat verder bijna niets zien. De leegte domineert.

Een kerk achter een heuvel ergens in Schotland

Minder minimalistisch (maar misschien wel leuker)  zijn foto’s van strandhuisjes die ik wel zo genomen heb dat er weinig anders te zien is dan de huisjes en het ritme van de lijnen.

Mist, sneeuw en zand

Een eenvoudige manier om details uit een foto te verwijderen en om eenvoud te creëren is het gebruik van mist, sneeuw of andere condities waardoor het zicht op langere afstand beperkt en het contrast verminderd wordt. Op één van de volgende foto’s is dat een zandstorm, geen voorkeur van de meeste fotografen, maar soms wel mooi. De foto van het Joppe munt uit door lege ruimte en gebrek aan contrast.

Het Joppe, Leiden

Nog een manier om details uit te wissen, bijvoorbeeld in de rimpeling van het water, is het gebruik van lange of extreem lange sluitertijden, eventueel gecombineerd met een grijsfilter. Mistfoto’s vind ik vaak natuurlijker.

Landschappen en natuur

Sommige landschappen  zijn van nature saai. In de uitgestrekte agrarische woestijnen is de biodiversiteit uitgeroeid en je mag blij zijn als er af en toe een boom staat: ideaal voor minimalistische foto’s, zie de onderstaande twee foto’s uit Frankrijk. Op de tweede foto is er nog veel te zien in de lucht. Het zou nog wel saaier kunnen.

Hieronder staat nog één landschapsfoto uit Normandië waarop behalve de bijna ondergaande zon, drie telegraafpalen en een onduidelijke boom bijna niets te zien is. De foto van de meeuw past door zijn eenvoud toch wel in dit verhaal.

Details

Soms zijn het kleine details van een huis, een muur of iets anders, die een mooie eenvoudige foto opleveren. Teksten kunnen vaak interessante foto’s (en de nodige vragen) opleveren zoals deze twee foto’s uit Frankrijk. 

Patronen

Eigenlijk gaat het in de bovenstaande foto’s ook om patronen, zoals van ladder aan de muur. Soms gaat het uitsluitend om patronen, die ik het liefst in het platte vlak zonder enig perspectief fotografeer.

De eenvoud in bovenstaande herfstfoto heb ik gecreëerd door in de nabewerking de kleuren terug te brengen tot geel en zwart.

Het vervolg?

Na deze korte terugblik ga ik maar eens op zoek naar interessante eenvoudige foto’s. Ik denk niet dat architectuur het onderwerp zal zijn. Daar heeft de architect al de artistieke topprestatie geleverd, die ik alleen kan proberen weer te geven.

Ik ben maar eens begonnen met de ‘natuur’-gebiedjes bij het Joppe, vlakbij de Merenwijk: de Strengen en Koudenhoorn, waarvan ik hierboven ook al foto’s liet zien. Voor het eerst ben ik ook met sterke grijsfilters gaan oefenen om alle beweging uit het water te krijgen, niet altijd mijn smaak, maar soms best leuk.

5 seconden belicht (f/16, ISO 400, 80 mm), 1000x grijsfilter, extra breedbeeld.
1/5 sec, f/18, ISO 250, 24 mm

Verwijzingen

Michael Freeman onderscheidt in hoofdstuk 2 van zijn uitstekende boek The Photographer’s Mind (goedkoop te downloaden als Kindle-boek) een aantal stijlen. Na een uitgebreide behandeling van klassieke stijlen noemt hij ‘quiet style’, ‘minimalism’, ‘dramatic style’ en ‘engineered disorder’. In zijn behandeling  van minimalisme laat hij de overeenkomsten maar ook de verschillen zien tussen minimalisme in design en in fotografie. Zie ook een eerder blog van mij.

Minimalistische foto’s met lange sluitertijden, zie bijvoorbeeld het werk van Guy Lambrechts. Ik houd hier niet echt van. Te schematisch, te leeg.

Een verhelderende uitleg van minimalisme in de landschapsfotografie staat hier op Zoom Academy.

____________

 

Praten met machines

Praten tegen de auto

We hebben een nieuwe auto, veel kleiner dan de vorige auto maar boordevol elektronica voor het hybride systeem, de bediening van de cruise control, de auto tussen de lijnen houden en remmen als er een botsing dreigt. Toen de de man van de garage vroeg naar onze ervaringen met die auto antwoordde ik: “Ik heb niet het gevoel dat we een auto gekocht hebben, maar een rijdende computer, waar toevallig ook nog een motor in zit.” Toen ik laatst met GPS-navigatie naar Amsterdam reed, verscheen wel de mooie kaart van de wegen ten Noorden van Leiden op mijn royale kleurenscherm, maar Google Maps bleef stil. De bekende vrouwenstem was niet te horen. Nu had vond ik het te gevaarlijk om op de snelweg door de verschillende computermenu’s heen te wandelen: dus maar zonder geluid deze keer, dacht ik, totdat ik op mijn scherm een microfoon-icoon zag staan. Ik drukte daar maar eens op. Mijn auto vroeg: “Waar kan ik je mee helpen?” . Ik schreeuwde: “Kan je het geluid van de navigatie aan zetten?”. Ik kreeg meteen antwoord van de vriendelijke Google-mevrouw: “In orde!”, zei ze of iets dergelijks. Meteen begon mijn auto weer te praten: “Neem bij het verkeerslicht één van de twee rechterbanen.” Fijn, dat was ook weer opgelost.

Grove taal

Prettig als je tegen machines kan praten, die dan, als een goed afgerichte hond, ook nog precies doen wat je ze zegt. Maar soms beginnen ze tegen jou te praten zonder dat je daar op zit te wachten. Iets als Google Assistent zei laatst opeens iets als: “Wil je dat ik een leuk restaurant voor je zoek?”. Ik riep volledig geïrriteerd: “Vreselijk teringwijf, hou je brutale bek! Ik heb je niets gevraagd!” Zij antwoordde vermanend: “Al ben ik dan een virtuele assistent, je mag geen grove taal tegen mij gebruiken!”

Hassi

Gisteren ging mijn telefoon. Ik vroeg me af wie mij op mijn ouderwetse vaste lijn wilde bellen. Ik hoorde: “Hallo, je spreekt met Hassi, de virtuele assistent …”. Ik liet Hassi zijn zin niet af maken. Ik vroeg me af of criminelen, op zoek naar persoonlijke gegevens om daarmee je bankrekening leeg te kunnen halen, nu al gebruik maken van dit soort technologie. De naam Hassi boezemde mij geen vertrouwen in. Na wat internet-onderzoek kwam ik erachter dat Hassi ingezet wordt door een bedrijf dat glasvezelaansluitingen aanlegt. Nu zijn er wel criminelen die beweren zulke aansluitingen te maken om dan je huis leeg te kunnen halen. Na wat controle  bleek dat het bedrijf legaal in opdracht KPN werkt. Ik belde Hassi terug en ik liet hem deze keer uitpraten. Zijn laatste vraag: “Kan je de door ons gemaakte afspraak bevestigen?”. Ik had geen zin in een gezellig gesprek. Ik moet er niet aan denken dat ze dit soort virtuele assistenten via AI leren praatjes over het weer en daarbij af en toe een grapje te maken. Ik beperkte mij tot een simpel “Ja”. 

_______

 

 

 

 

 

 

Massaimpressionisme in Giverny

Wie in Frankrijk op vakantie gaat, moet eigenlijk altijd de Micherlin-gids goed bestuderen. De aanduiding drie sterren, in de gids zelf ten onrechte bestempeld als ‘vaut le voyage’, betekent in de regel: ga hier niet heen als je niet van toeristen houdt’. We hadden ons al eens  (in 2017) laten misleiden door de prachtige beelden van de schilderachtige Abbaye Notre-Dame de Sénanque, schitterend gelegen te midden van de violette lavendelvelden in de Provençaalse heuvels. Google maps heeft er zelfs vier sterren voor over. Omdat wij toen geen parkeerplaats op minder dan anderhalve kilometer konden vinden, zijn wij naar ons hotel in het totaal onopwindende plaatsje Apt teruggereden, waar we ons een stuk meer op vakantie voelden (zie deze blog).

In de tuin van Monet (eigen foto)

Dat was zeven jaar geleden, dus het werd tijd om weer eens zo’n fout te maken. We waren in het Normandische plaatsje Lyons-en-Forêt, een schitterend plaatsje omgeven door de saaiste beukenbossen ter wereld en het werd tijd voor een cultureel hoogtepunt. Niet ver daarvandaan had de beroemde impressionistische schilder Monet in 1890 een huis gekocht, waar hij de tuinen aanlegde die hij in zijn series schilderijen vereeuwigde. De tuinen werden bijna even beroemd als overbekende schilderijen van waterlelies en bruggetjes. 

De tuin gaf Monet de mogelijkheid om minder te reizen en meer te schilderen in de buurt van zijn vrouw en kinderen. Monet, die vooral geïnteresseerd was in de essenties van kleuren en licht, kon hier niet alleen prachtige schilderijen van een geliefd onderwerp maken, maar als tuinontwerper ook zijn eigen onderwerp creëren. Net zoals bij andere onderwerpen, zoals bijvoorbeeld de kathedraal van Rouen, werkte hij met series waarin hij de uitwerking van verschillende soorten licht op zijn tuin kon laten zien. Zo schilderde hij in minder dan twee jaar tijd achttien verschillende schilderijen van waterlelies. 

Waterlelies in de tuin van Monet (eigen foto)

Toen wij op 19 augustus de Monet-tuin in Giverny naderden stond er al een kilometer lange rij mensen te wachten en te praten in Italiaans, Chinees, Duits, Engels en nog veel meer talen. Men was op weg naar één van de iconen van het Franse impressionisme: de waterlelies van Monet en natuurlijk de Japanse brug, die hij meerdere malen schilderde. Wij hadden al een tijdslot geboekt en konden deze file dus inhalen.  De tuin zag er nog steeds prachtig uit, helemaal in de stijl van Monet, geen strak aangelegde tuin, maar bonte patronen van allerlei op speelse manier gegroepeerde bloemsoorten met verwante of juist contrasterende kleuren. De tuin van Monet is, ook nu nog, zelf een schilderij dat ‘kleuren’ als onderwerp heeft. 

De schilderijen van Monet stralen een prachtige rust en harmonie uit. Als je als één van de 700.000 jaarlijkse bezoekers even alleen naar het water, de waterlelies en het riet kijkt, zie je nog steeds dezelfde rust.

Kijk je iets verder naar wat zich op de bruggetjes en de paden langs het water afspeelt, dan verandert het beeld drastisch: de bezoeker lijkt niet werkelijk in de impressionistische wereld van Monet geïnteresseerd te zijn, maar wil zelf middelpunt van zijn eigen schilderij zijn, de hoofdrolspeler van selfie: ik bij de waterlelies van Monet.

Op de selfie-brug in de tuin van Monet

Hij wil zelf degene zijn die vanaf de Japanse brug de tuin inkijkt. Het was daarom wel dringen bij de bruggetjes. Van de brug zoals Monet hem zag, is niets meer over. De diepe rust van toen is vervangen door de oppervlakkige opwinding van het selfie-publiek.  

Van een bezoek aan het huis van Monet zagen wij maar af. Nog een uur in de rij staan om vervolgens met te veel mensen door te nauwe gangen te worden geperst, daar hadden wij geen zin in.

Een schilderij van Hiramatsu Reiji

Gelukkig was er in het naast de tuin gelegen ‘Musée des Impressionismes’ een prachtige tentoonstelling van de Japanse kunstenaar Hiratmatsu Reiji, die zich had laten inspireren door de waterlelieschilderijen van Monet. Reiji schilderde grote doeken met Japanse technieken en Japanse pigmenten, in een typisch Japanse en absoluut niet impressionistische stijl. Toch gebruikte hij heel mooi veel elementen uit de schilderijen van Monet, zoals de vorm van de waterleliebladen of het visuele ritme van de bamboestengels. In dit museum heerste de rust die we bij de tuinen wel gemist hadden. 

_____

 

 

 

Libellen op de foto

Prachtige insecten

Libellen zijn prachtige insecten. Ik heb er de laatste jaren duizenden foto’s van gemaakt en sommige zijn best mooi geworden. Hierdoor heb ik ook steeds meer soorten leren kennen en ga regelmatig op soortenjacht. Voor de determinatie heb ik ook foto’s nodig, maar dit zijn niet het soort foto’s waar ik van houd. Technisch gezien is het fotograferen van insecten in het algemeen en libellen in het bijzonder best moeilijk, vooral wanneer ze vliegen. Omdat je over het algemeen met lange brandpuntsafstanden werkt, is het ook moeilijk om artistiek interessante foto’s te maken. Door de kleine scherptediepte zijn de foto’s vaak erg vlak. Alles op de achtergrond is vaag. Dat kan je in je voordeel gebruiken om mooie effen donkere of lichte achtergronden te maken. Ik heb de techniek van het libellen fotograferen nu redelijk onder de knie. Mijn repertoire bestaat tot nu toe uit een beperkt aantal compositie-types, die ik hierna laat zien.

Zittende of hangende libel van opzij

Vaak probeer ik voor een rustige achtergrond te zorgen: groene begroeiing, blauwe lucht of donkere schaduwen. Dan komt de libel en de plant waarop hij zit mooi in beeld. 

Het nadeel is dat de foto’s wat saai worden en dat je wel heel weinig informatie over de context meekrijgt. Soms is het beter om toch wat structuur in de achtergrond mee te nemen, maar zo dat het niet chaotisch wordt, zoals in deze twee foto’s.  Je ziet dan dat de plaats van handeling een rietveld is.

Zittende libel van voren

Een foto van voren is niet alleen soms nodig voor de determinatie (bijvoorbeeld steenrode versus bruinrode heidelibel), maar is soms ook erg mooi.

Eierleggende libellen

Afhankelijk van de soort leggen libellen soms vliegend boven het water, alleen of in tandem, of zittend op een plant in het water eieren. Dat kan mooie plaatjes opleveren, zoals van de grote keizerlibel.

Vliegende libellen

Libellen in de vlucht fotograferen is niet eenvoudig, maar met een beetje oefening lukt het wel. Je moet daarvoor niet alleen je camera goed kennen maar ook het gedrag van de libel begrijpen. Mooie grote libellen om in de vlucht te fotograferen zijn de vroege glazenmaker, de paardenbijter en de grote keizerlibel. De iets kleinere heidelibellen zijn ook een dankbaar object. Mijn repertoire bestaan vooral uit vliegende libellen van de zijkant en van libellen die naar de camera toe vliegen.

Soms gebruik ik de lucht als blauwe achtergrond, soms het water of het ver weg gelegen struikgewas als donkerder achtergrond. Hoewel ik wel trots ben als het mij lukt, is het resultaat niet echt spannend. Het levert relatief saaie foto’s op en altijd ongeveer dezelfde.

Tandems en wielen

Tandems en wielen leveren vaak leuke foto’s op, die elementen van het merkwaardige leven van libellen en hun voortplanting laten zien.

Jacht

Libellen jagen op andere insecten, inclusief muggen, vliegen, vlinders en libellen. Op deze foto verslindt een gewone oeverlibel een lantaarntje dat zij net gevangen heeft. Jagende en knagende libellen zijn een onderwerp dat bij mij nog te weinig aandacht heeft gekregen.

Details

Details van libellen kunnen erg mooi zijn, zoals de ogen van een heidelibel of het borststuk en kop van een lantaarntje. Het kan esthetisch  mooie foto’s opleveren. Mooie vormen, mooie kleuren, maar er gebeurt niets.

Wat nu?

Ik weet nu ongeveer hoe ik een technisch en artistiek acceptabele foto van een libel kan maken, zittend, hangend of vliegend. Ik heb geen zin om dezelfde foto’s nog een paar duizend keer te maken. Van nog een vliegende paardenbijter of eierleggende keizerlibel word ik niet echt gelukkig. Ik moet iets anders fotograferen. Met de camera heeft dat niet zoveel te maken, meer met mijn ogen en mijn vermogen om iets bijzonders te ontdekken: bijzondere vormen, kleuren, gebeurtenissen. We zullen zien.

_________

Noot: voor een presentatie over libellen fotograferen klik op deze link.

 

Wat zie ik?

 

Vrolijk consumeren

Op 28 juni maakte ik deze foto van de Leidse binnenstad, gonzend van vrolijke consumptie op tientallen terrassen. De zon scheen uitbundig en de plezierbootjes voeren over de Oude en de Nieuwe Rijn. Het geroezemoes van de terrasbevolking werd regelmatig overstemd door de doffe bastonen uit de luidsprekers op de vaartuigen. De foto is een getrouwe – geluidloze – weergave van dit moment. Er is niks mis mee. Hij is zelfs best goed: mooie rechte en kromme lijnen, mooi licht, mooie kleuren. Maar ik zie meer dan de camera. 

Rustig is mooier

Als ik dit beeld zie, denk ik er meteen aan, hoe mooi Leiden kan zijn als het er niet druk is, als de straten op een herfstige zondagochtend vrijwel leeg zijn: als ik geniet van de serene rust op het moment dat de winkels nog dicht zijn en de studenten hun roes nog aan het uitslapen zijn.

Wie zit hier niet?

Bij dit beeld denk ik ook aan al die mensen die hier niet zitten, die nauwelijks geld hebben om hun huur te betalen of een behoorlijke maaltijd op tafel te zetten, die  het wel uit hun hoofd laten om cappuccino’s of pilsjes van vier euro te gaan drinken in de zomerzon. 

Schijn bedriegt

Ik probeer me ook voor te stellen hoe wij over een jaar of tien naar dit beeld zullen kijken. In een sombere bui denk ik aan het volgende onderschrift: “Op deze foto zie je hoe we nog in 2024 uitbundig aan het consumeren waren. We waren nog blij dat we heelhuids door de Corona-tunnel waren gekomen en gaven daarna nog eens extra gas. Natuurlijk dachten we wel over de risico’s van politieke ontwikkelingen in Amerika, Rusland en Europa, maar we dronken onze ongerustheid weg met nog een paar dure pilsjes. Toch merkten  we dat het menens was toen Trump voor de tweede keer in het Witte Huis ging wonen, toen in heel Europa de rechtsradicalen de nationale regeringen gingen vormen en tenslotte de meerderheid in het Europese parlement kregen, toen de ondersteuning voor de Oekraïne tot nul terugliep en toen het duidelijk werd dat Poetin niet bij de Oekraïne zou stoppen. Het zag er nog zo vrolijk uit. Schijn bedriegt.”

Gewoon last van somberheid?