Sensorformaten
Ik heb sinds kort naast mijn DX-cropcamera een ‘full-frame’-camera. Dat is eigenlijk een heel raar woord. Het betekent alleen maar dat de sensor even groot is als het raampje van een kleinbeeldcamera: 36 x 24 mm. Nu is dat nog altijd kleinbeeld. Voordat dat formaat gangbaar werd, waren de amateurcamera’s vooral 6×6 of zelfs 9×6 cm, dus behoorlijk veel groter. Landschapsfotografen werken nog steeds met gigantische platencamera’ met bijvoorbeeld platen van 18×13 cm . De verkleining van het formaat heeft zowel voor- als nadelen. Het grootste voordeel is wel dat de camera kleiner wordt en daarmee de gebruikte lenzen. Hadden oude 6×6 camera’s een standaard-objectief van zo’n 80 mm, bij het kleinbeeldformaat kon dat tot 50 mm worden teruggebracht. Bij de moderne cropcamera’s is dat 35 mm. Een standaardobjectief heeft een horizontale beeldhoek van ongeveer 40 graden. Zie deze pagina voor de berekening van horizontale beeldhoeken bij verschillende brandpuntsafstanden en sensoren/films.
Compactcamera’s en smartphones doen het met veel minder door hun minieme sensoren. Mijn kleine Panasonic heeft een cropfactor van bijna 6. De enige twee voordelen van een grote sensor (‘full frame’ of zelfs groter) zijn de kleurkwaliteit en, onder bepaalde omstandigheden, de kleinere scherptediepte waardoor je nog beter je onderwerp van een onscherpte achtergrond kan isoleren. Omdat ook de kleine sensoren steeds beter worden, beperkt zich het nadeel van slechtere kleurkwaliteit tot werken bij heel hoge ISO-waarden (boven rond 1600).
voordelen | nadelen | |
grote sensor | Grotere pixels, betere kleuren bij weinig licht
bij portretfotografie: kleine scherptediepte |
grote, duurdere lenzen
bij landschapsfotografie: kleine scherptediepte |
kleine sensor | kleinere, goedkopere lenzen
bij landschapsfotografie: grote scherptediepte |
Kleinere pixels, slechtere kleuren bij weinig licht. bij portretfotografie: grote scherptediepte |
Ik heb een en ander speciaal voor vogelfotografie nog eens uitgewerkt: zie deze pagina.
Zelfs in professionele foto-handboeken wordt er veel onzin over het voordeel van ‘full frame’ beweerd. Zo lees ik ergens: “Behalve het kwaliteitsverlies door de slechtere signaal-ruisverhouding heb je ook te maken met de zogenaamde cropfactor. Hierdoor verlies je een groot deel van je beeldveld doordat het buiten de sensor valt. Een 20mm-objectief gedraagt zich op een 1.5x-cropcamera wat betreft bereik als een 30mm-objectief en toont dus heel wat minder van het groothoekbereik.” Dit is heel ongelukkig uitgedrukt. Ik heb op mijn DX-cropcamera een 35 mm objectief dat zich precies zo gedraagt als een 50 mm-objectief op een ‘full frame’-camera. Dat is speciaal ontworpen voor mijn formaat. Er valt dus helemaal niets weg en ik kan deze lens zeker niet op full-frame-camera gebruiken. In dat geval zou de lichtbundel uit de lens de sensor niet helemaal belichten, alleen een cirkel in het midden.
Citaat uit: Praktijkboek landschapsfotografie, Uitgeverij BirdPix, 2016.