Objectiefkeuze

Verschillende doelen

Er zijn verschillende redenen om op het ene moment een groothoek, dan weer een standaardobjectief en in bepaalde gevallen een telelens te kiezen. Een van de belangrijkste redenen is het verschillende perspectief dat deze lenzen geven. Ik laat dat hieronder zien onder ‘verbinden en losmaken’. Een andere reden heeft te maken met de mate waarin onhelderheid van de atmosfeer zoals mist of rook meer of minder zichtbaar wordt.

Verbinden en losmaken

Door de workshop van Ellen Borggreve op 10 november 2022 (bomen en bos fotograferen in het Speulderbos) werd ik mij  nog eens bewust van het belang het goede objectief (of de goede brandpuntsafstand op een zoom objectief) te kiezen. Het is natuurlijk geen hogere wiskunde: een standaardobjectief (50 mm full frame) geeft een normaal perspectief. Een teleobjectief drukt onderwerpen op verschillende afstand tegen elkaar. Een groothoekobjectief maakt het onderwerp los van zijn omgeving. Hier een paar voorbeelden uit het bos bij Garderen.

De linker foto is bij 52 mm (full frame). Het perspectief is normaal en voor deze foto een goede keuze. Op de rechter foto wil ik de boom met de mooie wortels isoleren en de achtergrond verder weg hebben. Daarvoor heb ik een groothoek van 24 mm (full frame) gekozen.

De bovenste foto’s heb ik met een gematigd teleobjectief genomen, 85 en 122 mm (full frame). Door dat te doen is de achtergrond op de eerste foto niet te ver weg (zodat ik de prachtige kromme beuken in het licht kan zien) en staan de rechte bomen niet te ver van elkaar. Dit maakt een indruk van ondoordringbaarheid, die we met een groothoek nooit hadden gekregen. Iets dergelijks gebeurt op de rechter foto met een nog langere brandpuntsafstand. Dit werkt alleen met een grote scherptediepte, die bij niet te extreem lange brandpuntsafstanden vrij gemakkelijk te realiseren is met diafragmawaarden van f/13 of f/18.

24 mm. Voor deze foto een weinig gelukkige keuze.

Bovenstaande foto laat een weinig functioneel gebruik van de groothoek zien. Aan de boom helemaal vooraan is eigenlijk niet zo veel te zien. De mooie lichte achtergrond met de schitterende bomen, die in de foto hierboven wel goed zichtbaar waren, verdwijnt bijna. Een paar stappen achteruit en een brandpunt van 85-100 mm had een veel mooier plaatje opgeleverd. De onderstaande foto is veel beter. Weliswaar met een heel bescheiden groothoek (32 mm) genomen, maar de boom  vooraan is best interessant. Omdat het groothoekperspectief niet is overdreven en het standpunt veel dichter bij het beukenbos is gekozen (niet zes of zeven maar slechts twee bomen ervandaan), is er nog veel van de mooie beukenbomen op de achtergrond te zien.

32 mm

Nog een paar details over objectiefkeuze

Een paar voorbeeldfoto’s

Onderwerp dichtbij: groothoek en teleobjectief

Op de bovenstaande foto’s staan de onderwerpen meters of tientallen meters ver weg. Daar kan je een gematigd teleobjectief gebruiken om te verbinden en een groothoek om de deelonderwerpen uit elkaar te plaatsen. Bij de onderstaande linker foto gebruik je de groothoek weer om alle aandacht te vestigen op het hoofdonderwerp dichtbij maar dit wel tegen een gedetailleerd weergegeven achtergrond te plaatsen. De lens staat heel dichtbij de tak met katjes en de instelling geeft een grote scherptediepte. Op die manier staat het onderwerp centraal, terwijl de achtergrond in detail zichtbaar is. Bij de rechter foto gebruiken we een sterk teleobjectief met een extreem geringe scherptediepte en staan een aantal meters van de katjes. Je ziet alleen het onderwerp en van de achtergrond zie je niets meer duidelijk op deze foto zonder diepte.

 

Omgang met onhelderheid in de atmosfeer

Mist en rook zijn voor de fotografie mooie middelen om diepte in de foto zichtbaar te maken. Terwijl onderwerpen dichtbij scherp en mooi verzadigd van kleur zijn, wordt het afhankelijk van de dichtheid van mist of rook steeds vager op grotere afstand. Door mist en rook kan je de verschillende vlakken scheiden. Bij heel dichte mist wordt het al gauw heel onduidelijk in de achtergrond. Dat pleit dan voor het gebruik van korte brandpuntsafstanden: groothoekfotografie met een onderwerp heel dichtbij en een lekker vage achtergrond. Bij lichte mist kan het soms handig zijn de mist te verdikken door het gebruik van een teleobjectief.  Voor voorbeelden zie mijn stukje over fotograferen in de mist. Het uiteindelijke effect is altijd een combinatie van de gerealiseerde vlakkenscheiding en het gekozen perspectief. Een telelens heeft zoals boven aangegeven het effect onderwerpen bij voldoende kleine lensopening dichter bij elkaar te brengen (‘verbinden’), maar staat er mist tussen deze onderwerpen dan worden deze door de mist weer gescheiden. Die scheiding wordt nog vergroot door een grotere lensopening te kiezen voor een kleinere scherptediepte.

met telelens (116 mm full frame) in de mist 1/50 f/14 ISO 400.

 

________