Afscheid

Bijna 40 jaar werken in Duitsland

Afgelopen woensdag stapte ik om 8:03 in de trein naar Amsterdam om daar op de trein richting Berlijn over te stappen. Die reis had ik vaker gemaakt. In 1987 verdedigde ik mijn proefschrift aan de Universiteit van Amsterdam. Niet lang daarvoor had ik tijdens een conferentie in Parijs een interessante Duitse politieke consultant ontmoet die wel wat ondersteuning kon gebruiken, die ik hem tegen betaling kon aanbieden. Op die manier had ik geld om mijn proefschrift te drukken. Er volgden vele treinreizen via Hamburg naar Elmshorn waar mijn opdrachtgever zijn kantoor had. Niet lang daarvoor had ik ook al regelmatig in Duitsland gewerkt als medewerker van IMSA in opdracht van de wasmiddelindustrie. Dat was in 1986, 37 jaar geleden.

Otto find’ ich gut!

Toen ik woensdag in Amsterdam op de internationale trein overstapte, moest ik daar even aan denken. Mijn projecten met het bureau in Elmshorn leidden tot uitstekende contacten in Duitsland, waar ik niet lang daarna (1992) studies kon uitvoeren voor een belangrijke commissie van de bondsdag (zie ook deze blog).

 

In Bénin (2006) voor het project Cotton Made in Africa van Otto

Via die commissie kwam ik bij grote Duitse ondernemingen terecht. Vanaf 1995 hielp ik bij Otto Versand (later Otto Gruppe: adverteerde met “Otto find’ich gut”) het ketenbeheer op het gebied van katoen, hout en papier op te zetten en geleidelijk werkte ik daar nog meer voor de stichting voor natuurbescherming die de eigenaar van het bedrijf, Michael Otto, in het leven had geroepen. Steeds vaker zat ik in de trein uit Amsterdam naar Osnabrück op weg naar Hamburg en nu ook regelmatig in het vliegtuig. Mijn laatste project voor de Michael Otto Stiftung ging over de toekomst van de Waddenzee bij een stijgende waterspiegel.

Op Sylt in 2008 tijdens het Waddenzeeprojekt, mijn laatste grote projekt voor de Michael Otto Stiftung

Het was een moeizaam project in een tijd die ook op het persoonlijke vlak niet eenvoudig was. Het project werd in 2010 afgesloten, nu alweer 13 jaar geleden. Het contact met mijn belangrijkste Duitse opdrachtgever werd steeds minder intensief totdat het bijna niets meer voorstelde. Wel nam ik jaarlijks deel een de zogenaamde Hamburger Gespräche, een gebeurtenis waar ‘belangrijke’ mensen lezingen gaven over belangrijke milieu- en natuurbeschermingsthema’s en daarover discussieerden. Voor het eerst sinds de Corona-tijd was er dit jaar zo’n bijeenkomst zonder mondkapjes: een combinatie van het 20-jarige jubileum van deze Gespräche en het 30-jarig jubileum van de Michael-Otto-Stiftung. Toen ik de persoonlijke uitnodiging kreeg deel te nemen, zag ik het als een goede gelegenheid om definitief afscheid te nemen van Hamburg en Duitsland en van mijn rol die ik daar jaren lang gespeeld had.

Wir bitten um Entschuldigung

Toen ik op het kille en winderige perron in Osnabrück stond, was ik er nog lang niet. De Duitse spoorwegen waren in al die jaren niet beter geworden. Op stations worden voortdurend geblokkeerde spoorwegtrajecten, vertraagde treinen en opgeheven treinen omgeroepen. Meer dan 25 keer hoorde ik het verzoek: “Wir bitten Sie um Entschuldigung”. Ik was het niet van plan. Steeds werd de ‘reden’ genoemd: een kapotte wissel, een kapotte trein, een vertraagde trein voor onze trein, mensen op het spoor en meer. Leuk om te weten, maar wat heb je eraan? Toen de vertraging al meer dan een uur bedroeg, werd alle reizigers verzocht om de trein te verlaten en de stoptrein op spoor 10 te nemen. Die vertrok tenslotte van spoor 7. Met bijna twee uur vertraging kwam ik Hamburg aan, waar ik nog net de Hamburger Kunsthalle kon bezoeken, een van mijn lievelingsmusea.

Max Liebermann: Abend am Uhlenhorster Fährhaus (1910)

Er was een mooie tentoonstelling van Frans en Duits impressionisme. Ik had nooit geweten dat er ook een Duitse variant bestond. De Duitse schilders waarvan daar schilderijen hingen, waren mij grotendeels onbekend, behalve dan Max Liebermann, die ik nooit met impressionisme had geassocieerd. Natuurlijk genoot ik met volle teugen van de schilderijen van de Franse schilders Sisley, Monet, Manet, Cézanne en Renoir totdat het museum om zes uur dicht ging.

Niets meer te vertellen

Later die avond had ik een eetafspraak met iemand die vijfentwintig jaar geleden een jongere medewerker van mijn opdrachtgever Otto Versand was. Hij was toen rond 35 jaar en ik 50. Wij hebben nog regelmatig samengewerkt, ook nadat hij zijn oude werkgever verlaten had. Wij hadden het altijd over samenwerking in ketens, mijn specialiteit in die jaren. Deze avond hadden wij elkaar op dat gebied niets te vertellen. Dat is iets uit het inmiddels verre verleden. Gelukkig hadden wij wel andere gemeenschappelijke interesses zoals de veldbiologie waarvoor ik nog steeds en steeds meer warm kan lopen. Met veel enthousiasme vertelde ik over de wulpentellingen.

Over het hotel valt weinig te zeggen. Het was niet duur en je kon er slapen. Mijn beoordeling op booking.com vat het samen onder de titel “Ongezellige efficiënte slaapfabriek”.

Slaapfabriek

Er was maar één probleem: toen ik een paracetamol in water wilde oplossen, zag ik dat zelfs het bekertje bij de wastafel was wegbezuinigd. Ik wilde niet in de slaapfabriek ontbijten. Dus ik zocht een koffiebar op in de buurt van de conferentiezaal. Tot mijn grote verbazing ontdekte ik dat het contante geld ook in Duitsland aan het verdwijnen was. Nog niet zo lang geleden had men mij gezegd “Nur bares ist wahres!”, maar hier werd contant geld niet eens geaccepteerd. Dat was eigenlijk wel jammer, want ik had uit voorzorg nog 50 euro gepind, waarvoor de bank mij irritant genoeg € 54,70 had gerekend! Welkom in Duitsland.

Niet langer dokter de Maan

Na mijn gepinde ontbijt van cappuccino en croissants meldde ik mij aan bij de receptie van deze bijeenkomst. Voorbij is de tijd dat iedereen mij enthousiast begroet met Hallo, Herr Dr. de Man (uitgesproken als dokter de Maan). Toch waren er wel een paar mensen die ik uit mijn Duitse geschiedenis nog kende. Ik miste wel de een of de ander, en misschien leefde ook niet iedereen meer. Ik onderhield mij met wat smalltalk met oude contacten uit projecten en met het vroegere hoofd van de milieuafdeling bij Otto, nu het hoofd van de Stiftung. Even later kwam mijn contact met wie ik de vorige avond had gegeten binnen en wij hadden nog een interessante gesprek.

Na nog een paar koppen koffie en de daarbij geleverde snacks begon de eigenlijke bijeenkomst. Inleiding door de Dr. Merck, Vorstandsvorsitzender der Umweltstiftung Michael Otto en vervolgens een praatje door Michael Otto zelf. Omdat hij op een of andere manier een ere-professoraat had gekregen, noemde bijna iedereen hem Professor Otto. Raar land, dat Duitsland.

Abstract geklets tegen een pessimistische achtergrond

Het gevoel, in een raar land te zijn, nam de uren daarna alleen maar toe. Inhoudelijk waren er best interessante lezingen, onder meer over het “anthropoceen”, een nieuw tijdvak op de geologische schaal en beschouwingen van een ethiekprofessor met de titel “zwischen lauten Klagen und stillen Erfolgen”. Maar de manier waarop in deze kringen gepraat en gedacht wordt, irriteerde mij ook deze keer nogal. Iedereen probeert zekerheden te communiceren. Wat er bij de meesten lijkt te ontbreken, is gezonde twijfel. Maar wat ik vooral mis, is humor. De meeste verhalen zijn lineaire trajecten tussen aannamen (die niet ter discussie staan) en conclusies (die niet ter discussie staan). Op de achtergrond lijkt een donker pessimisme te staan. De boodschap is: de wereld gaat kapot (of is het eigenlijk al) en de kans op redding uit de ellende is klein, maar alleen aanwezig als wij allemaal nu die en die maartregelen uitvoeren. Naar mijn smaak komt het woord “wij” in deze redeneringen veel te veel voor. Op een heel algemeen niveau wordt aangegeven waarheen de samenleving zich zal moeten bewegen, maar de vertaling naar het gedrag van echte mensen in de echte samenleving wordt vrijwel niet gemaakt. Natuurlijk zien de praatjesmakers tijdens zo’n bijeenkomst wel dat het allemaal erg moeilijk, zo niet onuitvoerbaar, lijkt, maar komen dan met de geijkte oplossing van moed, doorzettingsvermogen en belangeloze samenwerking. Ik moet eerlijk zeggen dat ik tijdens deze lezingen en de discussies daarover vrijwel niets geleerd heb.

Simplistische argumenten, nieuwe rampen

Vanuit hun hoge kansel verkondigen de machteloze experts hun waarheden zonder concreet op concrete maatregelen en praktische uitvoering in te gaan. Het meest heb ik nog geleerd van de spreker uit het Duitse “Bauernverband”. Hij had wel oog voor de echte problemen van boeren en natuur. Toen ik al die absolute waarheden en absolute oplossingen van de sprekers en de deelnemers aan de discussie hoorde, moest ik onwillekeurig denken aan de manier waarop men in Duitsland het wegvallen van kernenergie en het terugdringen van fossiele brandstoffen heeft willen oplossen met giga-programma’s op het gebied van biobrandstoffen. De kritiekloze aanvaarding van de simplistische argumenten van toen heeft ertoe geleid dat het landschap onherstelbaar kapot gemaakt, de regionale economie ontwricht en de biodiversiteit grote schade toegebracht is. Een woestijn van maisvelden, bio-gasinstallaties en windmolens in een land zonder sociale samenhang. Welke vereenvoudigingen worden nu gemaakt? Welke rampen zijn nu in de pijpleiding?
Ik vroeg me dit af, maar heb er niets meer mee te maken. Ik was blij dat mijn actieve rol hier al meer dan tien jaar beëindigd was.

Aan de Alster op een avond in februari 2019.

Afscheid na vega-happen

Aansluitend op deze twintigste Hamburger Gespräche begon het dertig jarig jubileum van de Michael Otto Stiftung. Eerst was er een aantal toespraken, die voor mij best interessant waren omdat ik er zelf 25 jaar geleden een actieve rol in had gespeeld. Na de toespraken was er eten. Bij dit soort bijeenkomsten ontkom je niet aan dogmatisch vegetarisme. Hier was alles vega wat de klok tikt. Dat had lekker kunnen zijn, maar mij smaakte het absoluut niet. Met een fles verantwoord bio-bier spoelde ik de laatste Vega-resten weg en liep eerst naar het gastenboek en schreef daarin de volgende zinnen:

Die Zeit, in der ich für die Otto-Gruppe und die Michael Otto Stiftung gearbeitet habe, gehört zu den schönsten Momenten meines Berufslebens. Herzlichen Dank dafür. Reinier de Man, Leiden, Niederlande.

Meteen daarna, rond negen uur, ging ik weer op weg naar mijn slaapfabriek. Ik had tot middernacht kunnen feesten, maar de volgende ochtend hoorde ik dat er te veel mensen dronken waren geworden, waarbij de een depressief werd en de ander zich vervelend was gaan gedragen. Ik was op het juiste moment weggegaan.

De vertragingen op het spoor waren de volgende dag minder dan een uur. Blij weer thuis te zijn, waar ik mijn Bahn Card-abonnement meteen opzegde.

P.S.1
Namen van persoonlijke contacten heb ik in deze openbaar toegankelijke blog niet genoemd.

P.S.2
Mijn vrij negatieve beoordeling van zulk soort bijeenkomsten wil niet zeggen dat ik de daar besproken thema’s niet belangrijk vind. De problemen van biodiversiteitsverlies en klimaatveranderingen zijn uiterst belangrijk. Zij verdienen serieuzere aandacht dan tijdens dit soort bijeenkomsten mogelijk is.

P.S.3
Ik schreef al eerder een blog over mijn afscheid van Duitsland, vlak nadat ik in januari 2020 mijn laatste betaalde opdracht daar had uitgevoerd, het leiden van een discussie over het gebruik van turf.
Noch jemand zugestiegen?

Lulverhalen

Wat is een ‘narrative’?

Wat is nu eigenlijk een ‘narrative’? Je hoort dit rare woord steeds vaker uit de mond van managers, adviseurs en politici? Vroeger hadden diezelfde mensen het vooral over ‘visies'[1] en grootse ‘strategische’ ambities.  Een ‘narrative’ doet eigenlijk hetzelfde in een iets andere vorm. Het is een simpel verhaaltje dat de wereld (met vaak een hoofdrol voor de verteller) tot overzichtelijke dimensies terugbrengt,  waarin eenvoudige oorzaken tot  eenvoudige  gevolgen leiden, en waar er eenvoudige oplossingen zijn voor overzichtelijke problemen.

Lulverhalen

Er is een goede Nederlandse vertaling voor het woord ‘narrative’. Het is gewoon een lulverhaal, een verhaal dat zo eenvoudig is dat je het gemakkelijk kunt onthouden en mensen er snel mee kunt overtuigen (of belazeren).  Maar ook: het is een verhaal dat zo eenvoudig is dat het met de complexe werkelijkheid vaak niets te maken heeft, een verhaal dat in de regel grote onwaarheden bevat.

Ik heb jarenlang als een consultant op het gebied van duurzaamheid gewerkt. Het aantal inhoudsloze lulverhalen dat ik voorbij heb zien komen, is niet te tellen: de hopeloze vereenvoudiging van het duurzaamheidsbegrip in de vorm van de PPP-driehoek (profit, people, planet), de aan leugens grenzende ideeën over de komende ‘circulaire economie’ en andere ‘transitie’-oppervlakkigheden.

Indrukwekkend uit je nek kletsen

Een aantal jaren geleden was ik eens docent bij een cursus aan een dure internationale businessschool, het soort school dat adverteert met een garantie van (minimaal) salarisverdubbeling na het met succes afronden van de cursus (lesgeld tienduizenden euro per jaar). Om de studenten vast te laten wennen aan hun komende succes heeft de school heeft een restaurant van Michelinsterrenkwaliteit. Tegen grof geld kunnen de studenten daar leren om indrukwekkend uit hun nek te kletsen. Zij leren dat onder meer in groepssessies met kleine zogenaamde ‘buzz-groups’ waarin de mensen samen een ingewikkeld probleem moeten oplossen. Zo’n groep krijgt maximaal 10 minuten de tijd om hun geniale oplossing te ontwikkelen en daarna in de klas te presenteren. Een veel gekozen manier van presenteren is daarbij de ‘elevator-pitch’: een verhaaltje dat kort genoeg is om aan een collega of potentiële klant in de lift tussen de tweede en de zevende verdieping te vertellen.

Wat je op zo’n school leert, lijkt mij nogal gevaarlijk: zelfvertrouwen zonder te veel kennis, hopeloos vereenvoudigde en verkorte lulverhalen over de complexe werkelijkheid. Tijdens zo’n workshop verzette ik mij krachtig daartegen en ik benadrukte in mijn presentatie dat het oplossen van problemen (als ze al oplosbaar zijn!) maanden en vaak jaren kan duren. Verbaasd keken de studenten mij aan. Een van de deelnemers stuurde mij echter niet lang na deze bijeenkomst een e-mailtje: “dit was het nuttigste wat ik sinds jaren tijdens een workshop gehoord heb.” Deze deelnemer was helaas de uitzondering, die de regel bevestigt.

Narratives als slaapmiddel

Op elk gebied zij er zijn te veel oppervlakkige ‘waarheden’ in omloop, die alleen maar ‘waar’ lijken omdat ze voortdurend herhaald worden maar niet aan de werkelijkheid getoetst. Laten we het hier maar niet over de pandemie hebben. Iedereen praat elkaar en het journaal na over de gevaren van de delta-variant en de relevantie van incidentie-getallen. Het lijkt zo net of we echt iets weten, maar eigenlijk weet vrijwel niemand iets.

Gelukkig maar dat we die lulverhalen hebben, de ‘narratives’ waarmee we onszelf en onze medemens in slaap sussen.

[1] Helmut Schmidt moest indertijd overigens niets van ‘Visionen’ hebben: “Wer Visionen hat, soll zum Arzt gehen”, en hij had groot gelijk.

_____

 

Noch jemand zugestiegen?

In de Duitse trein

Ik zit in de trein van Berlijn naar Amsterdam via Hannover en Osnabrück op weg  naar huis. Mevrouw conducteur komt langs en vraagt: “noch jemand zugestiegen?”. Ik ben net ingestapt en laat dus braaf mijn ticket zien. Een paar maanden geleden zei ik tegen een Duitse collega met wie ik een stuk meereisde: “het is toch heel eenvoudig. Als je geen kaartje hebt, houd je gewoon je mond en dan is er een grote kans dat ze je niet controleren.” Zijn ogenblikkelijke reactie was: “Aber Reinier, das ist doch nicht ehrlich!”. Wat een flauwekul, dacht ik. Een mooie fantasie, die wereld van eerlijke mensen.

Moderation einer Sitzung

Ik houd van dit rare land. Ik haat dit rare land. Hoe het ook zij, ik wen er nooit echt aan.  Niet lang geleden werd ik opgebeld of ik bereid zou zijn een vergadering van een brancheorganisatie van de Duitse industrie voor te zitten waar het erom ging voorstellen te formuleren voor onderhandelingen met de Duitse overheid. Waar het hier precies om ging, mag ik hier niet schrijven. Wel kan ik iets zeggen over de sfeer en de gang van zaken gedurende zo’n bijeenkomst.

Ik had eigenlijk al spijt dat ik toegezegd had. Hoe zou ik het voor elkaar krijgen meer dan vijfenveertig mensen met elkaar te laten discussiëren? Ik had een kleine berekening gemaakt wat er zou gebeuren als iedereen vijf minuten het woord zou nemen: 45×5 minuten = 225 minuten = 3 uur en drie kwartier! Daarmee was de hele discussietijd al op zonder enige garantie van een resultaat. Zou ik de energie hebben om als 71-jarige moderator de wilde beesten in toom te houden?

Voordelen van Duitse discipline

Mijn zorgen waren volstrekt misplaatst. Ik was vergeten dat de vergadering in Duitsland plaatsvond. In Duitsland mag je ervan uitgaan dat iedereen op zijn beurt wacht. Als er in de zaal vijf vingers omhoog gaan, hoef je als voorzitter alleen maar te zeggen: “Sie, Sie, Sie, Sie und Sie stehen auf der Rednerliste.  Keine weiteren Wortmeldungen, bitte.“ Het leuke is dat iedereen zich er gewoon aan houdt. De wilde anarchistische taferelen die je in Nederland zou verwachten, ontstaan hier in de regel niet. Wel lopen sommige mensen rood aan van woede als ze niet aan het woord komen, maar het lukt hun bijna fysiek niet om iets te zeggen zonder het woord van de voorzitter gekregen te hebben. Zolang je als voorzitter op een overzichtelijke en eerlijk manier de mensen het woord geeft en zolang je mensen niet te veel onderbreekt, is het heel gemakkelijk. Ook een wat oudere voorzitter houdt dit best lang vol. De vergadering leidde tot een heel bevredigend resultaat en over mijn rol konden zij niet echt klagen en dat hebben zij, voor zover ik weet, ook niet gedaan.  

Saai en humorloos

Maar was het ook leuk? Nee, ik  vond er niets aan. Ik was weliswaar niet uitgeput door het in het gareel houden van het discussievolk, maar ik had na afloop een zwaar geïrriteerd gevoel over de fantasieloze, brave, autoriteitsgevoelige houding van de deelnemers. Waarom dit totale gebrek aan humor en relativering? Halverwege de vergadering kwamen wij op een punt waarop de deelnemers zich positief moesten uitspreken over een principieel besluit. Was dit besluit negatief geweest, dan had iedereen naar huis gekund, inclusief mijzelf. Ik sprak ironisch tot de deelnemers: “Über dieses Ergebnis bin ich doch einigermaßen enttäuscht. Hätten Sie nicht zugestimmt, dann wäre es nicht nur für Sie sondern auch für mich Feierabend gewesen. Schade, ich kann leider noch nicht nach Hause!“ Natuurlijk kwamen hierop meteen reacties. Een deelnemer liet mij nog weten dat een negatief resultaat heel onbevredigend was geweest en dat we maar blij moesten zijn dat het geen “Feierabend” was. Alsof ik dat niet wist! Zat ik fout met mijn ironie? Was dit een cultureel probleem of overschatte ik de intelligentie van de deelnemers? Aan mijn Duits kan het niet gelegen hebben, want dat is beter dan van veel dialect pratende middenstanders in die kringen.

Zware kost

Ik  bleef nog een nachtje in de Duitse stad. Ik vond een aardige kroeg annex restaurant in een van de weinige straatjes die de Tweede Wereldoorlog hebben overleefd. De ober was vriendelijk. Ik mocht zijn droge Nedersaksische humor wel. Een beetje alsof je in Groningen bent. Ik dronk drie kleine glaasje uitstekend bier en at er een “Lammshaxe mit Bratkartoffeln” bij.

Naast mij zat een Chinese vrouw een “deftig” plattelandsgerecht met gebakken aardappels, een of andere varkenspoot, worsten en zuurkool te eten. Mooie combinatie: dat fijn getekende Aziatische gezicht bij die onbehoorlijke berg ongenuanceerd Duits voedsel.

Blij in irritant Nederland

Langzaam “schalte ich ab.” Ik denk terug aan mijn vele Duitse projecten, de vele vergaderingen  die ik heb voorgezeten en de honderden nachten die ik in Duitse hotels heb doorgebracht. Ik heb leuk werk gedaan, aardige mensen ontmoet, maar ik ben blij dat ik nu snel weer naar Nederland mag, het land waar iedereen altijd op alles commentaar heeft, niemand zich de mond laat snoeren. Het land waar mensen initiatief nemen ook al krijgen ze geen opdracht van boven, waar mensen creatief zijn en oplossingen verzinnen die niet in de handboeken en wetsteksten staan. Ik denk aan dat bezoek van Helmut Kohl heel veel jaren geleden. Er was een gesprek met Nederlandse schoolkinderen georganiseerd. Toen Kohl de kinderen  iets wilde bijbrengen, was de eerste reactie van één van die kinderen iets als: “Dat is toch onzin wat u zegt. Dat gelooft u  toch zelf niet?”. Hoe irritant ik ze ook vind, ik ben trots op zulke kinderen.

Ik nader de Nederlandse grens. Nog een keer komt er Duitse conducteur langs. “Noch jemand zugestiegen?”. Het blijft stil in onze coupé.

  

Finding Happiness – Losing Control

Finding your passion …

For many people today, it’s not enough to say that they like or love something. About things that are really important, you should be passionate. They should be your passion. Apart from the fact that I am not familiar with that sort of language, I ask myself: what could it possibly mean to be passionate or to have found your passion. A short google exercise reveals that many people think that knowing and practicing your passions is key to a rewarding life. Many confessions suggest how life after discovering the power of passions has made a qualitative turn for the better. “Too many people live lives of quiet desperation not understanding what their passion is.”  “Almost three decades of my life had passed before I discovered the power of passions.”   It is often assumed that “passion” is something hiding deep in your inner self, waiting to be discovered. There are entire websites devoted to ‘discovering your passion’  or even to discover that you are pursuing ‘passions’ that appear to be no passions at all.

Passions of the authentic self …

I could fill more than twenty pages with quotes like this: “Your passions can only be uncovered from your own unique story. There are things inside of you that you may have not tapped into yet because of fear. It’s scary because when you find your passion, it pushes your limits and calls you out to levels you thought you were never capable of reaching.”

The popular idea is that passions are the expression of deep desires of the authentic self, often still  blocked by fears or conventions, ready to be freed by a mixture of honesty and courage. The message is: deep inside you have tons of unrealised potential to become the person you deserve to be and develop amazing insights and skills  you have long only dreamed about. The remarkable thing is that following or developing your passions is mainly a question of letting go: removing the blockades that have been making your life mediocre or even miserable. This should not be a surprise, as passion literally  means: being passive.

Spinoza:  ‘agere’ and ‘pati’

Many people today use the word ‘passion’ to show how they follow their deepest desires and try to be their most authentic self. However, ‘passion’ still is the opposite of ‘action’. Our great Dutch philosopher Spinoza formulated this nicely in his Ethica. In the Latin language, the difference is between agere (to act) and pati (to suffer).

“I say that we take action [agere] when something comes to pass, in us or outside us, of which we are the adequate cause, that is, when something in us or outside us follows from our nature, which can be clearly and distinctly understood through it alone. On the other hand, I say that we suffer [pati] when something comes to pass in us, or something follows from our nature, of which we are only a partial cause.”
from http://digitalcommons.lsu.edu/cgi/viewcontent.cgi?article=3599&context=gradschool_dissertations

Passionate people, passive people

In personnel recruitment advertising, the word “passion” is a fixed ingredient: “Is Inspiring Transformation for Businesses one of Your Passions? If so, learn how you can earn substantial income as a certified Passion Test for Business Consultant.”  It’s part of the empty business language on corporate websites:  “We are … …. To us, growth is more than a target. It’s a passion.”

The modern use of ‘passion’ appears to deny Spinoza’s clear distinction between ‘take action’ (agere)  and ‘suffer’ (pati) or ‘be passive’. People who blindly follow the (irrational) impulses of their passions are not active at all. They surrender to forces they hardly understand. If Spinoza were still alive, he would be very surprised (and worried) about the ubiquitous enthusiasm for suffering instead of taking action. He would be very surprised when hearing someone say: “violin playing is my passion”. Maybe he would say: “Do I understand well that you are not playing the violin, but that the violin is playing you?”. The same with: “Being a PWC Cyber Security consultant, is my passion”.  “Have you been converted into a PWC slave now that your work has become your passion?”.

Take reponsibility. Be active …

I don’t have the illusion that the fashionable use of the word “passion” can be eradicated. Nevertheless, it could be useful for many people to realise that, not only in the original meaning as elucidated by Spinoza, but also in its vulgarised disguise as used by amateur psychologists and management gurus, ‘passion’ means ‘being passive’ or even ‘avoiding responsibility’. Perhaps some people will change their language from “my passion is playing the violin”, into “I am working like hell to master this extremely difficult instrument.”

 

 

 

Corruption and Transparency: my stories

Fighting Corruption: a project with Russian wood suppliers

Traveling along supply chains

Much of my work since the early 1990s has been travelling along supply chains: from cotton field to T-shirt, from platinum mine to automobile, from palm tree to margarine, or from tree to newspaper. Actually I enjoyed very much walking through African villages in cotton producing regions, visiting Indonesian palm oil plantations or working on ecologically responsible sourcing for a Norwegian paper mill.

The responsible sourcing agenda has been continuously changing over time. In the beginning, it was all about ecological impacts, but gradually labour safety and human rights issues were moving to the foreground.

Including social  issues, labour safety and …. corruption

After doing some ground breaking work for Axel Springer and Norske Skog on responsible forestry and supply chain traceability in Norway, my next contributions were much more related to social issues, including labour safety. Axel Springer took the lead here, not on the basis of huge complex projects but through strategically important small and quick projects –Axel Springer’s sustainability officer, called them “fast horses” – to communicate a simple message and to invite others to follow in the same direction.

Interviewing forest operators in Tikhvin: “Is this wood legal and corruption-free?” (from Florian Nehm’s presentation at IACC Athens 2008)

We made some attempts to work on labour safety with the Volga paper mill near Nizhniy Novgorod, but for some reasons we then increasingly concentrated on anti-corruption issues in close cooperation with the Finnish-Swedish paper company Stora Enso and their wood suppliers in Tikhvin. The leading global anti-corruption organisation Transparency International eventually joined as a critical and independent project partner.

 

The Tikhvin project: from Russia with Transparency

Kick-off meeting

On March 4, 2004, we met in the St. Petersburg office of Stora Enso: the Russian director, Axel Springer’s sustainability officer, three ladies from Helsinki, some other managers and experts and myself. In close cooperation with the participants, I had prepared the agenda and a presentation.

After agreeing on a project outline and a basic idea of the project budget, we had dinner together. The following morning we drove to Tikhvin, a small town (60.000 inhabitants) somewhat more than 200 km East of St. Petersburg.

On the road to Tikhvin

We arrived at the forest company’s office (Lespromkhoz) around 10 am.

Unfortunately I had to go to the toilet and what I saw there I did not like at all. Apparently, the water flow was blocked and the toilet was filled to the brim with an indescribable brown stinking substance, to which I delivered my modest contribution. Welcome to Russia![1]

After the meeting with the forest people, and the representatives from Stora Enso and Axel Springer, we did some interesting sight-seeing.

Marian Tikhvin Assumption Monastery

We walked through the snow to the beautiful Marian Tikhvin Assumption Monastery and later on we paid a short visit to the house where the composer Rimskiy Korsakov was born in 1844, now a museum. After a visit to the local wood processing company, we concluded the day with a copious meal in a good Russian restaurant. From that moment on, the project was called “From Russia with Transparency”, a variation of the 1963 James Bond film title (from Russia with Love with Sean Connery).

A good restaurant

The next day we drove back to St. Petersburg. After these kick-off meetings, I was not very much involved until I facilitated a meeting at the IACC conference in 2008 in which the results were discussed (see below).

More on the project.

Corruption as a solution: a bribe at the airport

Smelly chairman

In September of the same year, I was participating in a study trip to the Russian forests near Novgorod, 195 km South of St. Petersburg. It was organised by the German Publishers Association VDZ. Representatives of paper companies and environmental NGOs (including WWF and Greenpeace) were among the participants. Before the trip to Novgorod, there was a meeting in St. Petersburg, which I had agreed to chair. I arrived five minutes before the meeting was scheduled to start. Actually, I should have arrived the evening before, but I had terrible problems in Moscow. First I lost my luggage, which had been deposited in a large lost-and-found storage hall (because I did not know that I was responsible myself to take the luggage to the airport where my flight to St. Petersburg would take off) and then the flight to St. Petersburg was cancelled.

Chairing the St. Petersburg meeting

I spent the entire night in the closed airport restaurant together with some Chinese travellers. Later on I discovered that there had been an announcement in Russian only in which a free night in a hotel near the airport was offered. But I don’t understand Russian. Neither did the Chinese. So when I finally arrived at our meeting venue, I had not had a shower, I had not brushed my teeth and I had not had an opportunity to shave. I was so happy that the little table, reserved for the chairman, was at least 2 meters away from the first person in the audience. Most probably, nobody in the audience could smell their chairman, I hoped.

Russian realities
Meeting with forest workers (1-9-2004)

After this memorable opening session, we left for Novgorod. It was a highly interesting trip, not only showing problems and solutions for environmentally responsible forest management, but also the absurdities of Russian forest law and its implementation.

Publishers in the forest (2-9-2004)

I wrote an earlier blog about this subject (Stories from Russia).

After visiting the Novgorod forest, we were invited by an Austrian company that had started some operations in the wood processing industry in the region.

 

Meeting at the Austrian company

We learned a lot about doing business in Russia and about the unavoidable risks. Our Austrian friend told us that there are many factories that employ far more people for security than for production.

 

He then asked whether anybody of us knew why the shops are all open day and night. Nobody knew. The answer was simple: unattended shops will be robbed immediately. As there should be somebody in the shop at all times, why not keep it open?

The next day I had an appointment in Moscow. My colleague from the World Resources Institute in Washington, his assistant and I would meet with Greenpeace people there.

I went to the St. Petersburg airport, but when I tried to check in, I was told that the flight was fully booked and that I had to wait for another flight several hours later. I did not like it at all. I was desperate to meet my Washington and Moscow friends for discussing a very interesting project on ecologically responsible forest management in the Kirov region and FSC certification.

Socialising in Russia: a bribe at the airport
Finally: a flight to Moscow

So I went to the check-in counter again and I only saw only one option to get on the reserved Moscow flight. I folded two € 20 banknotes into my passport and asked the guy in the check-in office whether he could organise a place for me. He did not look at me, but saw the Euro notes, which he immediately took from my passport. Two minutes later I had a boarding pass. I was well aware that someone else who had booked on this flight had now lost his or her place. So be it. After receiving my precious boarding pass, I quickly looked into the check-in office again. Behind the check-in guy’s computer, I saw a huge pile of banknotes. I suddenly realised how quickly I was socialising in Russian society. A little bribe here and there makes life bearable.

In the Greenpeace Moscow office

Almost two hours later, I arrived at the Greenpeace office in Moscow. I told my Greenpeace contact my story. He seemed to have mixed feelings. On the one hand, he was not surprised. This is the way it works in Russia. On the other hand, he did not entirely agree. The only thing he said was: “You should not have paid € 40. The current rate is € 20.” So even in bribery, there are transparent markets and fixed prices.

Corruption: an expression of intelligence

As mentioned, in the beginning of 2004, I played a role during the kick-off meetings of the Tikhvin project. Initially the project included many aspects of responsible sourcing. Gradually, especially after agreeing with Transparency International on their critical role, the emphasis shifted towards corruption and the private sector’s role in fighting it. Axel Springer’s sustainability officer started to frame the project in terms of ‘corruption free paper’. In 2008, Transparency International was planning their big international conference on Transparency and Corruption, which was going to take place in November of that year. The title was: “Global Transparency – Fighting corruption for a sustainable future.” In April, Transparency International’s EU Liaison office, with strong input from some German people, organised a discussion in Brussels to provide inputs into the November event.

I was invited as an expert on supply chains, private sector and sustainability. Half an hour before the meeting, I was asked to prepare a presentation about ‘sustainability’ and its potential links with Transparency International’s work, which perfectly made sense given the theme of the November conference.

The discussion at TI Brussels

At hindsight, I can say that I gave a pretty good presentation in which I stressed the utopian nature of the sustainability concept and made clear that there is no simple and obvious link between ‘sustainability’ and ‘anti-corruption’. The only linking pin I saw (and still see) is ‘good governance’. I don’t know how useful my contribution actually was at the time. I myself was deeply impressed by Albena Azmanova’s contribution. Professor Azmanova was (and still is) a professor in political science. She was strongly involved in the political transition in her home country (Bulgaria) and published her work, originally refused in Bulgaria, in the US and Europe.

The discussion at TI Brussels

Her presentation and her discussion contributions during our Brussels meeting were real eye-openers for me. In discussion the nature of corruption, she emphasised its intelligent nature. Corruption is of course a problem, but it only exists because it provides intelligent solutions to problems inherent to non-functioning social and political systems. My own translation: if you don’t know the problems for which corruption provides a solution, you won’t be able to effectively fight it. At least, my act of bribery had corrected my problem that was caused by the bad Russian booking and check-in system.

The need for transparency: the Athens conference

Athens

The International Anti Corruption Conference (IACC) is generally being held every two years. The 2008 conference, held in Athens, emphasised the need for good governance and building institutions that can be trusted. It explicitly formulated expectations to the private sector’s role.

“To restore peoples’ trust and rebuild the credibility of institutions, governments must move beyond expressions of political will to concrete action; private sector must put a check on bribery and fulfil their obligations as corporate citizens and civil society must demand accountability.” (from http://13iacc.org/ , my underlining).

During the conference, several workshops addressed the private sector’s responsibilities for fighting corruption. I happened to chair workshop 4.4: “The Private Sector’s Role in Fighting Corruption in the Wood Supply Chain: An Example from Russia”, which was entirely built around the experiences of the so-called Tikhvin project as mentioned above. After my introduction, Florian Nehm (Axel Springer) and Pirjetta Soikkeli (Stora Enso) were on the speakers list, followed by some critical remarks by Elena Panfilova from Transparancy International Moscow. In my introductory remarks, I stressed the business risk of weak governance in supply chains and optimistically said “fighting corruption is becoming part of supply chain management.”

From my presentation

Practical limits to transparency: getting things done in Athens

After my presentation, Florian Nehm wanted to show a video that was made in the context of the Tikhvin project. During our preparatory discussions, the conference management made clear that they were not in favour of showing the Tikhvin film. They thought it would not fit into the character of the conference. Maybe they suspected it to be too commercial or too superficial. In any case, the video proposal was declined and Florian Nehm was kindly asked to show a classical PowerPoint instead. In the morning before the presentation, the PowerPoint was delivered to the central conference desk, as agreed. However, one hour before the start of the workshop, Florian Nehm and I sneaked into the workshop room where we met the technical staff responsible for projecting slides and videos. We gave them a memory stick with the video and the instruction to disregard the material coming from the central conference desk.

After my introduction, Florian Nehm, much to the surprise of the conference management, showed his film. It proved to be a very good introduction into the subject, which was then further elaborated by the Stora Enso and Transparency International people. That particular day in 2008, we again discovered something everybody already knows. Sometimes, you cannot be too transparent about what you are doing or what you are planning to do. Even at the Transparency International Meeting, there were practical limits to transparency.

 

[1] I am not sure whether this experience was in the Tikhvin Lespromkhoz building or in Kovernino (Koverninskiy Leskoz, March 2003). Wherever it was, it was pretty awful.