Fietsen over de Hebriden

Nog één keer Schotland

Zeven jaar geleden fietste ik bijna 1500 km door Schotland, beginnend in Glasgow en met een grote boog via de Outer Hebrides en de Schotse Noordkust naar Edinburgh. Een prachtige tocht, waarvan ik delen nog wel eens wilde overdoen. Toen kwam Corona en ik werd getroffen door een (gelukkig kleine) herseninfarct (beide 2020). De mooie hostels waren sinds 2020 een tijd lang wegens Corona gesloten, maar fietsen ging eigenlijk best goed nog. Na vijf fietstochten in Polen (2018-2023; voor de laatste tocht zie hier) wilde ik toch nog één keer naar het mooiste deel van mijn tocht uit 2017: de Hebridean Way over de Outer Hebrides, van Vatersay tot aan de Butt of Lewis, een bescheiden afstand met vooral bescheiden heuvels, met uitzondering van een paar pittige trajecten op Harris. 

Barra en South Uist

De heenreis met fiets, boot en trein tot Castlebay op Barry duurde bijna drie dagen. Voor de derde keer in tien jaar overnachtte ik in het mooi gelegen Dunard hostel met uitzicht over het water en de veerboot naar Oban, die daar een nacht blijft liggen tot de volgende overtocht. Ik bleef nog een extra nacht in Castlebay om nog even naar het met Barra verbonden eilandje Vatersay te fietsen, het officiële begin van de Hebridean Way. Prachtige witte stranden, groenblauwe zee en donkere wolken die over de toppen van de groene heuvels hingen. 

Omdat er geen plaats meer was op latere boten, moest ik de volgende ochtend om vier uur opstaan om de verbinding Ardmhòr-Eriskay van 7:00 uur te halen. Dat had wel het voordeel dat ik vroeg bij het Gatliff-hostel van Howmore aankwam en nog veel tijd had de prachtige omgeving te verkennen, het mooie kerkhof ernaast en de kreek die daar door de ‘machair’ naar zee stroomt. 

Berneray

De volgende dag naar Berneray was met 90 km de langste etappe, maar hij was absoluut niet moeilijk. Nog redelijk vroeg kwam ik daar aan. Het was er, net als de vorige keren, erg gezellig met fietsers en wandelaars van alle leeftijden en alle nationaliteiten: van upper-class Britse jongeren, tot redelijk bejaarde Belgen en een aardige Duitse vrouw, die de Hebridean way wandelend in haar eentje aflegde. De volgende dag maakte ik een mooie wandeling over de heuvels en langs het strand en genoot, net als tien jaar eerder met Petra, van de prachtige kleuren (zie hier).

De tocht naar het prachtig afgelegen hostel van Rèinigeadal (niet gelegen op de officiële Hebridean Way, dus erg rustig) was minder dan 60 km, maar verder het zwaarste traject van de hele tocht. Vanaf Tarbert eerst heel sterk stijgen naar de top van de hoofdweg en dan vandaar heel sterk dalen en nog een keer stijgen en dalen. Het was vooral lopend de fiets de heuvel op duwen, maar ik had de tijd. Het was in Rèinigeadal (Rhenigadale) weer prachtig als de vorige keren (meer hier). In het hostel overnachtte slechts één andere gast en buiten stond een sympathieke Duitser met zijn tentje. 

Lewis

Na dit laatste Gatliff-hostel fietste ik naar Callanish. Eerst moest ik weer even naar de hoofdweg: anderhalf uur fietsen over 7 km, wandelen dus. Daarna werden de wegen gemakkelijker en de hoge bergen verdwenen naarmate ik verder Lewis in reed. In Callanish, vlak bij de beroemde ‘standing stones’ had ik  een luxe ‘camping pod’ gehuurd, eigenlijk veel te duur, maar prachtig ingericht en met een prachtig uitzicht: groepen van zo’n tien dolfijnen kon je vanuit mijn raam het water uit zien springen. 

Van Callanish fietste ik helemaal naar het Noorden. Ik had in Cross – niet zo ver van de Noordpunt van het eiland – dezelfde B&B gereserveerd als tien jaar geleden. Ik werd hartelijk ontvangen. Fijn om hier weer eens te zijn (meer hier). De volgende dag fietste ik naar de vuurtoren – het officiële eind van de Hebridean Way – en wandelde nog langs het strand niet ver van mijn B&B.  De volgende dag fietste ik – het eerste stuk met windkracht 5 tegenwind – naar Stornoway (tegenwoordig Steòrnabhagh) en daar nam ik de boot naar Ullapool, waar ik een mooi hotel gereserveerd had, waar je ook redelijk kon eten.

Nog even highlands

Het laatste stukje fietsen in Schotland ging van Ullapool naar Bonar Bridge, vlakbij het station Ardgay aan de spoorlijn naar Inverness. Vanaf Ullapool fietste ik, net als zeven jaar daarvoor, de Schotse hooglanden in naar Elphin, maar deze keer sloeg ik niet linksaf naar het Noorden maar rechtsaf naar het Oosten. Niet ver van Elphin overnachtte ik in het ‘motel’ van Altnacealgach, dat zo in de VS had kunnen staan: iedere kamer zijn eigen voordeur aan de straat, met uitzicht op een mooi meer. Aan de picknicktafels voor het motel zat niemand. Te koud. 

De volgende dag fietste ik met gemak verder naar het Oosten, een gemakkelijke dalende route, die de River Oykel (uitmondend in de Kyle of Sutherland) volgt. Ik was veel te vroeg in Bonar Bridge waar mijn hotel nog niet geopend was.

De volgende dag begon de grote treinreis vanaf het vlakbij gelegen stationnetje van Ardgay naar Newcastle, IJmuiden en Leiden met nog een overnachting in een B&B in Edinburgh. De terugreis was weer lang. Op 5 juni om 10:54 uit Ardgay. Op 7 juni om 13:40 thuis. Het was een mooie tocht.

 

Alle stukjes over deze tocht

___________

 

De jeugd van tegenwoordig

De rijpere jeugd

Tijdens mijn fietstochten door Schotland en Ierland heb ik regelmatig in jeugdherbergen overnacht. Dat is relatief goedkoop (tegenwoordig rond £30-40 in de UK), handig en vaak gezellig. Je hebt altijd beschikking over een goed geoutilleerde keuken zodat je niet veroordeeld wordt tot eenzame, ongezellige en dure maaltijden in een restaurant. Soms kan je een eigen kamer krijgen, maar vaak slaap je ook op een zaal met wel tien andere bezoekers. Vroeger waren dat streng gescheiden mannen- en vrouwenzalen. Tegenwoordig zijn ze meestal gemengd. Erg veel last van anderen heb ik meestal niet. Na een dag fietsen slaap ik meteen in en word niet afgeleid door de degene die boven mij in het stapelbed slaapt of door de mooie jonge meiden tegenover mijn bed. Ik slaap wel.  

Snurken boven de batterijen

Als ik vertel dat ik van jeugdherbergen gebruik maak, is de verbaasde reactie soms: maar die zijn toch voor de jeugd? Ik antwoord dan dat ze nog steeds voor de jeugd zijn. Maar er is één ding de laatste decennia veranderd. De jeugd is ouder geworden. Tijdens mijn fietstochten in 2017 en 2024 was soms de helft van de gasten op mijn slaapzaal boven de zestig. Dat kwam ook een beetje door het seizoen. Aan het eind van mei en in het begin van juni  gaan veel gepensioneerden, die niet aan officiële vakantietijden gebonden zijn, op pad. Daar zijn veel wandelaars en fietsers bij, een belangrijke doelgroep van de jeugdherbergen. Omdat niet alle kniegewrichten en beenspieren bij deze doelgroep nog in optima forma zijn, laat veel van deze oudere jeugd zich bij het fietsen elektrisch ondersteunen. Toen ik dit jaar in het Dunard-hostel op Barra  de slaapzaal binnenkwam. vroeg ik mij af wat al die blauwe en rode lampjes onder de onderste bedden te betekenen hadden. Ik had het kunnen weten: het waren de met opladers verbonden batterijen van de elektrische fietsers die erboven sliepen. Dat slapen is niet altijd geruisloos. Hoe ouder de jeugdherberggast, des te luider snurkt hij. Het was er een gezellig geronk daar op Barra. 

De Gatliff-hostels

Op de Outer Hebrides zijn drie jeugdherbergen die door een stichting, de Gafliff trust, worden beheerd. Dit zijn heel bijzondere herbergen: ze zijn niet te reserveren Je mag er niet met een groep van meer dan vier personen komen. Ze zijn vooral bedoeld voor individuele wandelaars en fietsers. Mochten ze vol zijn, dan vinden ze wel een oplossing, tenzij je met de auto komt. De drie hostels, Howmore, Berneray en Rhenigidale zijn prachtig gelegen.

Howmore en Berneray zijn traditionele oude huizen van natuursteen met een rieten dak. Ze zijn relatief goedkoop, £ 20 per nacht, en moeten contant betaald worden. Als de ‘warden’ er niet is, laat je het geld in een ‘honesty box’ achter. Men verwacht dat de gasten de gebouwen zelf schoonhouden. Soms is die verwachting wat te optimistisch. Ik heb de drie Gatliff-hostels nu drie keer bezocht. Het verblijf in deze herbergen is echt vakantie op vele manieren. Niet alleen liggen ze in de prachtigste landschappen, relatief ver van het massatoerisme, maar het verblijf in zo’n hostel is meteen een soort tijdreis, een ontsnapping uit de wereld van internet (geen wifi op die plekken), van online-reserveringen (kan niet) en weer even terug naar het gebruik van ouderwets geld. Deze plekken trekken heel veel interessante mensen aan van verschillende leeftijden (de jeugd tussen 20 en 80) uit verschillende streken. Ik denk terug aan veel interessantste gesprekken en aan spellletjes die we in Berneray met alle gasten hebben gespeeld. 

Al mijn stukjes over deze fietstocht

 

Betoverend Berneray

Tien jaar geleden (2014) was dit eilandje een van de mooiste plekken op onze tocht over de Outer Hebrides.  Ook toen overnachtten we in het prachtige hostel in twee gerestaureerde ‘black houses’ met een schitterend uitzicht over de Sound of Harris. Voor de tweede keer overnachtte ik daar in 2017. Nu was ik hier voor de derde keer en werd weer overweldigd door de enorme schoonheid, de prachtige kleuren en de prachtige natuur. In 2014 waren wij er in juli en konden nog meer genieten van de bloemenpracht op de strook achter de duinen vlak aan de kust, de zogenaamde ‘machair’, waar eeuwenlang een rotatie-landbouw werd bedreven waarbij de belangrijkste meststof werd verkregen uit zoutwaterplanten. Dit jaar bloeiden daar nog niet zo veel bloemen. De zee, vooral bij ‘West Beach’, was weer betoverend mooi.

kleurencirkel: rood tegenover blauwgroen

Waar de zeebodem vooral uit helder wit zand bestaat, krijgt de zee een turquoise (groen-blauwe) kleur. De zee filtert vooral het rode licht uit het opvallende zonlicht en  reflecteert de overblijvende kleuren weer naar boven. Je krijgt dan de complementaire kleur van rood, een kleur die uit een mengsel van groen en blauw bestaat (zie ook hier). Wat ook de fysische verklaring is, het verleent de prachtige zandstranden een bijzonder karakter: witte zandstranden, een vooral turquoise zee en door de vaak  iets mistige of regenachtige luchten zijn de verder weg gelegen heuvels vrij onduidelijk en geheimzinnig. 

 

In 2014 maakten wij een lange wandeling langs het mooie strand van Berneray. Het waaide toen hard en er viel veel regen. Ondanks dit weer genoten wij van het bijzondere landschap. Terug in het hostel hadden niet alleen wij kletsnatte kleren. Ook de andere gasten hadden hun natte jassen en broeken aan een speciaal rek gehangen dat via een handige constructie boven de kachel kon worden gehesen. Iemand zamelde toen geld in voor de noodzakelijke brandstof. De kleren werden droog en het was erg gezellig. Niet minder gezellig was het er drie jaar later toen ik daar tijdens een fietstocht verbleef. Met de hostel-gasten met leeftijden tussen 25 en 80 hebben we toen heel leuke gezelschapsspelletjes gespeeld. Er waren heel interessante mensen bij, onder anderen een van de weinige Engelse doedelzakbouwers en iemand anders was op zijn laptop muziek aan het componeren. Ook dit jaar waren er veel interessante en sympathieke mensen van alle leeftijdscategorieën en veel verschillende nationaliteiten.

Sinds 1999 kan je met de auto of de fiets eenvoudig van North Uist over de ’causeway’ naar Berneray rijden. Tot die tijd was het een echt eilandje, dat door zijn isolement zijn karakter goed bewaard heeft. Het ligt nu vast aan het Zuidelijk gelegen North Uist, maar het heeft historisch en cultureel meer bindingen met het Noordelijk gelegen Harris, dat met de veerboot over de Sound of Harris (Berneray – Leverburgh) te bereiken is. 

Het merendeel van de bevolking (138 inwoners in 2011) spreekt nog Gaelic. Het Schotse Gaelic lijkt sterk op de Ierse variant. Dat is niet toevallig, want in de vierde en vijfde eeuw hebben de Ieren die zich in Schotland vestigden hun taal meegebracht, waaruit het Schotse Gaelic ontstaan is.  

Alle stukjes over deze tocht

______

 

 

 

 

 

 

Terug in Cross

Tien jaar geleden maakten Petra en ik een prachtige tocht over de Hebriden. Die keer van Noord naar Zuid, niet met de fiets maar met het openbaar vervoer.  Van Inverness namen we de bus naar Ullapool en na een boottocht naar Stornoway, direct met de bus naar het Noorden van Lewis, waar we de B&B met de Spaanse naam Cabuzana hadden gereserveerd. Het echtpaar dat deze B&B runde, Annie en Donald, had een tijdje in Spanje gewoond. 

Tien jaar na het vorige bezoek bel ik op 31 mei 2024 weer aan bij Annie en Donald. Annie begroet mij hartelijk en dan zet ik mijn bagage op de wel heel schone kamer (met plastic overtrekken over de stoelen!). De fiets zal Donald later in de garage zetten. Ik ga even naar ‘Cross Stores’, de ‘winkel van Sinkel’ waar werkelijk alles te koop is van levensmiddelen tot haakjes voor op de badkamer. Als ik terug ben bij de B&B zie ik Donald weer.

Tot mijn verbazing laat hij mij op zijn iPad mijn eigen foto’s van tien jaar geleden zien, ook de foto die toen grote indruk op hun had gemaakt, waarop ik na een een struikeling in een verraderlijk gat languit op het hoogveen lig, zie hieronder Ze waren verbaasd dat Petra die foto nam en mij liet liggen, maar zo wilde ik dat toen. 

Tijdens dit verblijf in Cross heb ik niet nog eens geprobeerd deze zware wandeling te maken, door moeilijk hoogveen-land een afstand van bijna 23 km lopen, waarbij de weg wordt aangegeven met groen beschilderde palen: past goed in de natuur, maar oranje of geel was beter geweest. Wel ben ik even naar de vuurtoren gefietst, waar ik mooie Noordse stormvogels kon bewonderen. De Noordse stormvogel heeft een voorraad vet voedsel bij zich in de vorm van een soort naar rotte vis stinkende olie. Om andere dieren (of mensen) te verjagen kunnen ze die troep meters ver uitspugen. Krijg je het op je kleren, dan kan je die wel weggooien. Ik bleef op veilige afstand. Even ging ik naar het strand iets ten Zuiden van ‘Cabuzana’. Het was er weer prachtig. 

 

De infrastructuur was niet veel uitgebreider dan tien jaar geleden. Naast de Cross Stores voor inkopen is er een hotel-restaurant waarvan het restaurant meestal gesloten is. Je kan dan aan de achterkant in de pub wat eten. Toen ik dat de eerste avond deed (lang wachten, omdat ik moest reserveren), werd de pub bevolkt door te dikke zwaar getatoeëerde gorilla’s, die tegen mijn tafeltje aan stonden te rijden. Ik voel me nooit thuis bij de Britse onderklasse. Beter was het de volgende avond toen het echte restaurant eens open was. 

Alle stukjes over deze tocht

 

Echt herfst

Door de natte storm

We hadden toch nog een keer het ouderwetse hotel de Torenhoeve in Nieuw Haamstede geboekt. Het weerbericht zag er zo slecht uit dat we de reis bijna hadden afgezegd, maar dat kon niet meer zonder twee honderd euro te verliezen. Vlak voordat we van huis vertrokken viel er nog een hoosbui en er stond een harde wind. Eind november: zelfs overdag is het niet echt licht en toen wij om vier uur richting snelweg reden, begon het donker te worden. Snel was de snelweg niet: om de twee of drie kilometers files en langzaam rijdend verkeer. Na ruim een uur waren wij Rotterdam voorbij en het weer werd steeds woester. Echt leuk was de rit over de haringvlietdam en de brouwersdam niet. Petra moest  het stuur goed vasthouden om tussen de lijnen te blijven.

Torenhoeve

Nog op tijd kwamen wij bij het vertrouwde hotel aan, waar we in 2011 voor het eerst waren geweest en daarna nog twee keer in 2015 en 2021. Een vriendelijke jonge vrouw uit de Oekraïne checkte ons in. Het was niet nodig geweest een tafel in het restaurant te reserveren, want behalve onze tafel waren er maar twee in gebruik. De Torenhoeve is nog niet echt aan een Michelin-ster toe, maar de middelmatige wild- en visgerechten smaakten ons na deze onaangename rit door de donkere storm toch best goed.

de iconische vuurtoren

Het leuke van een korte vakantie in Nieuw Haamstede is dat je van te voren de wandelroute al precies kent. Er is maar één route mogelijk: door de duinen en het bos naar Westenschouwen en dan terug langs het strand. In principe zou je hem ook omgekeerd kunnen doen, maar dat hebben we nog nooit geprobeerd. Natuurlijk gingen we weer wandelen, maar eerst even ontbijten.

Luide privé-emoties

Het ontbijt was prima: goede koffie, prima brood en beleg. Er was maar één storende factor. Aan een lange tafel zat een groep dames, deelnemers aan een of andere psychologische groepstraining. Stuntelig geformuleerde privé-emoties werden met veel decibels de ruimte in geslingerd, wat weer op overdreven positieve reacties van de lotgenoten kon rekenen. Het zal over iets als rouwverwerking gegaan zijn: psychobabbels waar ik bij mijn koffie met een croissantje nooit behoefte aan heb.

Na het ontbijt zagen wij uit het raam van onze slaapkamer een prachtige regenboog. In de verte regende het dus nog. Toch zou dit bijna de laatste regen zijn die dag. Er stond nog een krachtige wind uit een noordelijke richting.

Donkere wolken, lichte duinen

In de duinen van Schouwen

De tocht naar het Zuiden door de duinen was ook deze keer prachtig. Wij waren er deze keer iets later in de herfst dan de vorige keer, waardoor we minder van de mooie kleuren van de lijsterbes en de kardinaalsmuts konden genieten. Het zonlicht dat af en toe onder de donkere wolken door scheen was daarentegen subliem. Prachtig verlichte duinen tegen een decor van gitzwarte wolken. Hier en daar zagen we sporen van de hier talrijke damherten, maar ze lieten zich niet zien.

In het bos bij Westenschouwen

Geheel volgens verwachting ging  deze duinwandeling weer in een boswandeling over toen we Westenschouwen naderden. Hier en daar stonden er nog bomen met mooie gele bladeren tussen de dennen, maar de herfstkleuren waren al ver over hun hoogtepunt heen.

Woeste schoonheid

In Westenschouwen gingen we bij de rotonde de trap op en af naar het strand, bekend gebied met vele herinneringen, vooral van rond kerstmis 2012, toen we een mooi huisje in Westenschouwen hadden gehuurd en Petra’s moeder op bezoek kwam. Wij gebruikten de lunch van pannenkoek en broodjes kroket in strandpaviljoen De Schaar, terwijl het even zacht regende. Vervolgens ging het, zoals altijd, weer in noordelijke richting langs het strand naar Nieuw Haamstede. Langs de Noordzee dreven krachtige regenbuien voorbij. De regen kwam gelukkig in zee terecht en niet op het strand. De harde wind blies het schuim van de golven en de lage zon scheen af en toe prachtig op de duinen en het strand.

 

Veel meer vogels dan de altijd aanwezige meeuwen, drieteenstrandlopers en aalscholvers zagen we niet. We zagen één zeldzame soort, maar die was dood. Een aangespoelde grote jager, duidelijk herkenbaar aan de witte banen op de vleugels, had waarschijnlijk de vogelgriep niet overleefd. Op het strand lagen opvallend veel resten van zee-egels en hier en daar een blauwe kwal, een zeepaddenstoel. Deze keer liepen we helemaal door tot aan het strandpaviljoen de Strandloper alvorens de duinen over te steken richting de Torenhoeve.

Avondeten, Top Word en ontbijt

Die avond aten we maar niet in de Torenhoeve maar in een iets gezelliger restaurant in Burgh-Haamstede. Na terugkomst in ons hotel speelden wij een partij Top Word, het Franse driedimensionale scrabble dat niet veel Nederlanders beheersen. Wij wel, een beetje, met hulp van online-woordenboeken. Ik stond de hele partij voor, maar verloor tenslotte omdat ik op het laatst de W pakte, geen gemakkelijke letter in het Frans.

Na een uitstekende nachtrust zochten wij een plekje in de ontbijtzaal uit niet te dichtbij het opgewonden geleuter van de depri-dames. Het smaakte nu nog beter.

Nog even wandelen

We maakten daarna een korte wandeling door de duinen naar het noordoosten, door mooie vrij open duinvalleien die als de meidoorns bloeien er nog veel mooier uitzien.

Hier en daar groeiden groepen parasolzwammen, maar de echte paddenstoelentijd was wel voorbij. Bij het strand stond een waarschuwingsbord met daarop informatie over de levensgevaarlijke zandbank waar je in het drijfzand kunt omkomen als je niet door de zeestromen wordt meegesleurd. Wij liepen maar richting zuidwest om onze wandeling af te sluiten bij het mooie strandpaviljoen de Strandloper.

Inmiddels was de wind gaan liggen. De prachtige belichting van de vorige dag kwam niet meer terug. Wel was het uitstekend weer om in de middag naar huis te rijden. Lekker uitgewaaid kwamen we ruim voor het avondeten thuis.

Meer over Schouwen:

Naar Westenschouwen
Onder de Westerlichttoren

________________