Wie in Frankrijk op vakantie gaat, moet eigenlijk altijd de Micherlin-gids goed bestuderen. De aanduiding drie sterren, in de gids zelf ten onrechte bestempeld als ‘vaut le voyage’, betekent in de regel: ga hier niet heen als je niet van toeristen houdt’. We hadden ons al eens (in 2017) laten misleiden door de prachtige beelden van de schilderachtige Abbaye Notre-Dame de Sénanque, schitterend gelegen te midden van de violette lavendelvelden in de Provençaalse heuvels. Google maps heeft er zelfs vier sterren voor over. Omdat wij toen geen parkeerplaats op minder dan anderhalve kilometer konden vinden, zijn wij naar ons hotel in het totaal onopwindende plaatsje Apt teruggereden, waar we ons een stuk meer op vakantie voelden (zie deze blog).
Dat was zeven jaar geleden, dus het werd tijd om weer eens zo’n fout te maken. We waren in het Normandische plaatsje Lyons-en-Forêt, een schitterend plaatsje omgeven door de saaiste beukenbossen ter wereld en het werd tijd voor een cultureel hoogtepunt. Niet ver daarvandaan had de beroemde impressionistische schilder Monet in 1890 een huis gekocht, waar hij de tuinen aanlegde die hij in zijn series schilderijen vereeuwigde. De tuinen werden bijna even beroemd als overbekende schilderijen van waterlelies en bruggetjes.
De tuin gaf Monet de mogelijkheid om minder te reizen en meer te schilderen in de buurt van zijn vrouw en kinderen. Monet, die vooral geïnteresseerd was in de essenties van kleuren en licht, kon hier niet alleen prachtige schilderijen van een geliefd onderwerp maken, maar als tuinontwerper ook zijn eigen onderwerp creëren. Net zoals bij andere onderwerpen, zoals bijvoorbeeld de kathedraal van Rouen, werkte hij met series waarin hij de uitwerking van verschillende soorten licht op zijn tuin kon laten zien. Zo schilderde hij in minder dan twee jaar tijd achttien verschillende schilderijen van waterlelies.
Toen wij op 19 augustus de Monet-tuin in Giverny naderden stond er al een kilometer lange rij mensen te wachten en te praten in Italiaans, Chinees, Duits, Engels en nog veel meer talen. Men was op weg naar één van de iconen van het Franse impressionisme: de waterlelies van Monet en natuurlijk de Japanse brug, die hij meerdere malen schilderde. Wij hadden al een tijdslot geboekt en konden deze file dus inhalen. De tuin zag er nog steeds prachtig uit, helemaal in de stijl van Monet, geen strak aangelegde tuin, maar bonte patronen van allerlei op speelse manier gegroepeerde bloemsoorten met verwante of juist contrasterende kleuren. De tuin van Monet is, ook nu nog, zelf een schilderij dat ‘kleuren’ als onderwerp heeft.
De schilderijen van Monet stralen een prachtige rust en harmonie uit. Als je als één van de 700.000 jaarlijkse bezoekers even alleen naar het water, de waterlelies en het riet kijkt, zie je nog steeds dezelfde rust.
Kijk je iets verder naar wat zich op de bruggetjes en de paden langs het water afspeelt, dan verandert het beeld drastisch: de bezoeker lijkt niet werkelijk in de impressionistische wereld van Monet geïnteresseerd te zijn, maar wil zelf middelpunt van zijn eigen schilderij zijn, de hoofdrolspeler van selfie: ik bij de waterlelies van Monet.
Hij wil zelf degene zijn die vanaf de Japanse brug de tuin inkijkt. Het was daarom wel dringen bij de bruggetjes. Van de brug zoals Monet hem zag, is niets meer over. De diepe rust van toen is vervangen door de oppervlakkige opwinding van het selfie-publiek.
Van een bezoek aan het huis van Monet zagen wij maar af. Nog een uur in de rij staan om vervolgens met te veel mensen door te nauwe gangen te worden geperst, daar hadden wij geen zin in.
Gelukkig was er in het naast de tuin gelegen ‘Musée des Impressionismes’ een prachtige tentoonstelling van de Japanse kunstenaar Hiratmatsu Reiji, die zich had laten inspireren door de waterlelieschilderijen van Monet. Reiji schilderde grote doeken met Japanse technieken en Japanse pigmenten, in een typisch Japanse en absoluut niet impressionistische stijl. Toch gebruikte hij heel mooi veel elementen uit de schilderijen van Monet, zoals de vorm van de waterleliebladen of het visuele ritme van de bamboestengels. In dit museum heerste de rust die we bij de tuinen wel gemist hadden.
_____