Natuur aan het Haringvliet
Ik zou hier ongeveer hetzelfde verhaal kunnen schrijven als veertien dagen geleden: over de door de mens geschapen natuur in Nederland. Maar dat zou een herhaling van zetten zijn. Toen gingen we met de Vogelwerkgroep naar de Hellegatsplaten, een stuk nieuwe natuur vlakbij het Hellegatsplein aan het Volkerak. Nu gingen we naar de Beninger Slikken aan het Haringvliet. Beide ‘natuurgebieden’ zijn ontstaan op de drooggevallen slikken in de afgedamde inmiddels zoet geworden wateren van de Delta. De verschillen tussen beide gebieden zijn toch groter dan je zou vermoeden. Hier een eerste indruk.
Getijden en zout in de afgesloten delta De natuur van de Zuid-Hollandse en Zeeuwse wateren is grotendeels ontstaan als gevolg van de grote veranderingen door de Deltawerken na de watersnoodramp van 1953. Die werken vonden tussen 1954 en 1997 plaats. Voor de natuur zijn de belangrijkste veranderingen natuurlijk het grotendeels verdwijnen van de getijdebeweging en het verdwijnen van zoute en brakke wateren. De natuur is nog lang niet op alle plekken in evenwicht gekomen.Terwijl vroeger het zoute Noordzeewater vrij de delta in en uitstroomde en zich vermengde met het water van de grote rivieren, is er nu een situatie met heel verschillende regimes ontstaan, met betrekking tot zowel het getijde als het zoutgehalte. Verschillende Combinaties
Het Hollandsch Diep en het Haringvliet hebben een heel licht getijde van minder dan 40 cm en zijn volledig zoet. Het Volkerak heeft geen enkel getijde en is sinds de aanleg van de Philipsdam volledig zoet geworden. Een wereld van verschil is de Grevelingen, waar het water zo zout is als op de Noordzee, maar zonder enkel getijde. Op de Oosterschelde zijn zowel zoutgehalte als getij op ouderwets niveau. De figuur en de tabel zijn gebaseerd op informatie van Rijkswaterstaat: https://waterinfo.rws.nl/#!/nav/publiek/ Waterhoogte in cm boven of onder NAP. Twee getallen geven 'eb' en 'vloed' aan.
De excursie


Met dertien vogelaars reden wij naar het parkeerterreintje bij dit natuurgebied. Veel details over de vogels zal ik hier niet geven. Een lijst van vogels staat wel in het officiële verslag van de Werkgroep. Zo interessant is zo’n lijst ook weer niet. In zo’n gebied kan je verwachten dat de lijst met Aalscholver begint en, als je geluk hebt, eindigt die niet met Zwarte kraai maar met Zwartkopmeeuw. We hadden geluk.
Het is een mooi open land met brede kreken en daarin mooie droogvallende gedeelten. Het is toch geheel anders dan bij de Hellegatsplaten waar een leger van gevaarlijke heckrunderen de zaak open moet houden. Blijkbaar is hier het beetje getijdebeweging van zo’n 40 cm gecombineerd met variaties in de aanvoer van rivierwater (en de nodige aanvullende beheersmaatregelen) genoeg om hier nog voldoende dynamiek te behouden. Natuurlijk vind je hier de vogels, de planten en de vlinders die bij het landschap horen. Het zou vreemd zijn als je hier geen bruine kiekendieven zag vliegen en nog vreemder als er geen rietzangers en rietgorzen waren.

Dat we nauwelijks blauwborstjes hebben gezien, kwam door de harde wind, maar ze waren er in grote hoeveelheid. Het was leuk om nog eens goed naar de groenpootruiters op de slikken te kunnen kijken. Ik kende die vogels eigenlijk nog niet goed. We wandelden door een Nederlands ‘natuurgebied’: alles vrijwel perfect in orde, inclusief het handbediende pontje en het mooi aangelegde wandelpad. Maar dat de bouwers van vogelhutten nog steeds niet begrijpen op welke hoogte er kijkgaten voor een telescoop moeten zitten, konden we ook hier weer zien.
Land, water en slikken aan het Haringvliet Aan de Zuidkant van Voorne en de Hoekse Waard liggen, gescheiden door de rivierarm het Spui (ontstaan toen bij de stormvloed van 2 november 1532 een dijk bij de oude Maas het begaf), twee natuurgebieden op de slikken van het Haringvliet, de Beninger Slikken en de Korendijker Slikken. Het Spui is de scheiding tussen Voorne-Putten en de Hoeksche Waard. Er liggen geen bruggen overheen. Even van de Beninger naar de Korendijker Slikken overwippen kan niet als je geen boot hebt. Met het Spui is iets geks aan de hand: het is de enige rivier waarvan de loop door de Deltawerken omgekeerd is. Voerde het vroeger rivierwater aan naar het Haringvliet. Nu stroomt er het zoet water door vanaf het Haringvliet naar Oude Maas en Nieuwe Waterweg.Een zijrivier van het Spui is de Bernisse, de grens tussen de eilanden Voorne en Putten (hiernaast op een kaart uit 1645 zijn Haringvliet, Bernisse met 't Suydland, Spui en Oude Maas zichtbaar). In de Middeleeuwen was het een belangrijke verbinding tussen de Brielse Maas en het Haringvliet, maar na de Sint-Elizabethvloed van 1421 verzandde de Bernisse en uiteindelijk was scheepsvaart niet meer mogelijk op een ondiepe sloot van een paar meter breed. Maar tussen 1976 en 1979 werd de Bernisse weer uitgegraven en verbreed. Het werd een honderden hectare groot recreatiegebied. Na de Deltawerken stroomt er door de kreken en over de Slikken aan het Haringvliet zoet water en is er een heel beperkt getijde. Dat kan in de toekomst nog wel iets veranderen. In 2000, nam de toenmalige regering het zogenaamde Kierbesluit, het besluit om de Haringvlietsluizen in beperkte mate open te stellen en zodoende iets meer eb- en vloedbeweging en iets meer zout in het Haringvliet toe te laten. Vanzelfsprekend waren en zijn hier allerlei belangen mee gemoeid, van scheepsvaart, landbouw en zoetwatervoorziening tot natuurbescherming zodat de het bijna 20 jaar duurde voordat voorzichtig aan de uitvoering begonnen werd. Af en toe staat de kier nu open. Het motto is “Lerend Implementeren”. Misschien dat het tenslotte iets voor het getijde in de Beninger en Korendijker Slikken zal betekenen. Maar omdat er afgesproken is dat het Haringvliet ten Oosten van de Spuimonding niet zouter mag worden, kunnen we met zoetwater bij de Slikken blijven rekenen.
Naar Zuidland

Na de excursie reden we naar het mooie plaatsje Zuidland, waar we in het mooie historische oude centrum warme dranken en appeltaart met slagroom nuttigden. Wij zaten op een prachtig terras bij een uitspanning aan de Ring. Waar nu de vijver in de Ring is, lag al in de 14e eeuw de haven aan een vertakking van de Bernisse. Bij de haven ontstond de plaats Zuytland. Het werd een belangrijke handelsplaats, maar heeft nooit stadsrechten gekregen. Als haven aan de verzande Bernisse verloor de plaats zijn betekenis, maar toch bleef het tot de Tweede Wereldoorlog groter dan Spijkenisse dat pas vanaf de jaren vijftig Zuidland snel zou inhalen.

____