Een zomerdag in april

April doet wat hij wil

Na gigantische regenbuien met harde wind, afgewisseld door prachtige momenten met zonneschijn bij zo’n graad of tien, zat vandaag de temperatuur behoorlijk in de lift. Het was al snel twintig graden en het zou bijna vijfentwintig graden worden. Wat onwennig stap ik zonder jas op de fiets, op mijn hoofd een petje en geen muts. Het lijkt wel zomer.

Ik fiets door Warmond over de weg die zo smal is dat auto’s geen fietsers kunnen passeren, maar ik ben altijd bang dat ze het toch een keer gaan proberen. Even later zet ik mijn fiets op de parkeerplaats van Huys te Warmond op slot en loop het park in. In het voorjaar van twee jaar geleden zag je en hoorde je heel veel boomklevers vlakbij de parkeerplaats, maar ze zijn er dit jaar niet of nog niet.

Geen appelvinken

Dan loop ik maar door naar de plek met de prachtige bijzondere bomen en het plasje waar in de zomer veel libellen zitten. De laatste weken worden hier veel appelvinken waargenomen. Een paar weken geleden heb ik met veel geduld een exemplaar (niet al te best) op de foto gekregen. Ik loop meer dan een half uur te zoeken of ik ze deze keer weer aantref. Dan realiseer ik me plotseling dat ik zo niet van de natuur wil genieten.

Ik zet die appelvinken maar even uit mijn hoofd. Die fixatie op wat je wil zien, gaat altijd ten koste van tijd die je veel beter kan gebruiken voor allerlei ongeplande ervaringen. In plaats van urenlang geen appelvinken te zien, ben ik eens goed gaan kijken en luisteren naar alles wat ik wel tegenkwam en dat was zeker niet weinig.

Puur genieten

In de eerste plaats geniet ik op deze plek van de prachtige bijzondere bomen met hun bijzondere vormen, zoals grote taxusbomen met krom gegroeide stammen, watercipressen en meer. In elk jaargetijde en bij elke weertype zien ze er anders uit. Het lijkt nu wel zomer, maar toch is het nog echt voorjaar. Heel veel bomen zijn nog nauwelijks uitgelopen en het prille groen dat je wel ziet, is nog heel licht.

Vogels in alle maten

Veel echte zomervogels moeten nog komen. Zo hoorde ik nog geen enkele zwartkop, maar je hoort heel veel tjiftjaffen, roodborstjes, vinken. koolmezen, pimpelmezen en overal luidruchtige grote bonte spechten.  Ergens in het park zie ik er meer dan tien rusteloos rondjes achter elkaar aan vliegen. Zoals gewoonlijk hoor ik af en toe een groene specht, maar zie hem niet.

Boven in de bomen zijn blauwe reigers in de weer met takken voor hun nesten. Natuurlijk dragen halsbandparkieten hun partij bij aan het vogelconcert. Altijd sta ik weer verbaasd over de hoeveelheid geluid die een van de kleinste vogeltjes van het bos, het winterkoninkje, kan voortbrengen. In het water zwemmen wilde eenden, meerkoeten en futen.

Futennest in het park

Vlinders

De insectenwereld komt gelukkig snel op gang. Hier en daar vliegen dikke hommels (de koninginnen wellicht) en er zijn overal vlinders: citroenvlinder, dagpauwoog en het bonte zandoogje. Wellicht ook nog andere insecten, maar ik heb er niet op gelet. Het duurt nog tot in mei voordat ik hier op libellenjacht kan.

Na een paar uur kijken, luisteren en af en toe een foto maken, kom ik thuis. Het was prachtig. Ik ga niet schrijven over wat ik niet gezien heb.

____

 

Print Friendly, PDF & Email

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *