Aardsterren, eekhoorns en vogels op Voorne

Op de vijfde dag van de schepping had God best veel te doen:
“God liet het water wemelen van levende wezens, en boven de aarde liet Hij vogels vliegen. En God zegende hen, opdat de vogels en de vissen talrijk zouden worden.”

Dat is hem best goed gelukt, zeker als je bedenkt dat hij het allemaal op één dag voor elkaar moest krijgen. Toch is het ene vogeltje beter gelukt dan het andere, esthetisch gezien tenminste. Volgens mij verdienen de volgende (niet al te zeldzame) vogeltjes wat kleuren betreft een plaats in de top vier: het ijsvogeltje, de roodborsttapuit, het puttertje en het baardmannetje. Jammer voor de meerkoet. Die is talrijk, maar mooi? Op Voorne hebben wij  ze gezien, die kleurrijke top vier!

Met zwaar geschut

Op deze mooie zonnige zondag hebben we met twee groepen van vier mensen, allen leden van de Vogelwerkgroep Leiden, door de duinen en over de slikken van Voorne  gewandeld en daarbij hebben we genoten van de resultaten van die vijfde dag.

Bij het Quakjeswater

Daar stonden we dan met zijn twee maal vieren op de parkeerplaats bij het Quakjeswater op het Zuidwesten van Voorne. Wij liepen naar het observatiepunt aan het water. Een mooie grote grote zilverreiger (niet kleine, want die kenmerken had hij niet) zat fotografievriendelijk in de zon. Niet ver daarvandaan zwommen zwarte zwanen. Er werd geopperd dat zij een nest zouden hebben in november. Het leek mij sterk, maar het zou het gevolg kunnen zijn van een genetisch ingebouwde jetlag van 6 maanden. Dat kan je wel hebben met dieren van het Zuidelijk halfrond, werd er gezegd. Er was niet zoveel te zien, maar één vogelaar uit een der groepen (Stan?) ontwaarde op een halve kilometer afstand een dodaarsje. Je moet het maar kunnen.

Judasoren

We wandelden een rondje om het Quakjeswater en door de omliggende bosjes. Ergens zagen we leuke staartmeesjes.  Waar we puttertjes zagen, kan ik mij niet meer herinneren, maar we hebben er wel een gezien.

We zagen niet alleen vogels. Af en toe raakten we gevaarlijk ver van onze centrale missie als vogelwerkgroep, maar leuk was het wel. Interessant waren de Judasoren, leuke (eetbare) paddenstoelen, die als oren aan de boomstam hangen. De naam verwijst naar Judas, die zich na het verraad van Jezus aan een vlier ophangen zou hebben. Zo komt in dit verslag naast het Oude ook het Nieuwe Testament aan bod.

Niet lang hierna zagen we een mooie rode eekhoorn boven in een boom. Hij had het druk met het eten van rozenbottels. Daar blijken ze dus van te houden.  Het zijn dan misschien geen vogels, maar een beetje vliegen kunnen ze wel, van boom tot boom. De discussie in de twee groepen concentreerde zich nog even op vliegende zoogdieren, inclusief het vliegend hert, wat echter een kever bleek te zijn.

Aardster

Even later zagen we een prachtige aardster. Marianne liet zien hoe een grote hoeveelheid sporen uit het bolvormige reservoirtje bovenop deze rare paddenstoel gelanceerd wordt als je er even op drukt. Ik kreeg een paar duizend sporen in mijn neus door het experiment.

Zieke buizerd

Niet lang voordat we weer bij onze parkeerplaats kwamen, zagen we een buizerd van heel dichtbij. Hij zat in het bos en had niet echt de energie om ver weg te vliegen. Het beest was niet gezond, zo te zien. Vogelgriep?

Even later verlieten wij de Zuidkant van dit eiland en reden met een groot aantal auto’s naar Oostvoorne en verder naar het groene strand.

Baardmannetje

Prachtige rietvelden overal. In de zomer moet het hier wemelen van karekieten, rietzangers en rietgorzen, maar ook nu was het er de moeite waard.

Vanaf het mooie pad door dit gebied zagen wij schitterende baardmannetjes. Alleen dit al was de reis waard geweest. Ook zagen we ergens de roodborsttapuit.

Het laatste gebied dat wij met een bezoek vereerden, was het voormalige autostrand vlakbij de Slikken van Voorne. Ik kwam hier al in de vroege jaren tachtig regelmatig, maar wat is het er veranderd!

Natura 2000-gebied Slikken van Voorne

De slikken raken steeds meer begroeid. Hier en daar zie je duinvorming. Omdat de slikken zelf verboden terrein zijn, staan en zwemmen de vogels vrij ver weg. Gelukkig had ik een telescoop bij me. Je hoorde de wulpen en als je goed keek, zag je ze ook, samen met scholeksters, tureluurs, zilverplevieren en een enkele bonte strandloper en  drieteen. In het water zwommen veel wintertalingen maar ook prachtige pijlstaarten, helaas wel vrij ver weg. Heel ver weg zat een ijsvogeltje. Je moest wel heel goede ogen hebben om hem te ontdekken, maar Ron Ousen heeft die blijkbaar. Daarmee konden we de top vier in ieder geval noteren voor deze dag.

De laatste badgasten?

De zon kwam steeds dichter bij de horizon, zoals dat in november rond een uur of vier wel vaker gebeurt. We liepen nog even een heel klein stukje de duinen in en kwamen bij een mooi uitzichtpunt. Mooie gekleurde luchten, prachtige slikken en waterplassen waarin de nog blauwe lucht en verlichte wolken reflecteerden. Het was mooi geweest. Naar huis.

Herfstlucht boven de slikken van Voorne

 

_______

Route rond Quakjeswater
Groene strand (rechtsboven) en Slikken van Voorne (linksonder)

We waren hier wel eerder met de vogelwerkgroep. Zie het verslag uit 2017.

P.S.


Ik heb niet naar volledigheid gestreefd. Ik heb ook geen lijst van waarnemingen gemaakt. Er ontbreekt best wel wat, zoals hier en daar een lepelaar, mantelmeeuw of een torenvalk. Ik heb opgeschreven wat ik mij herinnerde.

P.S. 2

In werkelijkheid duurde het ontstaan van de vogelsoorten wel iets langer dan die ene dag uit het mooie scheppingsverhaal. Het is tegenwoordig onomstreden dat vogels tot een brede groep van dinosauriërs behoren. In 1861 werd een fossiel van een archaeopteryx ontdekt, één van de eerste vogels die 150 miljoen haar geleden, in de periode van het Krijt, leefden, naast allerlei andere dieren uit de dinosauriër-families. Aan het eind van het Krijt stierven de meeste van deze dieren uit. Vogels en krokodillen bleven bestaan. Al onze vogels behoren tot de zogenaamde Neornithes, die rond 120 miljoen jaar geleden ontstonden dus nog ruim voor het grote uitsterven van 65 miljoen jaar geleden. Een aantal soorten heeft die ramp blijkbaar overleefd. De 'vijfde scheppingsdag' (als we ons tot de vogels beperken) heeft tientallen miljoenen jaren geduurd vanaf het moment dat de eerste dinosauriër een vogel werd. 

R.

Print Friendly, PDF & Email

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *