Zeventig!

Jarig

Vandaag, 12 september 2018, ben ik 70 geworden. Nu is 70 ook maar een getal en betekent niet zo gek veel behalve dat ik alweer iets ouder ben dan 60 of 65.

Geleidelijk gepensioneerd

Een nieuwe verrekijker voor mijn 70e verjaardag

Tussen mijn 65e en nu ben ik stap voor stap iets meer het leven van een gepensioneerde gaan leiden. Eigenlijk was ik dat niet van echt plan, want in mijn werk deed bijna nooit iets wat ik niet leuk vond. Ik dacht: waarom zou ik nu onbetaald vrijwilligerswerk gaan doen, terwijl ik nog steeds goed betaald plezier maak in mijn advieswerk? Toch nam het geleidelijk af: klanten werden ouder, thema’s werden minder actueel en tenslotte werd ik minder financieel afhankelijk: huis afbetaald, vrouw met een baan, bescheiden pensioen en wat spaargeld.

 

Deze blog: voortaan mijn enige website

Ik ben nog steeds in voor een adviesklus en vooral voor meedenken met anderen om dingen op te zetten. De grote projecten met eigen management-verantwoordelijkheid zijn nu wel voorbij. Om die reden sloot ik 5 jaar geleden mijn kantoor in de binnenstad van Leiden. Op 12 september heb ik mijn zakelijke website gesloten. Hij blijft beschikbaar als archief, maar hij wordt nooit meer geactualiseerd.

Vanaf heden is deze blogsite mijn website. Daar schrijf  ik over alles wat mij interesseert. Er is geen scheiding meer tussen werk en vrije tijd, tussen ernst en satire en ook niet altijd meer tussen fantasie en werkelijkheid.

Leiden, 12 september 2018

 

Als wij versleten zijn, halen ze een nieuw team – de heerlijke wereld van Coolblue

Miele – er is geen betere

Na negentien jaar was het dan zo ver. Negentien jaar had de stevige machine met de bekende Duitse degelijkheid van Miele hard voor ons gewerkt. Miele, er is geen betere. Geconstrueerd in Duitse fabrieken met Duitse onderdelen met Duitse discipline. Gekocht in 1999, toen Hans nog net geen negen was en Saskia net zeven. Heel wat shirts en broeken met tomatensaus, bekers chocolademelk en fritessaus zijn door deze machine weer toonbaar gemaakt, om maar te zwijgen van geurende remsporen in onderbroeken en het gefermenteerde zweet in sporthemden. Zo’n wasmachine is een huisgenoot. Je weet dat hij er is en je bent dankbaar voor zijn werk als je op de achtergrond de trommel langzaam heen en weer hoort draaien, een draaiing die af en toe plotseling in centrifugegeweld kan overgaan.

Toch was onze huisgenoot de laatste tijd zichzelf niet meer. Hij besloot onder invloed van slecht verdeelde hoeslakens, met daarin kluwens onderbroeken en hemden, gewoon door de zolder te gaan wandelen. Stampend bewoog hij zich langzaam maar zeker over de grond, om dan door een of ander veiligheidsmechanisme weer tot de orde geroepen te worden. Ook begonnen er sporen van lekwater te verschijnen. Hij begon op een oude man met urineerproblemen te lijken. Waar het vocht vandaan kwam, willen we eigenlijk liever niet weten. Dankbaar voor achttien jaar trouwe dienst hebben we zijn vervanger besteld. Met één muisklik en een bevestiging op de ING-app werd hij op dinsdag rond negen uur ’s avonds besteld.

Alles voor een glimlach

Nog eerder dan de aangekondigde tijd gaat de telefoon van de Coolblue-bezorger. “Wij komen er over tien minuten aan. Op welke etage moeten we zijn? Moet er een oude machine mee?”. Ik zeg “derde etage”, maar bedoel “tweede etage”. Ja, het oude lijk moet naar het kerkhof. Even later stopt de auto voor onze deur. Ik zie één jonge vent uitstappen. Ik zeg “Ik hoop dat je niet alleen bent, want dit kun je alleen zeker niet tillen”. “Klopt, dat kan ik niet. Daarom helpt u mee. Anders gaat het niet.” Ik begin uit te leggen dat hiervan geen sprake van kan zijn en dat volgens het contract de levering tot aan de zolder moet plaatsvinden. Hij begint hard te lachen: “Grapje!”. De collega komt achter de auto tevoorschijn. “Moet ik u even wijzen waar het is?” Daar hebben ze geen tijd voor.

COOLBLUE: Alles voor een glimlach

Meteen met het zware gevaarte naar boven lopen, aansluiten en met de nog veel zwaardere oude machine naar beneden. Meer dan zes minuten mogen ze er niet over doen. Ik maak me zorgen over de ruggenwervels van deze jonge kerels en vraag eerst: “Krijgen jullie daar nog een training in, hoe je moet tillen en lopen?”. De vraag wordt ontkennend beantwoord.

Als wij versleten zijn …

Ik grap nog: “Jullie hebben geen sport meer nodig”, waarop ogenblikkelijk een ontkenning volgt: “Dat hebben we wel nodig om onze kromme botten weer recht te krijgen!”. Voorzichtig vraag ik of er wel eens collega’s aan het werk bezwijken. Eerst krijg ik geen duidelijk antwoord. Even later: “Ja, wij doen dit werk een paar jaar en dan zijn we versleten. Als er een ploeg versleten is, dan komt er een verse ploeg.” Ik ben bang dat er op zijn minst een kern van waarheid in zit.

Als de mooie Coolblue-auto de straat uit rijdt, op weg naar de volgende 30 of 40 adressen, staat de energiezuinige en milieuverantwoorde machine fluisterstil een proefwasje te draaien. Mijn geld is nog niet op. Ik heb wel zin om nog iets te bestellen. Maar ik heb nog tot elf uur ’s avonds de tijd. Als ik de bestelling dan aangeklikt heb, kunnen de inpakmedewerkers, terwijl ik lekker slaap, de spullen klaar gaan zetten. Mooie wereld.

Suggestie om verder te lezen:

James Bloodworth, Hired: Six Months Undercover in Low-Wage Britain, Kindle-editie, maart 2018

Als je dit boek hebt gelezen, schaam je je voortaan voor elke bestelling bij Amazon of soortgelijke webwinkels. Overigens heb ik het boek gekocht bij …. Amazon.

P.S. Wij denken nog veel te veel in termen van onze ontwikkelde wereld versus de misstanden in ontwikkelingslanden, maar wie goed kijkt wat er aan de hand is, ziet dat arbeidsomstandigheden bij ons (zoals bij Amazon in de UK) slechter zijn dat wat wij ons zelfs bij veel minder ontwikkelde landen kunnen voorstellen. Inmiddels zijn er textielfabrieken in Bangladesh (bijvoorbeeld in de Korean Export Production Zone) die meer respect tonen voor hun werknemers dan onze gewetenloze internethandelaars. Economieën in ontwikkelde landen en in zogenaamde ontwikkelingslanden groeien naar elkaar toe en wel in beide richtingen.

Het depressieve leven van een zeepok

Als zeepok vastgelijmd aan de ondergrond – dat moet maar eens voorbij zijn

Een bijzonder diertje
Belanus perforatus – Foto Fitis-Sytske Dijksen (http://www.freenatureimages.eu)

De zeepok is een bijzonder interessant diertje. Het leven van de zeepok begint als het uit een bevrucht eitje komt. Het is dan een vrij zwemmend kreeftje, ook wel de nauplius genoemd. Het kreeftje zwemt zo’n zes maanden vrij rond en gaat dan op zoek naar een vaste verblijfplaats. Na een zoektocht van een paar dagen tot een week, hecht het zich met een soort lijm vast aan het oppervlak van een steen of een paal en dan is het met de beweeglijkheid gedaan. Daar zit hij dan op een vaste plek. Hij verandert in de cypris, de zeepok die we allemaal kennen. Hij kan zijn pootjes nog wel bewegen om eten naar binnen te trekken, maar van plaats kan hij niet meer veranderen.

Help, ik word een zeepok!

Hoewel ik in principe nog steeds vrij kan rondlopen, begin ik toch steeds meer eigenschappen van de zeepok in het tweede stadium te krijgen. Ik heb mij hier vastgelijmd aan het koophuis in de Merenwijk. Men dreigt nu onze directe omgeving door dwaze ontwikkelingsplannen te gaan verpesten. Zie daarvoor de vorige blog. Samen met de andere zeepokken in de straat kom ik in opstand. We roepen in koor: “een schandaal!” en blijven lekker aan onze basaltblokken vastkleven. Een ander uitzicht dan op de dijk met de populieren kunnen wij ons niet meer voorstellen. Over wegzwemmen denken we niet eens. Die gave hebben we allang verloren sinds wij ons hier als jonge nauplius hebben vastgezet.

Mijn eerste verhuizing in Utrecht: van de Croeselaan naar de IBB-laan (1969)

Dat is wel eens anders geweest! Wat heb ik toch heen en weer gezwommen als nauplius sinds het moment dat ik in Den Haag geboren werd in 1948. Een eerste inventarisatie levert 15 adressen op. Het kunnen er wel een of twee meer geweest zijn. De kortste verblijftijd is een paar maanden (in Groningen op de vlucht voor relatie-ellende). De langste verblijftijd is 26 jaar: aan de Rivierforel waar ik toch wel bijna het vastzittende zeepokstadium bereikt heb.

Toch maar het zwemmen niet verleren

Ik heb besloten dat ik maar weer eens leer bewegen. Wie weet blijf ik hier nog 15 jaar zitten, maar als het nodig is zwem ik weg. En als het niet nodig is, blijf ik lekker van deze plek genieten. Van een zeepokkenexistentie word je alleen maar depressief. Het gevoel niet meer weg te kunnen. Nergens voor nodig.

PS

Een echte zeepok ben ik nog niet geworden. Ik was dan niet alleen tweeslachtig geweest, maar ik had in de paartijd een piemel gehad van 7x mijn eigen lengte, meer dan 12 meter! Ik had dan vastgekleefd aan de bank en kijkend uit het raam met gemak de buurvrouw kunnen bevruchten, maar we hadden elkaar nooit kunnen zien. Toch geen echt leuk idee.

 

Tijd duur Adres
1948-1949 1 Den Haag
1949-1954 5 Groningen, Grote Lelystraat
1954-1960 6 Ede, Arnhemseweg 53
1960-1967 7 Ede, Nieuwe Kazernelaan 73
1967-1968 1 Bosch en Duin, Biltseweg 29
1968-1969 1 Utrecht, Croeselaan 144
1969-1973 4 Utrecht, IBB-laan 41 k. 358, later k. 360
1973-1974 <1 Groningen, van Heemskercklaan
1974-1976 2 Groningen, Nieuwstraat 73
1976-1978 2 Groningen, v.d. Waalsstraat 1A
1978 <1 Groningen, Haydnlaan 5 (?)
1978 <1 Groningen, Taco Mesdagplein ..
1978-1985 7 Leiden, Breestraat 38
1985-1992 7 Leiden, Morssingel 197
1992-2018….. >26 Leiden, Rivierforel 45

Beleidshallucinaties

Iedereen die mij kent, weet dat ik onuitstaanbaar word als ik serieus probeer te zijn. Ik ben de laatste twee weken voortdurend onuitstaanbaar, maar dat is niet mijn eigen schuld. Het is de schuld van ongeremd hallunicerende beleidsambtenaren en hun leeghoofdige consultants. Wat is er gebeurd? Ik denk dat het ongeveer zo gegaan is.

De wethouder van Recreatie, Natuur en Andere Onbelangrijke zaken zit achter zijn bureau in Warmond. Hij heeft zijn dag niet en kijkt uit het raam. Op zijn bureau liggen stapels papier, onder meer van de Provincie. Die provincie heeft aan zijn mooie gemeente Teylingen het beheer over nogal wat stukken land gegeven en daarbij een smak geld om een en ander op te leuken, te ‘ontwikkelen’ zoals dat in beleidsjargon heet.

Kijkend uit het raam schiet hem niets zinvols te binnen. Tja, een fietspad misschien, nog een wandelroute en een vogelkijkscherm, maar veel verder reikt zijn fantasie niet. Dan maar een stelletje beroepsfantasten van een adviesbureau inhuren. Hij pakt zijn mobiel en belt zijn contact bij Arcadis.

-“Hallo, met de Wethouder. We moeten praten!”
-“Zeg het maar, wat is probleem?”
– “Een ernstig probleem! Ik heb een bak geld op mijn bureau liggen.”
– “Wij zien dat nooit als een probleem, dat weet je! We kennen elkaar al langer, toch?”.
– “Ik moet dat geld proberen op te maken aan veranderingen in natuur, landschap en recreatie. Hebben jullie een idee?”
– “Zodra er geld is, hebben we altijd een idee. Het leuke is dat ons bureau Arcadis is voortgekomen uit de Heidemij. De Heidemij was ooit kampioen vernielen van natuurgebieden. Woeste gronden heetten ze vroeger. We doen te weinig met dat verleden. Hebben jullie daar bij Warmond nog wat woeste gronden voor ons? Dan kunnen we die, bouwend op een rijke traditie, naar de donder helpen!”
– “Ik wist dat je een weer zo’n geniaal idee zou hebben, maar dat het zo goed zou zijn, daar had ik niet op gerekend!”
– “Laten we spijkers met koppen slaan. Ik heb hier toevallig een paar consultants lopen die werkelijk helemaal niets met rust, ruimte en natuur hebben. Ze kunnen daarom heel creatief met het landschap omgaan, ongehinderd ook door kennis. Tja, we hebben wel eens biologen in dienst gehad, maar die beginnen te zeuren bij elke bomenrij die je wilt rooien. Dat is niet bevorderlijk voor een creatieve cultuur in ons bedrijf.”
– “Kom morgen meteen even langs met die lui. Dan gaan we aan het werk. Ik kan je de contouren van de opdracht al even doorgeven. Maak voor ons een visie, waarin alles verandert en waarin we gegarandeerd dat provinciegeld over de balk kunnen gooien.”
– “Ik kom morgen om 10:00. Het hoeft niet lang te duren. We weten al waarom het gaat.”
– “Misschien goed om die consultants al vast een lijstje mee te geven met de minimumeisen aan het eindrapport. Je krijgt de opdracht als je de volgende woorden elk minimaal 50 maal gebruikt: rust, ruimte, kwaliteitsimpuls, samenwerking, harmonie, natuurbeleving, samenspel, betrokkenheid en nog een paar, maar die schieten me even niet te binnen.”
– “Uitstekend, tot morgen!”

Het resultaat is bekend. Een waanzinnig plan en een brochure waar de honden geen brood van lusten. Na een slapeloze nacht heb ik mij aangesloten bij het massale verzet tegen deze onzin. Mijn bijdrage is een akelig serieuze website. [toevoeging 2020: deze website heeft indertijd zijn nut gehad, maar wordt niet meer onderhouden. Het eigen internetdomein is in 2019 opgezegd. Een kopie van de laatste versie van die website staat alleen nog op mijn eigen server].