Het stekje van Oma

Ergens tussen 1968 en 1970 bezocht mijn in Zwitserland wonende vader zijn moeder in Den Haag Daarna kwam hij ook even bij mij in Utrecht langs. Ik woonde op de tweede etage van studentenflat Ina Boudier Bakkerlaan 41, afgekort IBB 41, eerst op kamer 358 en daarna op kamer 360. 

Waarschijnlijk kreeg ik van hem wat geld om mijn kamer wat gezelliger te maken. Hij had ook nog een ander cadeautje bij zich, een stekje van de lidcactus van zijn moeder.Ik zette het een pot met voldoende grond en het bleek geen moeilijke plant. Mooi kan je die plant niet noemen, behalve in de zeldzame gevallen dat hij eens zo vriendelijk is te gaan bloeien.

Op een van de zeldzame foto’s van mijn kamer kan je zien dat er rond 1970 al een plant met bijna 25 ‘leden’ uit ontwikkeld was. Niet lang daarna verhuisde ik naar Groningen. Een flatgenoot reed mij en al mijn spullen in een personenauto naar het Noorden. De lidcactus zal wel een van de weinige planten zijn geweest die ik had meegenomen.

Groningen, Nieuwstraat rond 1973

In Groningen woonde ik eerst op een ongezellige studentenflat en daarna op een kamer in een klein huisje op de Nieuwstraat. Op een foto uit die tijd zie je niet alleen een mandoline aan de muur en een gezellig ronde tafel met daarop de Volkskrant maar ook de lidcactus van het stekje van mijn grootmoeder met daarnaast een gieter. Op een andere foto uit die tijd zit mijn piepjonge kat gezellig op tafel en er ligt een krop sla in een krant verpakt op een stoel. Op de tafel de lidcactus van Oma, nog steeds in de pot van piepschuim uit 1972.

In Groningen woonde ik nog op drie andere adressen voordat ik in 1978 naar de Breestraat in Leiden verhuisde. Op een foto uit 1983 is te zien dat mijn plant uit 1970 nog steeds kerngezond was. In Leiden verhuisde ik nog twee keer, eerst naar de Morssingel en toen naar de Rivierforel in de Merenwijk. De lidcactus verhuisde mee. Af en toe maakten we een stekje en soms hadden we meerdere exemplaren van deze oeroude plant. Het leek goed te gaan totdat in begin 2024 door algehele verwaarlozing de plant bijna op sterven lag.

Dat mijn Oma, geboren in 1894, al in 1991 overleed, daar was natuurlijk niets aan te doen, maar dat hoefde met haar plant natuurlijk niet te gebeuren. Ik sleepte zware hulptroepen aan: bodemaaltjes die zich aan de eieren van potgrondvliegjes te goed doen, nieuwe potgrond en nieuwe potten. Op de vloer van mijn kamer stond nu en lidcactuskwekerij met in elke pot armzalige stekjes van één of twee van de wegkwijnende plant overgebleven leden.

Het was spannend, maar na een paar weken tijd hadden zich al meerdere stekjes in de goede richting ontwikkeld. De plant zou ik wel weer terugkrijgen, maar mijn Oma bleef dood.

Met dit laatste was ik best blij, want ik herinner mij mijn Oma als een vervelend en ongezellig mens. Ik had, zoals iedereen, twee oma’s en allebei leefden ze nog, in de stad den Haag niet ver van elkaar. Mijn vervelende lidcactus-oma op de Laan van Meerdervoort in een voorname dure flat waarvan het enige leuke de lift was, maar daar mochten we niet mee spelen. Van deze oma mocht je eigenlijk niets en je kreeg nergens waardering voor. De andere oma, de lieve Oma, woonde niet ver daar vandaan op de Akeleistraat in zo’n piepklein bovenhuisje tegenover een garagebedrijf. Boven aan de stenen trap kwamen geloof ik op de overloop drie voordeuren van zulke kleine woningen uit. Als je de deur binnenkwam van onze lieve Oma dan rook het lekker en stonden er leuke en lekkere dingen voor ons klaar. Van deze Oma heb ik nooit een stekje gekregen, maar ze had best wat langer mogen leven.

Uit de dood herrezen (september 2025)

Inmiddels is de plant van mijn vervelende Oma weer in volle glorie hersteld. Zelf heb ik dit jaar (2025) de plant al 55 jaar in mijn bezit. Ik kan me voorstellen dat het origineel aan de Laan van Meerdervoort er indertijd al 20 jaar had gestaan. In dat geval is de plant nu minstens 75 jaar oud, bijna zo oud als ik. Misschien moet ik mijn kleinkinderen maar eens een stekje geven.

____

Laos

Waar ligt Laos?

Wij zijn nu net een week terug van een reis naar Laos. Ik was daar nooit heen gegaan als we daar niet een familielid met een bezoek hadden willen vereren. Over dat familiebezoek schrijf ik niet op deze openbare blog-site. Wel iets over een paar ervaringen in dit bijzondere land. 

Voordat we erheen vlogen – met een tussenstop in Bangkok, Thailand – heb ik maar eens opgezocht waar dit land ligt. Ik wist ergens in Azië maar verder had ik geen idee. Ik heb toen ook uitgevonden dat het grenst aan Thailand, Myanmar, China, Vietnam en Cambodja, landen waarvan ik iets beter wist waar ze liggen, maar waar ik – met uitzondering van China – nog nooit was geweest. 

Lange reis

We vlogen naar Luang Prabang. De reis erheen is best lang. Eerst moet je bijna 12 uur in het vliegtuig naar Bangkok zitten en in Bangkok een taxi naar een ander vliegveld nemen, in de buurt waarvan we een nacht in een hotel verbleven. De taxirit in 40 km file duurde bijna twee uur en kostte rond 12 Euro. Welkom in Thailand, waar bijna iedere Nederlander steenrijk is. 

De volgende dag vlogen wij in zo’n anderhalf uur van Bangkok naar Luang Prabang. Na de nodige visum-formaliteiten en het kopen van een Laotiaanse SIM-kaart kwamen het land binnen waar we twee weken zouden verblijven. Vanaf het kleine vliegveld reden we met een Tuk-Tuk samen met ons familielid naar het simpele maar mooie hotel.

Drie delen

Ons korte verblijf in Laos bestond uit drie gedeelten.

Deel 1

De eerste dagen bleven wij in de aantrekkelijke stad Luang Prabang, waar we langs de Mekong liepen, met de pont naar de overkant gingen, tempels bezochten en een uitstapje maakten naar een mooie waterval. Zie daarvoor deze pagina.

Deel 2

Na onze dagen in Luang Prabang namen we de supermoderne Chinese trein naar Vientiane, de hoofdstad van Laos, en vandaar vlogen we naar Pakse in het Zuiden en namen daar een taxi naar het langgerekte dorp Champassak aan de Mekong.

Over het verblijf in deze plaats en de mooie wandelingen daar heb ik een apart verhaal geschreven. De natuur in de gebieden die wij bezochten viel wat tegen. Weinig vogels, maar wel wat mooie vlinders en leuke libellen. Daarover gaat deze pagina. 

Deel 3

Van Champassak reisden we terug naar Luang Prabang, waar we weer van de gezellige stad genoten en onder meer een mooie boottocht over de Mekong maakten. Van Luang Prabang naar Nederland reisden wij weer over Bangkok, waar we nog één nacht verbleven. Over ons tweede verblijf in Luang Prabang en onze dag in Bangkok het ik een aparte pagina geschreven.

______

 

 

 

Luang Prabang I

We verbleven een paar dagen in deze stad, waar het verkeer voor zeker de helft bestaat uit bromfietsen, waar zich soms hele gezinnen, inclusief boodschappen en kleine kinderen , op bevinden. Het was regentijd, dus je zag heel veel mensen met een uitgevouwen paraplu op zo’n brommertje zitten. Vrijwel niemand droeg een helm. Het verschil met Nederland is de drukte op straat: overal mensen, overal verkeer, overal kleine eettentjes en marktkraampjes. Tussen de straten en de huizen overal boeddhistische tempels en overal monniken, ook vaak op de brommer met paraplu en met een mobiele telefoon in de hand.  

Tijdens dit verblijf in Luang Prabang waren wij ook gewoon toerist: we bezochten meerdere tempels. Een uitje was met de pont naar de overkant van de rivier om daar een stukje door het dorp te lopen. Terug in de stad liepen we nog even de Phou Si heuvel op naar een mooie tempel met mooi uitzicht over de stad. Op een andere dag  reden we met de Tuk-Tuk naar de mooie watervallen van Kuang Si , waar door de hevige regenbuien wel heel veel water naar beneden kwam.

Woordblind in Laos

Waar we in Laos heel erg aan moesten wennen, was dat je vrijwel geen tekst kan lezen. Niet alleen is de taal volledig vreemd voor ons. Ook het schrift heeft geen enkel bekend element. Natuurlijk leer je wel een paar woorden zoals Sabaidee (hallo), maar geschreven als  ສະບາຍດີ zou je het niet herkennen. De Laotiaanse taal is een toon-taal, waar woorden op een verschillende toon uitgesproken een andere betekenis kunnen hebben. In Vientiane zijn er zes verschillende tonen, in Luang Prabang vijf. Zij onderscheiden zich door toonhoogte en door het dalend of stijgend karakter. Het is niet een taal die je even tussendoor leert. Ook het unieke in Laos gebruikte alfabet is zo gecompliceerd dat ik er niet aan zou beginnen: centraal staan de 27 medeklinkers. Het zijn er zo veel omdat er versies op verschillende toonhoogte bestaan. De klinkers worden weergegeven door kleine tekens die vóór, na, boven of onder de medeklinkers worden geplaatst. De eerste  lettergrepen van de sabaidee-groet bestaan uit ສະ (sa), ບາ (baa) ຍ (y) en ດີ (dee). De medeklinker-tekens geven hierbij ook aan op welke hoogte die lettergrepen uitgesproken moeten worden. 

Het Lao script is sterk verwant aan veel andere fonetische schrift-types in Azië. Zij gaan allemaal terug op de oude Indiase schriften waarin ook Sanskriet en Pali werden geschreven. Onafhankelijk van elkaar ontleenden de onderling sterk verwante talen Thai en Lao hun schrift aan het Khmer-schrift, afgeleid van het oude Indiase Brahmi-schrift. Zij lijken daardoor sterk op elkaar. Khmer, de taal van Cambodja, behoort wel tot een heel andere taalgroep. Ook de schriften voor Hindi (Devangari), Bengali, Punjabi en Tibetaans zijn uit het oude Brahmi-schrift ontstaan: schriften waarin medeklinkers de hoofdrol spelen en waarin klinkers door kleine tekens boven, onder, rechts of links van de medeklinkers aangegeven worden. Het zijn de zogenaamde Abugida-schriften, in tegenstelling tot de alfabet-schriften voor bijvoorbeeld de meeste Europese talen, Grieks en Russisch. 

Gelukkig bestaat er Google Lens die in tienden van een seconde niet alleen de teksten die je op straat ziet voor je vertaalt maar ook nog op de goede plek in je foto's plaatst. Dan zie je dus, zonder dat je maanden in de taal en het schrift moet investeren, op een bord op de muur van een tempel staan: "Hard werken om prestaties te leveren ter ere van het 9e congres van het stadscomité van de partij in Champasak." Dan snap je weer een beetje waar je bent.

 

Op de terugweg naar Luang Prabang zagen we nog mooie rijstvelden. In een mooi restaurantje niet ver van de Mekong aten we goed. We moesten nog even wennen aan de waarde van de Laotiaanse valuta: hoofdgerecht voor 50,000 KIP, ongeveer 2 euro. Langzaam leerden we in eenheden van 10,000 Kip te denken: 10,000 Kip = 40 cent. We betaalden de maaltijd van onze chauffeur. Tuk-tuk-chauffeurs hebben in de regel een hangmat in hun kar hangen, waar ze kunnen slapen zolang de klant ergens een tempel aan het bezoeken of een berg aan beklimmen is. De chauffeur gewoon vier uur laten wachten, lijkt normaal te zijn in deze wereld. 

Na onze dagen in Luang Prabang namen we de supermoderne Chinese trein naar Vientiane en vandaar vlogen we naar Pakse in het Zuiden van Laos en vandaar een taxi naar het langgerekte dorp Champassak aan de Mekong. Hierover heb ik een apart verhaal geschreven .

 

Champassak

Vientiane

Wij wilden van Laos wel iets meer zien dan de mooie stad Luang Prabang. Wij besloten een aantal dagen naar het Zuiden, niet ver van Cambodja, te gaan, naar het langgerekte dorp Champassak, alweer aan de Mekong. Nu is Laos toch best een groot land. Champassak ligt zo’n duizend kilometer van Luang Prabang, even ver als de afstand Bordeaux-Leiden. Je zou daar met een auto over de vrij slechte wegen minstens 18 uur over rijden met een auto, nog langer met de bus. Dat leek mij een verschrikkelijk idee. In plaats daarvan namen we de supermoderne Chinese trein van het supermoderne twaalf kilometer buiten de stad gelegen station van Luang Prabang naar Vientiane, de hoofdstad van Laos, een rit van ongeveer 300 km. Vientiane ligt aan de Mekong. Aan de overkant van de rivier ligt Thailand. Het is een drukke rommelige stad met veel verkeer, handel, industrie en overheidsinstellingen.

We overnachtten daar in een prima hotel en brachten voor de avond nog een bezoek aan de interessante plaatselijke “Arc de Triomphe” (de Patuxai) die wel doet denken aan zijn Parijse voorbeeld. 

Na een overnachting in Vientiane namen we de volgende dat het vliegtuig van Vientiane naar Pakse, een stad waarvan ik tot voorkort nog nooit gehoord had.  

Champassak

Vanaf het vliegveld reden we per taxi meteen naar het langgerekte dorp Champassak, waar onze reisgenoot kamers had gereserveerd in het prachtig gelegen Souchitra Riverside Guesthouse, beheerd door een Fransman die er vooral een oord van rust en stilte van heeft willen maken.

Mobiele telefoons mogen er niet op luidspreker staan en kinderen worden niet toegelaten. Ik had niets tegen iets meer gezelligheid gehad, maar het was er schitterend. Dat er nu zo weinig mensen waren, had met de verontrustende waterstand van de Mekong te maken. Gelukkig hielden de heftige regens op en hoefden we niet voor overstromingen te vluchten. De uit voorzorg gesloten veerdiensten konden weer varen.

Het dorp

Champassak is een heel lang dorp gelegen tussen de kleine weg vlakbij de Mekong en de hoofdweg een paar honderd meter verder naar het Westen. Niet ver van het guesthouse aan de andere kant van de hoofdweg bevindt zich een groot tempelcomplex: Vat Thong.

Het lijkt niet meer in actief gebruik, maar daar schijnt wel de (goed onderhouden) koninklijke begraafplaats te liggen met stupa’s van koning  Yuttithamathon en zijn zoon koning Rasadanai (volgens deze website). Het ligt vlak naast een koninklijk paleis, Chao Bun Uum, dat nooit helemaal afgebouwd is.

Champassak was een van de drie koninkrijken van Laos: in het Noorden het koninkrijk Luang Prabang, in het midden het koninkrijk Vientiane en in het Zuiden het koninkrijk Champassak. Tot dit koninkrijk behoorden oorspronkelijk ook delen van Siam (Thailand) en Cambodja. Na een tijd deel uitgemaakt te hebben van het Koninkrijk Vientiane werd het in 1713 opnieuw onafhankelijk. In het Franse Indochina werd het in 1904 een prinsdom en sinds 1945 hoort het bij Laos. De geschiedenis met al zijn conflicten met de omringende landen, Frankrijk en andere mogendheden is te ingewikkeld om  hier samen te vatten. Zie vooral de bovengenoemde website.

Meer naar het Zuiden kwam ik nog meer tempels tegen, met op google maps namen als Wat Amath, Wat Phone Pang en Wat Muang Kang (in Lonely Planet als een van de meest interessant tempel van Zuid Laos genoemd). Erg veel duidelijkheid over de meeste namen heb ik niet kunnen krijgen, maar wat doet het er eigenlijk toe? 

Vat Phu
Een vijver onder Vat Phu

De top-bezienswaardigheid in deze vlakbij Cambodia gelegen streek is de Vat Phu tempel, waarvan de meeste gebouwen uit de 11e tot de 13e eeuw stammen, oorspronkelijk een Hindu-tempel, later omgezet in een Boeddhistische tempel. Ik schrijf hier weinig over omdat ik er zo goed als niets over weet met uitzondering van korte beschrijvingen in in de Lonely Planet reisgids, die ik hier niet ga kopiëren. 

Ik genoot vooral van het landschap, de sfeer bij de oude gebouwen en het uitzicht richting de Mekong. Mooi waren ook de lotus-bloemen in de vijvers aan de voet van de heuvel met de tempels. Op de terugweg van ons bezoek aan de oude tempel was het leuk één van de schaarse christelijke kerken te bezoeken de “Name of Jesus church”. 

Wandelen 

Een dag na het bezoek aan Vat Phu hadden wij een wandeling langs de Mekong en wegen door het land achter de rivier gepland. Maar met de zware regen die wegen in modderige kanalen had veranderd was er weinig te plannen. Toch maakten we een interessante tocht langs interessante huizen. Hier en daar lag den boot om vanaf de weg de voordeur te kunnen bereiken. Op een bordje langs de weg werd geadverteerd voor het verplaatsen, draaien en verhogen van huizen. Misschien wel  handig bij deze waterstand

 

Een dag later was het niet heel veel beter. We maakten twee gescheiden wandeltochten. Petra nam met onze reisgenoot een bootje naar het tegenover het dorp gelegen eiland Dong Daeng. Het bootje kon op het eiland niet aanleggen, maar een aan de overkant klaargezette tractor maakte het mogelijk vanaf de rivier over de ondergelopen weg naar het dorp aan de overkant te rijden.  Zelf had ik niet meer geluk. Ik probeerde een rondje om het achter het dorp gelegen wetland te lopen, maar bij de tempel Ban Vat Hai liep ik vast. De weg was een modderig kanaal geworden. Dus moest ik omkeren en dezelfde weg naar huis nemen. 

De terugreis naar Luang Prabang

Hoewel we hadden overwogen nog een andere stad te bezoeken, had een eenvoudige reis volgens dezelfde route als de heenweg onze voorkeur: Tuk-tuk naar Pakse airport, vlucht naar Vientiane, overnachting in Vientiane en de volgende dag weer met de snelle Chinese trein naar Luang Prabang. Geen nieuwe bestemmingen dus, maar Petra maakte van de gelegenheid gebruik om de tempel Wat Si Saket te bezoeken. Zie deze pagina voor ons tweede verblijf in Luang Prabang.

 

___________

 

 

Luang Prabang II

Luang Prabang
Tak Bat in Luang Prabang
Vat Sensoukharam

Terug in Luang Prabang genoten wij weer van de gezellige drukte op straat. Op één ochtend zijn we gaan kijken hoe een bus monniken aankwam die vervolgens op straat  hun door de bewoners aangeboden eten in ontvangst kwamen nemen, de zogenaamde Tak Bat. Hier was het gelukkig nog geen toeristische attractie. We bezochten nog één mooie tempel in de oude stad: Vat Sensoukharam op het schiereiland tussen de Mekong en de Nam Khan zijrivier.

Op één avond waren wij bij een maaltijd uitgenodigd, waarover ik in deze publieke blog niets zal schrijven. 

Een dag daarna maakten wij met een aantal bekenden een prachtige boottocht over de Mekong en bezochten daar eerst de ‘whiskey distillery’ van Chang Hai village en daarna de Pak Ou caves. Af en toe viel de tropische regen met bakken naar beneden, maar daar hadden wij in onze luxe boot geen last van. 

Bangkok

De volgende dag begonnen we aan de lang terugreis met één overnachting in Bangkok. Van Luang Prabang vlogen we weer naar het Don Mueang vliegveld en namen meteen de taxi naar ons hotel niet ver van het grote internationale vliegveld.

Ons bezoek aan Bangkok de volgende dag beperkte zich tot de grote Wat Pho tempel met onder meer de gigantische liggende Boeddha en de bloemenmarkt daar niet ver vandaan.

Op de weg naar de bloemenmarkt wandelden we door een klein park waar we schitterende varanen zagen. Zie ook deze pagina. 

Het verkeer in Bangkok bestond ook deze keer vooral uit file zodat wij die dag zeker meer dan drie en half uur in de taxi hebben gezeten. 

_____