Waar ik ook op vakantie ga, de natuur is één van mijn vaste aandachtspunten. In Normandië fotografeer ik de strandplevieren, in Schotland grote jagers en noordse stormvogels, bij de Loire koereigers, kanaaljuffers en andere libellen. Onze reis naar Laos was niet in de eerste plaats een natuurreis en wat we aan natuur tegenkwamen, was op geen enkele manier gepland. Het viel wel wat tegen.
Ik kreeg de indruk dat de Mekong en zijn zijrivieren sterk vervuild zijn. Zichtbaar was vooral de schrikbarende plasticvervuiling, maar wellicht waren er ernstigere minder zichtbare bronnen van verontreiniging. Misschien hebben de verschillende dammen en stuwmeren een sterk negatieve invloed op de natuur en met name de visstand, maar ik heb mij er niet in kunnen verdiepen.
Luang Prabang
We zagen bij de Boeddhistische tempels en bij andere parkjes in Luang Prabang een paar mooie vlinders (zoals de common tiger butterfly, Danuaus genutia) maar verder geen enkele vogel van betekenis. Wij moesten het doen met de overal in Zuidoost Azië algemene treurmaina (‘common myna’), een spreeuwachtige en met honderden mussen, die hier geen huismussen maar ringmussen bleken te zijn.
Champassak
In het Zuiden, bij Champassak, was het niet veel beter. Ook hier vlogen vrij veel mooie grote vlinders zoals de prachtige Golden Birdwing (Troides aeacus, in 2003 al eens in Kuala Lumpur gezien) de limoenvlinder (Papilio demoleus) en (waarschijnlijk) de grote mormon (Papilio mormon). Maar ook hier geen bijzondere vogels.

Wel ben ik bij de tempels van Champassak op libellenjacht gegaan. Bij het wetland achter de tempels en de door de hoge waterstand ondergelopen velden zag ik verschillende libellen die wel iets aan onze Nederlandse libellen doen denken, maar toch allemaal anders zijn. Het meest algemeen was daar de slanke oeverlibel (Orthetrum sabina), inderdaad veel slanker dan onze oeverlibel. Een libel die wat aan onze heidelibellen doet denken is swamp watcher (Potamarcha congener). Maar één keer zag ik een libel met prachtig rode vleugels, de Russet percher (neurothemis fulvia). Ik dacht eerst nog dat ik een vlinder had gefotografeerd. Heel mooi waren de vele exemplaren van de Ditch jewel (Brachythemis contaminata), die over het ondergelopen land bij een van de tempels vlogen. Ik zag maar één waterjuffer, die wel iets leek op een kanaaljuffer of een watersnuffel: de Eastern lillysquatter (Paracercion melanotum). En hier eindigde mijn korte kennismaking van de libellen van Zuidoost Azië. Een vervolg zit er niet echt in.
Met dank aan Erik Fleur die mij met de namen van de libellen heeft geholpen.
Een parkje in Bangkok
Op de terugweg naar Nederland waren we nog even in Bangkok. Daar nog een paar interessante waarnemingen in de stadsnatuur, een parkje vlakbij de grote Wat Pho tempel: Saranrom Park. In het park zagen we twee grote Varanen (‘monitor lizzards’) , de een na grootste hagedissen ter wereld. Ik had ze 22 jaar geleden in Malakka in Maleisië gezien en was vergeten hoe groot die beesten zijn. In het parkje zagen we ook zwarte kraaien (dikbekkraaien), een iets andere soort dan we in Nederland zien en ook maina’s, in dit geval de kuifmaina (‘crested myna’), een andere soort dan die we in Laos hadden gezien.