Bomenworkshop
Het is binnenkort drie jaar geleden dat ik een fotoworkshop bij Ellen Borggreve volgde. Samen met drie andere cursisten leerde ik mooie bomenfoto’s te maken in een schitterend bos op de Veluwe. Nu houd ik niet van de meeste landschapsfotografie – te veel bombastische romantiek en overdreven gevoelens vaak (zie ook hier) – maar de prachtige foto’s van Ellen Borggreve waren mij al jaren geleden opgevallen als een gunstige uitzondering: prachtige composities, gebruik makend van de bijzonderheden van kleuren, licht en vormen, met een nadruk op de relaties tussen de verschillende elementen binnen het frame. Nu is een bos geen studio waar je de bomen naar believen neer kunt zetten en de belichting aan je voorkeuren kunt aanpassen. Onder de bestaande licht- en weersomstandigheden kan je alleen je standpunt bepalen en dan de technische voorwaarden bepalen waaronder je vanuit dat standpunt een mooi beeld kunt vangen. Van haar heb ik het belang van de juiste brandpuntsafstand, hoogte van het statief, groot of klein diafragma, instelling van de witbalans en meer technische instellingen geleerd. Maar allereerst gaat het om het vinden van een standpunt van waaruit je unieke relaties tussen de verschillende elementen in je frame kunt ontdekken.
Master of the Frame
Kennis opfrissen
Het laatste boek van Ellen Borggreve heet niet voor niets Master of the Frame. Het is de fotograaf die actief het frame kiest en bepaalt hoe hij omgaat met de elementen die hij daarin aantreft. Toen ik dit boek las, werd ik mij meteen bewust van hoe veel van de inhoud ervan ik al tijdens die ene korte workshop had geleerd. De hele benadering kwam mij bekend voor: niet klakkeloos regels volgen of goedkope trucs toepassen, maar heel precies uitvinden met welke middelen het verhaal van de foto het best verteld kan worden.
Ik kon het boek goed gebruiken om mijn bestaande kennis weer op te frissen, zoals het bewust gebruik van verschillende brandpuntsafstanden om de relaties tussen elementen in de foto te structuren.
Polarisatiefilters, witbalansen, ‘aspect ratio’ en meer
Maar ik ontdekte toch ook een aantal voor mij nieuwe zaken die echt iets kunnen bijdragen aan de kwaliteit van mijn foto’s, vooral foto’s in het bos. Zo ontdekte ik het gebruik van een circulair polarisatiefilter, niet alleen om de reflectie van water of bladeren te reduceren maar ook om de kleur van andere oppervlakken, zoals een grasveld, sterk te verbeteren.
Het zijn van die dingen die je eerst een keer goed moet zien en dan zie je ze in het vervolg altijd. Van de mogelijkheden voor het bewust manipuleren van de witbalans was ik mij, voor het lezen van dit boek, niet zo bewust. Mijn eigen naïeve veronderstelling was dat het altijd goed is dichtbij de feitelijke samenstelling van het licht te blijven. Haar foto op pagina 57 van het boek met een naar blauwe tinten verschoven witbalans heeft mij overtuigd en ik kon meteen een van mijn eigen foto’s, genomen in de winter maar toch met een erg zonnige uitstraling, zo verbeteren dat het op de foto weer winter was (zie hieronder: alleen ter illustratie, geen geweldige foto).
Het hoofstuk over de ‘Aspect Ratio’ heeft mij aan het denken gezet. Ik heb vaak de neiging om sterk horizontale landschappen in een wijd frame (16:9) te plaatsen, maar er zijn ook goede argumenten om juist in de andere richting te werken tot en met vierkant (1:1). Ik had er nooit aan gedacht. Het hele boek gaat er eigenlijk over, maar één hoofdstuk in het bijzonder: ‘Composition – Arranging elements within the frame’. Het hoofdstuk laat zien hoe kleine zaken soms een groot verschil maken. Of ik ooit het geduld zal hebben zo consciëntieus en precies te werken, betwijfel ik.
Compositie, evenwicht en soorten licht
Heel leerzaam zijn de verhandelingen over evenwicht in de compositie en over de vraag wat nu eigenlijk een element – afgezien van zijn grootte – zwaar maakt. De hoofdstukken ‘Depth’, ‘Viewpoint’, ‘Balance’ en ‘Motion’ bevatten behalve nuttige tekst heel goede voorbeelden van wat de auteur bedoelt. Het hoofdstuk ‘Light – beyond the ideal’ bevat behalve mooie foto’s veel tekst waarmee ik het roerend eens kan zijn. Het tweede deel van de titel is hier belangrijk. Het is de moeite waard om verder te gaan dan de stereotype voorstellingen over wat ‘mooi’ licht is en ook over wat ‘mooi’ fotografieweer is. Ik erger me zelf altijd aan die amateurfotografen die een foto-afspraak afzeggen als de zon niet schijnt of als het een beetje gaat regenen.
Een heel eigen benadering
Samenvattend: het is een heel mooi boek met de best mogelijke adviezen van een van de beste landschapsfotografen over hoe je bomen en bossen zou kunnen fotograferen. Het is een heel eigen benadering: heel puur en in zekere zin extreem. Op geen enkele foto in het boek staat, afgezien van ergens een paar vogels, iets anders dan bomen en wat andere vegetatie en op een paar foto’s ook een stukje strand. In ieder geval kom je er nooit mensen in tegen. Het is zelfs niet de bedoeling dat de kijker zin krijgt om het landschap in te lopen:
"I tend to photograph scenes that leave little or no room for the viewer to become a part of the scene. I like the subjects in the photograph to be like the main characters in a play. I would like to have a viewer to look at it rather than having the viewer imagine he can step into the frame. " Mastering the Frame, p. 71.
Iets voor mij?
Dit is zeker niet altijd mijn benadering. Als ik in het bos een wandelaar met een hond tegenkom, kan die zeker onderdeel van de foto worden. Waarom niet? Maar het geldt ook voor andere ‘vreemde’ elementen: een van bierblikjes overlopende vuilnisbak aan de rand van een bos vertelt ook een mooi (?) verhaal over het echte bos. De in het boek gekozen benadering is bijna overdreven gericht op compositie: een uur rond een paar bomen lopen om dan het juiste gezichtspunt, de juiste brandpuntsafstand en het juiste diafragma te vinden. Het is een benadering tegengesteld aan die van de reportage-fotograaf: toeval en geluk spelen wel een erg ondergeschikte rol. Van volledig beheerste composities leer ik zeker veel, maar ik hoop dat ik die ervaring ook snel op totaal toevallige fotomomenten in praktijk kan brengen. Bovendien ben ik niet alleen geïnteresseerd in schoonheid en evenwicht. Ik wil ook foto’s maken die lelijkheid communiceren. En soms mag er ook wel wat humor in zitten.
________