We verbleven een paar dagen in deze stad, waar het verkeer voor zeker de helft bestaat uit bromfietsen, waar zich soms hele gezinnen, inclusief boodschappen en kleine kinderen , op bevinden. Het was regentijd, dus je zag heel veel mensen met een uitgevouwen paraplu op zo’n brommertje zitten. Vrijwel niemand droeg een helm. Het verschil met Nederland is de drukte op straat: overal mensen, overal verkeer, overal kleine eettentjes en marktkraampjes. Tussen de straten en de huizen overal boeddhistische tempels en overal monniken, ook vaak op de brommer met paraplu en met een mobiele telefoon in de hand.
Tijdens dit verblijf in Luang Prabang waren wij ook gewoon toerist: we bezochten meerdere tempels. Een uitje was met de pont naar de overkant van de rivier om daar een stukje door het dorp te lopen. Terug in de stad liepen we nog even de Phou Si heuvel op naar een mooie tempel met mooi uitzicht over de stad. Op een andere dag reden we met de Tuk-Tuk naar de mooie watervallen van Kuang Si , waar door de hevige regenbuien wel heel veel water naar beneden kwam.
Woordblind in Laos Waar we in Laos heel erg aan moesten wennen, was dat je vrijwel geen tekst kan lezen. Niet alleen is de taal volledig vreemd voor ons. Ook het schrift heeft geen enkel bekend element. Natuurlijk leer je wel een paar woorden zoals Sabaidee (hallo), maar geschreven als ສະບາຍດີ zou je het niet herkennen. De Laotiaanse taal is een toon-taal, waar woorden op een verschillende toon uitgesproken een andere betekenis kunnen hebben. In Vientiane zijn er zes verschillende tonen, in Luang Prabang vijf. Zij onderscheiden zich door toonhoogte en door het dalend of stijgend karakter. Het is niet een taal die je even tussendoor leert. Ook het unieke in Laos gebruikte alfabet is zo gecompliceerd dat ik er niet aan zou beginnen: centraal staan de 27 medeklinkers. Het zijn er zo veel omdat er versies op verschillende toonhoogte bestaan. De klinkers worden weergegeven door kleine tekens die vóór, na, boven of onder de medeklinkers worden geplaatst. De eerste lettergrepen van de sabaidee-groet bestaan uit ສະ (sa), ບາ (baa) ຍ (y) en ດີ (dee). De medeklinker-tekens geven hierbij ook aan op welke hoogte die lettergrepen uitgesproken moeten worden. Het Lao script is sterk verwant aan veel andere fonetische schrift-types in Azië. Zij gaan allemaal terug op de oude Indiase schriften waarin ook Sanskriet en Pali werden geschreven. Onafhankelijk van elkaar ontleenden de onderling sterk verwante talen Thai en Lao hun schrift aan het Khmer-schrift, afgeleid van het oude Indiase Brahmi-schrift. Zij lijken daardoor sterk op elkaar. Khmer, de taal van Cambodja, behoort wel tot een heel andere taalgroep. Ook de schriften voor Hindi (Devangari), Bengali, Punjabi en Tibetaans zijn uit het oude Brahmi-schrift ontstaan: schriften waarin medeklinkers de hoofdrol spelen en waarin klinkers door kleine tekens boven, onder, rechts of links van de medeklinkers aangegeven worden. Het zijn de zogenaamde Abugida-schriften, in tegenstelling tot de alfabet-schriften voor bijvoorbeeld de meeste Europese talen, Grieks en Russisch. Gelukkig bestaat er Google Lens die in tienden van een seconde niet alleen de teksten die je op straat ziet voor je vertaalt maar ook nog op de goede plek in je foto's plaatst. Dan zie je dus, zonder dat je maanden in de taal en het schrift moet investeren, op een bord op de muur van een tempel staan: "Hard werken om prestaties te leveren ter ere van het 9e congres van het stadscomité van de partij in Champasak." Dan snap je weer een beetje waar je bent.
Op de terugweg naar Luang Prabang zagen we nog mooie rijstvelden. In een mooi restaurantje niet ver van de Mekong aten we goed. We moesten nog even wennen aan de waarde van de Laotiaanse valuta: hoofdgerecht voor 50,000 KIP, ongeveer 2 euro. Langzaam leerden we in eenheden van 10,000 Kip te denken: 10,000 Kip = 40 cent. We betaalden de maaltijd van onze chauffeur. Tuk-tuk-chauffeurs hebben in de regel een hangmat in hun kar hangen, waar ze kunnen slapen zolang de klant ergens een tempel aan het bezoeken of een berg aan beklimmen is. De chauffeur gewoon vier uur laten wachten, lijkt normaal te zijn in deze wereld.
Na onze dagen in Luang Prabang namen we de supermoderne Chinese trein naar Vientiane en vandaar vlogen we naar Pakse in het Zuiden van Laos en vandaar een taxi naar het langgerekte dorp Champassak aan de Mekong. Hierover heb ik een apart verhaal geschreven .