We zijn zo gewend aan zoomlenzen dat we bijna gedachteloos met het onderwerp in de zoeker aan de zoomring draaien totdat het onderwerp mooi in beeld staat. Bij bepaalde onderwerpen hebben we soms meteen al een brandpuntsafstand in gedachten: een groepje bomen met licht tele, een individuele boom met licht groothoek. Hoewel die keuzes meestal niet onjuist zijn, vergeten we om naar de alternatieve opties te kijken. Ik maak het ruwe onderscheid tussen twee manieren van zoomen: lui zoomen en actief zoomen.
Lui zoomen
Ik sta ergens en zie een interessant onderwerp. Ik blijf staan waar ik sta en draai de zoomring op de stand waarbij het onderwerp het beeld mooi vult. Staat het onderwerp ver, dan zoom ik naar een lange brandpuntsafstand (tele). Staat het onderwerp dichtbij, dan ga ik naar een korte brandpuntsafstand (groothoek). Staat het onderwerp mooi in de zoeker, dan druk ik af. Als het onderwerp ver staat, dan krijg ik een foto waarbij elementen op de achtergrond relatief dichtbij het onderwerp lijken te staan. Als het voorwerp dichtbij staat, dan zie ik die elementen juist relatief klein. Het onderwerp zelf blijft even groot, maar de achtergrond verandert sterk.
Actief zoomen
Ik sta ergens en zie een interessant voorwerp, maar ik zie ook elementen in de omgeving die ik op een bepaalde manier in het frame wil hebben. Hoe die erop komen te staan hangt sterk van mijn brandpuntsafstand af. Als ik geluk heb, sta ik al op de juiste plek, maar vaak moet ik nog een stukje naar het onderwerp toe lopen als het op die plek noodzakelijke tele-perspectief niet aan mijn wensen voldoet. Waar de meeste amateurfotografen niet aan denken, is dat ik soms de andere richting op moet lopen als ik te dichtbij sta voor het juist gewenste tele-perspectief. Op zoek naar een goed standpunt moet ik me afvragen hoe ik niet alleen het onderwerp maar juist ook de elementen in de omgeving van het onderwerp er het best op kan krijgen: dichterbij, verder weg, verder naar links, verder naar rechts, etc. Hierbij spelen natuurlijk ook elementen als de richting van het licht een rol, maar daar gaat het hier niet om.
Zoomen met je voeten?
Deze uitdrukking wordt vaak gebruikt om aan te geven dat je voor een goede vogelfoto vaak beter naar de vogel toe kunt lopen dan een lange dure telelens van 600 mm of meer te kopen. Het is moeilijker, maar ook goedkoper en levert vaak betere foto’s op. Toch klopt de uitdrukking niet. Zoomen levert een ander beeld op dan naar het onderwerp toe lopen. Als je dichtbij het onderwerp staat, zie de achtergrond er heel anders uit dan op de telefoto van honderd meter verderop genomen. Alleen het onderwerp blijft ongeveer gelijk. De compositie verandert en soms radicaal.