Waarom cyaan niet correct wordt weergegeven in RGB

De gevoeligheid van de verschillende receptorcellen (‘kegeltjes’) wordt door drie grafieken weergegeven: die voor l (vooral gevoelig voor rood), m (vooral gevoelig voor groen) en s (vooral gevoelig voor blauw). Als we alleen geïnteresseerd zijn in de verhouding tussen de respons tussen de verschillende cellen kunnen we de S, M en L weer reduceren tot s, m en l. De derde waarde volgt dan automatisch uit de eerste. De gevoeligheid van het oog voor verschillende verhoudingen tussen S, M en L is dan weer in een eenvoudige grafiek weer te geven. Op de grafiek liggen de punten voor alle golflengten. De zuivere spectrale kleuren R, G en B liggen natuurlijk op deze grafiek. Maar niet alle mengsels van twee primaire kleuren zijn weer spectraal. Voorbeeld een 1 op 1 mengsel van blauw en groen geeft een kleur in de buurt van cyaan. De kleurmengsels tussen blauw en groen ziet het oog als s- en m-waarden op een rechte lijn tussen de punten blauw en groen op de curve. Maar omdat de curve niet recht is liggen alle spectrale kleuren net iets links van die lijn tussen B en G. De lijn ligt te veel naar rechts: de s-waarden zijn te hoog. De S-cellen zijn vooral gevoelig voor rood. We zien in de geconstrueerde cyaan-kleur net iets te veel rood. Hij ligt in de figuur op het kruispunt van de rode lijn van blauw-groen mengsels en de blauwe lijn van cyaan-rood mengsels. Door iets rood aan de cyaankleur toe te voegen wordt die weer precies zo waargenomen als het groen-blauw-mengsel.

N.B. de rechte lijnen zijn een eerste grove benadering, niet de uitkomst van een wetenschappelijk verantwoorde behandeling van het onderwerp. De gevoeligheidsdata zijn afkomstig van cvrl.org onder het hoofdstuk cone essentials. Ik heb de logaritmische data zelf omgezet en vervolgens genormaliseerd tot relatieve verhoudingen tussen S, M en L: s, m en l.

N.B.  kleine fouten in grafiek: de x-as bevat de waarden voor l (het meest gevoelig voor rood).  Het is dus de l-m receptorruimte.