In 1979 maakte ik mijn eerste lange fietstocht door Engeland, Wales en Ierland. Een tocht van drie en halve week met etappes van vaak ruim 100 km en soms meer dan 175 km door de heuvels.
Ik zou hierna nog vaker in deze buurt gaan fietsen. Zie daarvoor deze pagina.

Op 5 juli 1979 vertrok ik vanuit Leiden per trein en per boot richting Londen, zonder fiets. Een fiets moest ik nog kopen en ik dacht dat je in Engeland een redelijk goedkope Raleigh kon kopen. Ik logeerde bij kennissen in Harlesden. Een goedkope Engelse fiets kon ik daar niet krijgen, wel een goede tweedehands Peugeot met een paar plastic fietstassen. Op 7 juli ging het met grote snelheid naar Oxford door de suburbs van Londen en dan steeds meer over het niet zo platte platteland. Ik begon al meteen goed met 65 mijl, meer dan honderd kilometer op de eerste dag. Ik had dit nog nooit gedaan, maar ik had er de juiste benen voor.
De dagen daarop fietste ik vergelijkbare afstanden en soms nog veel meer, zoals de laatste dag in Wales naar Anglesey Island (meer dan 125 km). Na zes dagen fietsen door Engeland en Wales was ik al in Ierland, waar ik naar het Noordwesten fietste naar het smalste stuk van de Ierse Republiek, ingeklemd tussen de zee en Noord Ierland, waar ik in die tijd echt niet doorheen wilde fietsen.
Terug naar Donegal
| Ik kwam weer terug in de provincie Donegal waaraan ik prachtige herinneringen aan mijn eerste Ierland-reis in 1975 (openbaar vervoer en liften) had.
Ik kon nog een keer in het prachtige enigszins vervallen landhuis Woodhill in Ardara slapen en bezocht weer mijn stamkroeg Nancy’s bar, maar ook de pub in Portnoo, waar ik veel plezier maakte met Noord-Ierse jongens en meisjes onder het genot van heel veel Guinness. |
In mijn dagboekje uit die tijd schreef ik over Woodhill dat het ooit van een Engelse landlord geweest was. “Toen de landlord stierf, had hij geen opvolger en het huis en de landerijen werden verkocht. De vader van de vrouw hier kocht dit huis. En sindsdien is het, zo te zien, gestadig aan het vervallen. Heel mooi zijn de beschilderde spiegels, de schoorsteenmantels en gedeelten van het meubilair. Een heel ouderwetse piano staat hier [in mijn aantekenboekje staat daarvan een tekeningetje]. Het zou zonde zijn als dit huis zou instorten, maar ook als er een soort super-de-lux hotel van gemaakt zou worden.” Toen ik er een paar jaar later nog eens langs reed, was het inderdaad deel van een romantische keten geworden.
Doolin en de Cliffs
Na een paar dagen in Donegal fietste ik weer naar het Zuiden en na een bezoek aan Achill Island, fietste ik via Galway door naar County Clare, natuurlijk ook langs het Folk Music bedevaartoord Doolin, maar ik genoot er al veel minder van dan een paar jaren hiervoor. Ik schreef in mijn dagboekje: “De Doolin-lounge (O’Connors) is nog steeds het trefpunt van de Europese folk-scene, die daar Ierse wijsjes komt spelen, naar zichzelf komt luisteren. Ik lach erom, erger me er niet aan. Het staat heel ver van me af.”
Niet ver daarvandaan bezocht ik met twee meisjes die ook op de camping stonden, de Cliffs of Moher. Ik blijf ver van de afgrond af. Ik hield er toen al niet van.
Veel kilometers en veel pinten
Vervolgens fietste ik met grote snelheid via Limerick naar Cork. Uit mijn aantekeningen blijkt dat ik ‘s avonds regelmatig meer dan vier pinten bier dronk. Toch ging het dan de volgende ochtend niet minder snel over de heuvels verder.
In die tijd ging er nog een boot van Cork naar Pembroke in Wales. Ik nam in de ochtend van 29 juli de boot naar Pembroke, die daar om 17:30 aankwam. Ik fietste nog een stukje door tot aan Llanteg, iets minder dan 30 km. Het is bijna niet te geloven hoe snel ik daarna naar Londen fietste. In twee dagen naar Gloucester en dan in één dag naar Londen: twee keer meer dan 110 km en tenslotte bijna 180 km! In Londen overnachtte ik een soort studentenhuis, waar een van de vrouwen die ik van de camping in Doolin kende, woonde. Ik voelde me er absoluut niet thuis en was blij snel naar Leiden te reizen, waar ik op 3 of 4 augustus weer aankwam.

De trajecten
12 van de trajecten bedroegen meer dan 100 km, een groot aantal daarvan meer dan 120 km. Ik ben niet van plan (of in staat) dit nog eens te doen.

_____












