Alweer naar Koudenhoorn
Het is druk deze week. Gisteren ging de wekker om half zeven omdat ik naar de garage moest om zomerbanden te laten monteren. Wel wat voorbarig, want ik moest eerst het ijs van de voorruit wegkrabben voordat ik weg kon rijden. Vandaag gaat hij alweer om half zeven: op pad met Arthur Staal naar Koudenhoorn. Het is en blijft een van mijn lievelingsgebiedjes.
Het is eigenlijk op een steenworp van de Merenwijk, maar ik moet even via Warmond erheen fietsen. Als ik via restaurant Coazy (nog steeds gesloten wegens Corona) naar de ingang van het stiltegebied fiets, zie ik al een man achter zijn Canon-telelens aan lopen. Goede morgen Arthur! Eerder gingen we hier op 9 november samen op stap, en daarna ben ik er nog talloze malen geweest, vooral om naar de ijsvogels te kijken. Na de korte vorstperiode van begin februari, zag ik ze niet vaak meer. Misschien hadden ze het niet allemaal overleefd. Maar nu is het een heel ander jaargetijde, wel koud voor de tijd van het jaar, maar de zon schijnt regelmatig volop en de vogels zijn druk in de weer hun territorium te verdedigen en nesten voor te bereiden. In het bos van het stiltegebied is het een feest van vogelzang.
Door het bos langs het water
Wij lopen het pad door het bos in. Vlakbij de ingang is hier het hele jaar nooit een gebrek aan bonte spechten. Nu in het voorjaar zijn de zangvogels weer in opmars, vooral de zwartkoppen, die uitbundig zingen, maar ook tjiftjaffen, fitissen, vinken en groenlingen.
Natuurlijk dragen de winterkoninkjes (klein vogeltje, groot geluid), merels, zanglijsters en roodborstjes hun steentje bij aan het concert. Dat kan ook wel gezegd worden van de grauwe ganzen, die fortissimo hun wanklanken erdoorheen toeteren, zodat je de andere vogels af en toe niet hoort. Waar de grauwe ganzen zwemmen, waren onlangs nog krooneenden te zien en zat de ijsvogel op een wilgentakje boven het water. Nu niet. We moeten tevreden zijn met paarsblauw in de zon oplichtende kuifeenden en een enkele brandgans.
Dit is een prachtige tijd voor vogelfotografie: veel vogels en weinig bladeren! Nu blijft het toch moeilijk om de snaveltjes en niet de takjes scherp te krijgen, maar oefening baart kunst.
Cetti’s, Fitetti’s en Fitjafs
Je hoeft geen heel goede vogelaar te zijn om een Cetti’s zanger aan zijn geluid te herkennen. Er zijn weinig vogeltjes die zo’n luide en duidelijke korte zang hebben. Het is moeilijker om ze te zien en nog moeilijker om ze te fotograferen.
Waar het bospad overgaat in het pad rond het rietveld, horen we en zien we een paartje Cetti’s. Ze vliegen steeds al zingend even boven het riet uit om dan al fladderend weer in relatief lage regionen te landen, een gedrag dat aan de rietzanger doet denken. We staan er meer dan een half uur en maken nogal wat foto’s, waar soms helemaal niets op komt te staan. Cetti-fotografie is een lastige specialisatie, die niet veel mensen beheersen. Tenslotte heeft Arthur er wel een paar mooi vastgelegd. Die van mij lijken nergens op. Wel fotografeer ik fitissen, die ook tjiftjafs konden zijn. Ik noem ze maar Fitjafs. Vol trots presenteert Arthur zijn Cetti’s zanger op de natuur-appgroep. Hij wordt niet geaccepteerd, maar tot fitis gedegradeerd. Arthur heeft dus een Fitetti. Mijn waardeloze Cetti’s lijken wel echt.
Vanaf Koudenhoorn kan je zo naar De Strengen kijken. Daar in een klein baaitje is de ijsvogel vaak te zien. Nu zien we daar het paartje krooneenden. Blijkbaar verhuist dit paartje vaak van Koudenhoorn naar Strengen en vice versa. We lopen verder tot het eind, waar het pad rond het rietveld een kleine lus maakt. Hier staan een paar prachtige oude wilgen. Daar in de buurt horen we een kleine karekiet en Arthur herkent het geluid van een rietgors. Nog even en het wemelt hier van kleine karekieten, rietzanger, rietgorzen, en – wie weet – blauwborstjes.
___________