Zeven jaar vogelwerkgroep

Romantiek in de jaren zestig

Op 8 mei 2016 ging ik voor het eerst op excursie met de vogelwerkgroep Leiden van de KNNV, die het bootje ‘De heere Schouten’ had afgehuurd voor een mooie tocht naar de Zwanburger Polder en nog een eilandje in de Kaag daarnaast, waarschijnlijk de Lakerpolder.

Voor mij was het niet de eerste keer dat ik naar vogels ging kijken. Als actief lid van de afdeling Wageningen van de NJN (en later bestuurslid) keken we bijna elk weekend tussen 1965 en 1967 naar vogels op de Veluwe en bij de Flevopolders die nog volop in ontwikkeling waren. Niet alleen leerde ik in die tijd veel vogels, vooral watervogels als eenden en steltlopers, maar ook ontwikkelde ik, zoals zoveel NJN-ers in die tijd, diep romantische gevoelens bij het verblijf in de wilde natuur.

Ik nam afscheid van de NJN en ging studeren in Utrecht en later in Groningen. De vogelhobby bleef wel op een laag pitje branden: af en toe ging ik met kennissen uit Utrecht een weekendje naar Texel of de Biesbos. Later ging ik af en toe naar Voorne en ook in het buitenland ware vaak mooie vogels te zien, zoals de gieren in Spanje. Een echte vogelaar werd ik niet en ben ik ook nooit geworden.

Vijftig jaar later

Vijftig jaar na mijn NJN-avonturen dacht ik dat het leuk zou zijn de draad weer eens op te pakken. Ik wist dat er een soort oude-lullen-NJN bestond, de KNNV – Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging. Ik werd daar in 2016 maar eens lid van. Meteen werd mij gevraagd voor welke werkgroepen ik mij wilde opgeven. Als welkomstgeschenk kreeg ik een boekje over mossen, maar de mossenwerkgroep werd het toch niet. Ik bleef maar bij vogels. Ik meldde mij aan voor de Vogelwerkgroep en sprak af om een keer mee te gaan voordat ik definitief lid zou worden.

Toevallig was er een excursie vlak bij huis gepland, naar verschillende gebiedjes tussen Warmond en de Kaag. Ik hoefde niet met andere mensen mee te rijden maar kon meteen in de vroegte van 8 mei naar het haventje van Warmond rijden, waar het bootje al klaar lag en waar ik met andere leden van de Werkgroep kennis kon maken. Het was prachtig lenteweer en overal vlogen de grutto’s.

Ik herinner me het gevoel nog als een totaal onbekende in een nieuwe groep rond te lopen. Ik dacht: hier ben ik (nog) niemand, ik heb hier nog geen reputatie. Terwijl ik toen in mijn werk altijd als belangrijke persoon rondliep, vaak verantwoordelijk voor de organisatie van projecten en bijeenkomsten, liep ik hier prettig onbelangrijk te zijn. Tijdens een korte pauze kwam er een vrouw op mij af, die met veel belangstelling naar mijn achtergronden vroeg en naar mijn eerdere ervaringen met  veldbiologie. Ik wist toen nog niet dan zij de ‘baas’ van de Werkgroep was en dat zij, xxx, samen met xxx alles rond de excursies organiseerde, maar daar zou ik wel snel achter komen.

In de maanden en jaren die volgden, had ik er geen spijt van dat ik lid van KNNV en Vogelwerkgroep was geworden. In mijn NJN-tijd gingen we elk weekend op excursie en soms wel op zaterdag én zondag. Hier ging het er toch wat bedaarder aan toe: in principe elke maand een excursie. Zeker in de eerste jaren gaf ik me voor bijna elke excursie op. Wat ik vooral leuk vond, was dat ik door deze club heel veel leuke gebieden leerde kennen, waar ik anders nooit heen was gegaan.

Natuurlijk kon ik niet zo onbelangrijk en onopvallend blijven als tijdens de eerste excursie. Langzaam kreeg ik een plaats in het geheel en de contacten met een aantal werkgroepleden werden intensiever. Vanaf een zeker moment stelde ik mij beschikbaar voor het opmaken van de excursieverslagen: tekst en plaatjes werden aangeleverd en ik maakte er op de computer een toonbaar geheel van. Mijn kennis van vogels en vogelgeluiden nam met sprongen toe, vooral door de grote deskundigheid van andere deelnemers aan excursies. Zonder die mensen had ik nooit een groenpootruiter of een oeverloper herkend.

Stukjes schrijven

Maar ik heb ook iets heel anders geleerd. De traditie in deze werkgroep is dat iedereen van tijd tot tijd een bijdrage levert aan het verslag, in de vorm van een verslagtekst of een lijst van waarnemingen. In december 2016 was het mijn beurt om zo’n verslag te schrijven. Eerlijk gezegd vind ik zulk verenigingsproza soms maar moeilijk te verteren zoals ze vol staan met slaapverwekkende feitjes en stereotype formuleringen. Ik wilde wel eens wat anders. In de inleiding van het verslag naar het Nuldernauw beschreef ik de excursie eerst vanuit het gezichtspunt van de kleine zwanen die een aantal vogelaars zien staan. Ik schreef hierna nog regelmatig een verslag, men vond ze leuk en ik vond het leuk om ze te schrijven. Dat was weer eens wat anders dan dat gortdroge proza dat ik in mijn adviespraktijk schreef. Ik vond het zelfs zo leuk dat ik, toen er een excursie door slecht weer niet doorging, besloot er toen maar een fake-verslag over te schrijven. https://blog2.rdeman.nl/natuur-zoals-natuur-bedoeld-is/.

In 2020 liep niet alles zoals wij ons ooit voorgesteld hadden. De Corona-crisis gooide het hele verenigingsleven in de war en ook de activiteiten van de Werkgroep lagen zo goed als stil.  Wel maakte iedereen zijn kleine individuele uitstapjes of men ging er met twee of drie personen op uit. Dat was bij mij niet anders, waarbij ook nog een eigen gezondheidsprobleem (een gelukkig klein herseninfarct) een rol speelde. Toch had ik zin om weer eens een verslag te schrijven.

Dienstregeling uit de jaren 1920

Ik weet niet hoe ik hier op kwam, maar ik verzon een denkbeeldige excursie naar de Zuiderzee op 23 april 1922, waarin huidige leden van de Werkgroep in de jaren 1920 werden geplaatst. Het was leuk om te doen: dienstregelingen uitzoeken, de taal en de spelling van die tijd imiteren en mooie zwart-witfoto’s erbij plakken. Voor mij was het ook een oefening om mijn typvaardigheid terug te krijgen, die ik bij mijn infarct was kwijtgeraakt. Veel mensen vonden het een leuk stuk. https://blog2.rdeman.nl/naar-de-zuiderzee/

 

Soortenjagers en natuurgenieters

Gelukkig kwamen na een lange Corona-pauze vanaf 2022 de excursies  weer goed op gang. Naarmate ik vaker  aan excursie mee deed en ik de mensen beter leerde kennen, werd me steeds duidelijker hoe verschillend de motieven van de verschillende mensen zijn om van zo’n groep van vogelaars lid te worden. Bij een groep mensen gaat het in de eerste plaats om ‘waarnemingen’. In de meest extreme vorm gaat het om mensen die verschillende lijsten bijhouden, een lijst voor het hele leven (‘life list’), een jaarlijst (die elk jaar weer op 0 begint) en natuurlijk een lijst van wensvogels (‘wish list’). Bij een heel andere groep mensen gaat het meer om de schoonheid van de natuur en minder om de bijzonderheid van de waarneming. Natuurlijk onderscheiden zich de mensen ook sterk in hun vaardigheid (snel en op grote afstand) vogels te herkennen aan beeld en geluid. Er zijn van die top-vogelaars die zonder verrekijker op honderden meters afstand een bijzonder zangvogeltje kunnen herkennen, maar dat kan lang niet iedereen en zeker ik niet. De ‘lijst-mensen’ zijn soms bereid om 100 km in de auto te gaan zitten om een bijzonder beestje te kunnen noteren (en daarbij voor een behoorlijke CO2-uitstoot zorgen). Een derde groep gaat vooral mee voor de gezelligheid om tijdens excursie lekker te kletsen, ook als dat het plezier van de natuurgenieters en de lijst-vogelaars niet ten goede komt. Het is grappig dat die verschillende mensen met hun verschillende doelstellingen gewoon samen op excursie gaan.

De romantiek kwam niet echt terug

Zelf voel ik me niet zo verwant met de soortenjagers, hoewel ik me goed kan voorstellen dat zo’n lange lijst opbouwen leuk kan zijn. Toen ik in 2016 lid werd, was ik vooral op zoek naar de natuurervaring van mijn jeugd en mijn middelbare schooltijd, eigenlijk een verlangen naar de jeugdige romantiek van toen. Natuurlijk heb ik die niet helemaal teruggevonden. Dat is iets uit het verleden van toen ik jong was. Toch geniet ik ook nu met volle teugen van de schoonheid van mooie gebieden, de vogels, andere dieren en planten die je daar aantreft. Ik geef de voorkeur aan excursies waarbij je door een gebied wandelt en geniet van alles wat je tegenkomt.

auto-vogelen

Sommige excursies zijn meer gericht op het waarnemen van zoveel mogelijk soorten op een dag. Je  rijdt dan met drie of vier auto’s langs allerlei gebiedjes. Om de haveklap stop je dan bij een gebiedje, laadt de telescopen uit, zoekt het veld of het water af, noteert de waarnemingen en rijdt naar het volgende gebiedje. Dat soort excursie zijn aan mij niet echt besteed. Aan het eind van de dag, denk ik dan alleen: ik zou gauw eens de natuur in willen trekken.

Vogelfotografen

De meeste vogelfoto’s zijn oersaai, maar deze vind ik wel leuk

Nu is vogeltjes kijken bij lange na niet mijn enige hobby. Wat is ook graag doe, is fotograferen. Na lang aarzelen kocht ik in 2020 een 150-600 mm Tamron teleobjectief. Ik aarzelde omdat telefoto’s vaak zo saai zijn. Door de geringe diepte krijg je platte foto’s zonder enige perspectief. Goede fotografie speelt in de regel met perspectief, dus een goede telefoto lijkt bijna een onmogelijkheid, tenzij het onderwerp heel boeiend is. Toch ben ik steeds meer vogelfoto’s gaan maken. Soms werden ze best mooi, maar meestal bleven het fantasieloze brave plaatjes. Tussen veldbiologie en fotografie bestaat in de regel een spanningsveld. Vogelfotografen verstoren niet zelden, op zoek naar een plaatje van een bijzonder beest, de rust. Soms gebruiken ze zelfs geluidsopnames van vogelgeluiden om daarmee niet alleen de vogels te lokken maar ook de natuur ernstig te verstoren. Er zijn nogal wat vogelfotografen die vooral voor de ‘lijst’ fotograferen. Hebben zij een vogel gefotografeerd, dan zeggen zij iets als: “ik heb hem erop staan, die bosrietzanger”. Een waarneming is dan een foto. Een foto is een plaatje waar de vogel in kwestie “op staat”. Mij spreekt dit soort fotograferen niet aan. Als ik een foto maak, gaat het mij om een mooie of interessante foto, niet om het feit dat hij “erop staat”.

In de Vogelwerkgroep zijn er meer mensen dan een paar jaar geleden die met grote teletoeters rondlopen tijdens excursies.  Gelukkig zijn er goede en heel goede fotografen bij. Zelf laat ik mijn zware apparatuur liever thuis tijdens excursies. Ik ga liever af en toe alleen op pad om rustig mooie foto’s te maken. Soms zijn dat vogelfoto’s,  maar het onderwerp is even vaak een libelle, een vlinder of een paddenstoel als ik niet hele landschappen fotografeer.

Niet alleen vogels …

Mijn lijst: gebieden

Wat is nu de tussenbalans zeven jaar na mijn herintreding als vogelaar? Ten eerste heb ik ontdekt dat ik helemaal geen vogelaar ben. Ik vind vogels mooi en interessant, maar ik houd net zo goed van insecten (inmiddels ben ik weg van libellen) of mooie bomen. Als ik al een lijst zou aanleggen, zou het een lijst van mooie gebieden zijn, eventueel van soorten biotopen, maar zeker niet van planten- of dierensoorten. Door mijn deelname aan de excursies de laatste zeven jaar is mijn ‘lijst’ aanmerkelijk langer geworden. Ik heb prachtige nieuwe gebieden ontdekt, waarvan hier een paar hoogtepunten. Soms zijn het letterlijk ‘nieuwe’ gebieden, want er wordt veel natuur aangelegd, vaak als compensatie voor vernietiging ergens anders. Prachtig vond ik het Nuldernauw en Arkemheen, waar we niet alleen de prachtigste kleine zwanen een eenden maar op de valreep ook nog eens een zeearend in de prachtige oude polder van Arkemheen. Heel erg genoten heb ik steeds van de excursies naar het Zuiden van Zuid Holland en naar Zeeland.

 

Daar heb ik kennis gemaakt met prachtige gebieden als de Beninger Slikken, Hellegatsplaten, Korendijkse Slikken en Tiengemeten.  Natuurlijk zijn we ook wel naar Texel geweest, maar eerlijk gezegd ga ik daar liever een week rustig wandelen en af en toe naar vogels kijken dan op één dag met heel veel autoritjes zo veel mogelijk vogelsoorten proberen te zien.

Ik leerde niet alleen veel nieuwe gebieden kennen, maar ook veel nieuwe natuurvrienden met wie ik ook buiten de officiële excursies regelmatig op stap ga, ook om samen natuurfoto’s te maken: vogelfoto’s en landschapsfoto‘s met xxx en libellenfoto’s met xxx, bijvoorbeeld.

Ook heb ik wel een paar nieuwe vogelsoorten leren kennen. Op één van de eerste excursies werd er ‘een Cetti zanger’ geroepen. Ik had daar nog nooit van gehoord. Maar inmiddels is die veel algemener dan vroeger en als je het korte luide liedje één keer bewust gehoord hebt, vergeet je het nooit. Andere nieuwe soorten zijn verschillende steltlopers (zoals groenpootruiter of oeverloper), diverse zangvogels (zoals zwartkop, tuinfluiter, grasmus) en verschillende kleine rietvogeltjes zoals het baardmannetje of de blauwborst. De vogels uit mijn NJN-tijd ben ik natuurlijk weer steeds tegengekomen zoals alle eendensoorten, wulpen, grutto’s en reigers. Soorten die vroeger schaars waren, zoals krakeend of zilverreiger, zijn in de tussentijd wel veel algemener geworden. Een soortenlijst zal ik nooit aanleggen, maar als ik die zou hebben, was die nu wel iets langer nu dan toen. Maar wat was nu de mooiste excursie in die zeven jaar? Waarschijnlijk was dat vorig jaar naar Solleveld en het hyacintenbos. Het was letterlijk een prachtige excursie: prachtige kleuren van de bloeiende hyacinten en prachtige muziek van talrijke nachtegalen. En dat in een aangenaam gezelschap van oprechte natuurgenieters. Wat wil je nog meer? https://blog2.rdeman.nl/nachtegaalconcert-op-een-hyacintentapijt/

P.S. Om reden van privacy het ik geen namen in dit verhaal opgenomen, maar hier en daar vervangen door xxx.

Mijn lijst (afgelopen 7 jaar)

Vlak bij huis

  1. Starrevaart, Meeslouwerplas
  2. Katwijk, de puinhoop etc.
  3. Lentevreugd
  4. Ganzenhoek
  5. Meijendel
  6. Panbos, Berkheide
  7. Strengen, Tengnagel
  8. Koudenhoorn
  9. Huys te Warmont
  10. Polders Poelgeest

 

Zuid Holland en Zeeland

  1. Doove Gat
  2. Voorne
  3. Maasvlakte
  4. Strijen
  5. Midden Delfland
  6. Hoekse Waard
  7. Brouwersdam
  8. Plan Tureluur
  9. Staelduinse bos
  10. Kwade Hoek
  11. Beninger Slikken
  12. Eendragtspolder
  13. Korendijkse Slikken
  14. Hellegatsplaten
  15. Midden Delfland
  16. Solleveld
  17. Biesbos
  18. Crezée- en Sophiapolder

Overig Nederland

  1. Waterland
  2. Amsterdamse Waterleidingduinen
  3. IJmuiden
  4. Waver
  5. Willeskop
  6. Leersumse Veld
  7. Oostvaardersveld
  8. Texel
  9. Fochterloërveen
  10. Weerribben

_____

Print Friendly, PDF & Email

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *