Genieten in het Land van Niets

Grootouders zijn niet helemaal de baas over hun eigen agenda. Zo werden wij op 26 juli verwacht in een uithoek van Denemarken. Daar konden wij van onze kleinzoon Johannes en zijn ouders genieten, precies halverwege de Noorse woonplaats van dit jonge gezin en ons huis in Leiden. Hans had op Eskov strandpark een mooie ruime vakantiewoning gehuurd. We wisten dat dit aan het grote Limfjord in Noord Jutland lag, maar verder hadden wij geen idee van wat je daar zou kunnen doen.

Vette vis, bloemen en mooie kerken

Onze reis naar Denemarken ging in een bejaardentempo. Op de eerste dag bezochten we eerst mijn zus in Groningen alvorens door te rijden naar het rollatorvriendelijke kuuroord Bad Zwischenahn, bekend om zijn modderbaden en traditionele palingrestaurants. Na een wandelingetje langs het Zwischenahner meer testten wij ons spijsverteringssysteem met een mengsel van vette vis en vette ‘Bratkartoffeln’, weggespoeld met bier van de lokale brouwer. In het luxe hotel kwam ons systeem weer wat tot rust. Inmiddels hadden wij onze ‘Kurkarten’ via een gebruikersonvriendelijke website na drie kwartier weten te activeren. De volgende dag kwamen die te pas voor korting op de kaartjes voor het schitterende Park der Gärten dat wij bezochten alvorens naar Lübeck te rijden.

In het haventje van Bad Zwischenahn

Het hotel in Lübeck lag zowat aan de snelweg, maar merkwaardig genoeg hadden we daar geen last van. Het meeste lawaai dat we in de vroege avond hoorden, kwam van een felle onweersbui met veel bliksem, donder en regen. Toen die voorbij was, gingen we met de bus naar het centrum. Leuk: je kon gewoon met geld betalen in de bus. Na ons pizzeriabezoek liepen we nog wat rond in de oude stad, waar niet alleen mooie straten en historische gebouwen te zien waren, maar ook de bekende schaduwzijden van het stadsleven zoals drugsverslaafde zwervers. De volgende ochtend ontbeten we, betaalden de rekening bij de zeer vriendelijke ‘Geschäfsführerin’ en bekeken nog eens de hoogtepunten van de stad, zoals de Marienkirche en de omgeving van het stadhuis.

 

Runenstenen, grasmaaiers  en familieplezier

Van Lübeck was het niet zo ver naar Denemarken. Wij checkten in bij B&B Strandidyll dichtbij de stad Haderslev en maakten een wandeling van iets meer dan een half uur langs de Deense Oostkust totdat we bij een mooie snackbar aankwamen: Hejsager Strandgrill. Het was mooi weer, best lekker eten en drinken bij een prachtig uitzicht. De Deense ervaring begon niet slecht. De volgende ochtend gingen we nog even met de auto naar dezelfde plek en bezochten daarna Haderslev met zijn mooie domkerk. Nu begon de laatste etappe naar onze kleinzoon. Onderweg gingen we nog even langs Jelling, een nationaal monument met Runenstenen (met de eerste vermelding van het woord ‘Denemarken’ in de geschiedenis), een kerk, grafheuvels en een museum.

 

Details over ons familiebezoek schrijf ik niet op deze openbare website, behalve dat het geslaagd was. Het was mooi weer en we hebben een mooi tochtje naar het eiland Fur gemaakt. Ook hebben we gezwommen aan bij de huisjes gelegen strand. Eskov strandpark bleek heel groot te zijn, niet alleen omdat er veel huizen stonden, maar ook omdat de percelen per huis zo groot waren. Die percelen bestonden voor meer dan 95% uit gras. Blijkbaar komen de eigenaren er niet vaak genoeg om er leuke planten en bomen neer te zetten. Een zeer hoorbare en zichtbare activiteit op het strandpark was gras maaien. Er reden nogal wat grote machines (met trotse bestuurders er bovenop) rond en hier en daar maaiden eenzame GPS-gestuurde apparaten de saaie groene veldjes. Ik noemde het park ook wel ‘De Deense grasmaaivereniging’.

Drie kilometer reizen

Allerlei ambitieuze plannen om na dit familiebezoek een pont naar Zweden te nemen om nog eens Värmland te bezoeken, daar te kamperen en om dan via Gotenburg en Kiel naar huis te rijden wezen wij bij nader inzien af: te veel kilometers, te veel geld en te veel onzekerheid over het weer. We zouden dan maar in Denemarken blijven. Vakantiehuisjes waren er niet veel meer te huur en de huisjes die er waren, kostten zo’n 1500 euro per week. Tenslotte vonden wij een soort hostel in Floutrup waar ze kamers verhuurden met de mogelijkheid om van de keuken gebruik te maken. Pas toen wij daar de grootste kamer met uitzicht op zee gehuurd hadden, zag ik dat deze ‘Feriegården’ zich hemelsbreed maar twee kilometer van de grasmaaivereniging bevond. We hadden dus nog een week in deze saaie omgeving geboekt. Wij namen afscheid van onze zoon, schoondochter en kleinzoon en na drie kilometer rijden verscheen aan het eind van een onverhard boerenweggetje de mooie ‘Feriegården’: gerund door een aardige wat oudere Deense vrouw die jarenlang in Duitsland had gewoond, prachtig gelegen vlakbij een klein privéstrandje aan het grote Limfjord, uitstekende keuken en een mooie ruime kamer. Er leek maar één probleem te bestaan: alle wat grotere interessante plaatsen zoals Aalborg (bijna 2 uur), Aarhus (2 uur), Fredrikshavn (2½ uur) waren bijna onbereikbaar ver voor een dagtochtje. De niet zo interessante plaatsen Holstebro en Struer waren nog een uur rijden. Alleen Glyngøre en Nykøbing Mors, aan weerszijden van de Sallingsund gelegen, waren in minder dan drie kwartier bereikbaar.

Uitzicht van het privéstrandje van Feriegården
Een natte zondag in Holstebro

Op de avond van onze aankomst in Floutrup maakten wij nog een avondwandelingetje langs de Limfjord en werden door een felle regenbui verrast. Drijfnat kwamen wij bij onze kamer terug. Voor de volgende dag was er geen goed weer voorspeld. Wij besloten maar naar het museum in Holstebro te gaan. De stad Holstebro was, zeker met dit grijze regenachtige weer, oerlelijk, ondanks de pogingen om met allerlei beelden het stadsbeeld op te vrolijken. Ergens had ik het gevoel er wel eens voor een project geweest te zijn. Na terugkomst van vakantie vond ik uit dat dit klopte: in november 2000 en januari 2001 hadden wij projectbesprekingen en een workshop bij de meubelfirma Notio in de Nygade. Zie tekst hieronder. Het museum in Holstebro was best leuk. Afgezien van een paar tekeningen van Picasso en knipsels van Matisse geen wereldberoemde kunstenaars, wel goede schilderijen van onder meer Henry Heerup, Sonja Ferlov Mancoba en Olivia Holm-Møller. Op de terugweg van Holstebro reden we nog even langs het havenplaatsje Struer. Weinig te beleven op deze saaie zondag.

Voor de derde keer in Holstebro

Rond het jaar 2000 voerde ik een opdracht uit van het Umweltbundesamt in Berlijn. Karl Otto Henseling was mijn contactpersoon. We hadden elkaar al jaren daarvoor leren kennen toen hij op het secretariaat van een Enquetekommission in Bonn werkte voor wie ik sinds 1992 een studie over ‘Stoffstrommanagement’ uitvoerde. In november 2000 vloog ik naar Billund waar ik een auto huurde om naar het 95 km verder gelegen Holstebro te rijden. Toen ik de auto startte, ging de radio aan. Er was een programma waarin Deense gedichten werden voorgedragen. De klank van de Deense taal stond mij zo tegen dat ik de radio uit wilde schakelen. Het lukte eerst niet, maar toen het na veel gepruts eindelijk gelukt was, kon ik mij eindelijk rustig op het autorijden concentreren. Denemarken kon mij niet echt bekoren: een saai landschap met hier en daar een windmolen, een lelijk dorp en een snackbar waar ze vette niet al te smakelijke happen verkochten. In Holstebro overnachtte ik samen met een collega consultant uit Zwitserland in het goede hotel Schaumburg aan de Nørregade. De volgende dag bespraken wij de organisatie van de voor januari geplande workshop, waarna ik weer naar huis reed en vloog. In januari kwam ik er weer terug, maar nu met de eigen auto. Hoe ik erheen reed, weet ik niet meer, wel dat ik op de terugweg langs mijn collega-consultant Reinhard Ueberhorst in Elmshorn reed en daarna nog een afspraak in Osnabrück had. Enthousiast schreef ik aan Petra: “Het was zo rustig op de Deense snelweg dat er soms geen enkele auto voor of achter me zat!”. Wij overnachtten met een aantal deelnemers aan de workshop weer in het hotel aan de Nørregade. Op 10 januari 2001 vond de workshop plaats, geleid door mijn Zwitserse collega’s Bierter en Wirth, die daarvoor een speciale methodiek ontwikkeld hadden. Het ging erom de meubelproductie milieuvriendelijker te maken zonder compromissen aan kwaliteit en aantrekkelijkheid. Petra werkte in die tijd nog van huis als vertaler en zorgde voor de kinderen.
Het wereldberoemde Glyngøre

Onze locatie op het Salling-schiereiland in de Limfjord was niet handig voor een bezoek aan interessante steden. Het beste wat je er kon doen was natuurgebiedjes aan het water en op het land bezoeken. Het mooiste gebied lag maar een paar kilometer van onze verblijfplaats, het eiland Fur. Op Salling zelf was de Grynderup Sø een interessant plas-drasgebied, niet zo lang geleden onder water gezet als een vorm van natuurontwikkeling. Niet meer op het eigen schiereiland maar op het eiland Mors ligt de prachtige Hanklit, een 60 meter hoge klif boven het water tussen Mors en Thy, de Thisted Bredning.

Het haventje van Glyngøre

Op een ochtend bezochten we het leuke kleine havenplaatsje Glyngøre, vlakbij de grote brug naar Mors, vroeger een eiland dat alleen per pont bereikbaar was. Het bijzondere aan Glyngøre was dat Jonas Vingegaard, de winnaar van de Tour de France 2023, er vandaan komt. Er waren nog veel tekenen van de recente feestelijke huldiging in zijn woonplaats te zien.

Plasdras-plezier aan de Grynderup Sø
Fietsfeest in Glyngøre

Na ons bezoek aan dit stadje reden we naar de parkeerplaats bij de Grynderup Sø. Het zou een gedenkwaardige wandeling worden. Eerst liepen we naar het handbediende pontje de ‘Trækfuglen’. Via een wiel aan de vaste wal krijg je, als je genoeg kracht hebt, het pontje naar je toe en op het pontje zelf moet je heel hard aan een touw trekken om aan de overkant te komen. Mooie plasjes en vochtige weilanden, waarvoor je niet echt naar Denemarken hoeft te gaan, maar zo rustig als in dit gebied is het in Nederland niet vaak. Het plan om het meertje rond te lopen, bleek te optimistisch. Na een stuk wandelen door een vochtig weiland met nieuwsgierige koeien keerden we terug naar het pontje. Petra keek nogal angstig toen er een hele kudde achter haar aan kwam.

 

 

Boven en onder de kliffen van Fur en de Hanklit

Voor de tweede keer bezochten wij het eiland Fur, het leukste natuurgebied in onze omgeving: met de pont naar de overkant en dan een paar kilometer rijden naar het noordwesten. Iets sneller dan tijdens onze wandeling met onze kleinzoon en zijn ouders liepen we over en onder de Knudeklinterne, prachtig kliffen aan de Limfjord.

Heel leuk waren weer de vele oeverzwaluwen die hun nesten in de zachte wanden van de klif hadden gemaakt. We volgden een stuk van de kust en liepen via het mooie binnenland terug naar de parkeerplaats. De wandeling de Hanklit op en af, een paar dagen later, was leuk. Even moesten we duizelingwekkende afgronden in kijken om vervolgens een steile trap af te dalen. Beneden zouden mooie fossielen te vinden zijn. We bekeken natuurlijk de verkeerde (veel te zware) stenen en vonden niets.

 

Echte zee is mooier

Zo’n Limfjord is best mooi, maar haalt het niet bij een echte zee, de Noordzee aan de westkust van Noord Jutland. We moesten er wel een uur heen en een uur terug rijden voor over hebben. Toch zijn wij er twee keer geweest. Je komt dan in het grootste nationale park van Denemarken, het Nationalpark Thy met een lengte van 55 km en een oppervlakte van 244 km².

Aan het strand ten zuiden van Agger

Als je daar op het goede moment op de goede plaats komt, kan je er veel bijzondere vogels zien: kraanvogels en allerlei roofvogels zoals visarenden. Die zagen wij niet toen wij er de eerste keer een wandeling maakten ten westen van Klitmøller door de Vilsbøl plantage, wel mooie bossen en uitzicht op open velden en het grote meer, de Nors Sø. Het was heerlijk weer bij het fotogenieke strand van Klitmøller. We reden er een paar dagen later weer heen, nu niet alleen naar een andere plek, naar Agger aan de zuidkant van het park, maar ook bij heel ander weer. Er stond een stormachtige westenwind. Schuim van de hoge golven spatte over de golfbrekers en wolken zand waaiden over het strand. Na een korte wandeling reden we naar de zuidpunt van Thy, waar de pont naar Thyboren vertrekt. In een plasje daar vlakbij zat het vol met een kolonie grote sterns. Dat hun verenkleed er nogal slordig uitzag, zal met de rui te maken hebben gehad. Op de terug weg over de dijk naar Agger stopten we nog even om naar de zeehonden niet ver van de weg te kijken.

Langs de Aggervej
Het Land van Niets

Hoe kunnen we nu onze Jutland-ervaring het best samenvatten? Natuurlijk was het er saai, oersaai. Een weinig opwindend landschap met uitzondering van een enkele klif en een mooi zeestrand. Weinig inspirerende steden zoals Holstebro, Nykøbing Mors of Struer. Maar wat een rust, wat een heerlijk ontspannende omgeving waar vrijwel niets gebeurt. Wat een geweldig verkeer, waar we bijna nooit op een rotonde op een andere auto hoefden te wachten. Wat een heerlijk rust in een museum waar we niet onze kijktijd hoeven te reserveren voor we de wereldberoemde Rembrandts over de hoofden en langs de schouders van medekunstminnaars mochten bekijken, maar gewoon leuke onbekende Deense schilders kunnen bewonderen. Geen gekte van een Hoge Veluwe met duizenden leenfietsen op tientallen fietspaden, maar een krakkemikkig trekpontje over een plaatselijke moddersloot met in de directe omgeving niet meer dan vier mensen en twee honden. Hier waren we in het Land van Niets. Met volle teugen genoten we van de weldadige leegte.

Het Land van Niets

Na iets meer dan tien dagen verlieten wij dit Land van Niets om naar een echte toeristische trekpleister af te reizen. De laatste ochtend in Floutrup liepen we nog even naar ons mooie strandje met de twee plastic stoelen en het mooie bootje in het water. De heimwee begon meteen al op dat moment.

De oudste stad van Skandinavië

Een paar uur later waren we in het zuiden van Jutland in de prachtige stad Ribe bekend om zijn middeleeuwse stad en de grote kerk uit de twaalfde eeuw. Het is de oudste stad van Skandinavië, gesticht in 710 door Friezen en

Noormannen. Wij liepen door de stad en brachten een bezoek aan de schitterende romaanse domkerk. Aan de voet van een van de zuilen van de kerk bevindt zich een prachtig granieten beeldhouwwerk van een leeuw die een mens verscheurt

Leeuw verslindt een mens

Deze duivelse leeuw wordt op zijn beurt door het gewicht van Gods kerk geplet.

We aten nog een schol (rødspætte – ‘roodspikkel’) in één van de restaurants. Zo veel moois als in Ribe hadden we nog niet gezien in Denemarken, maar ook nog niet zo veel toeristen. We begonnen de leegte van Noord Jutland al te missen.

Aan de haven van Husum

De volgende dag bezochten we het Vikingmuseum alvorens naar Duitsland af te reizen waar wij na een kort bezoek aan de Waddenzeehaven Husum dezelfde collega van mijn vroegere werk bezochten als waar ik in 2001 na mijn werk in Holstebro langs was gereden.

Het was een mooie vakantie, ondanks of misschien wel dankzij de saaiheid van Noord Denemarken.

_________

 

 

Print Friendly, PDF & Email

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *