Al om acht uur fiets ik langs de golfbaan en langs het terrein van Dekker richting Warmond. Het begint net licht te worden en overal hangen flarden mist. Bij Albert Heijn Warmond ga ik bij het marktterrein het bruggetje over naar Koudenhoorn. Koudenhoorn is een stukje Zwanburger polder dat is overgebleven toen het hele middendeel in het begin van de jaren zeventig aan de zandwinning ten prooi viel. Maar de zandwinning werd een mooi water, het Joppe. Er waren toen vergaande plannen om Koudenhoorn te bebouwen maar daar is op tijd een stokje voor gestoken (zie hier voor meer informatie). De helft werd recreatiegebied en op de andere helft werd, zoals dat in Nederland gaat, natuur aangelegd.
Om kwart over acht kijk ik over het rimpelloze en mistige Joppe uit, terwijl de eerste zonnestralen het water bereiken. Het ligt vol ganzen, vooral grote Canadezen en grauwe ganzen. In de bomen achter het paviljoen Coazy zitten niet alleen veel duiven, maar ook groepen Koperwieken. Terwijl ik in gedachten verzonken over het Joppe tuur, komt Arthur aanzetten.
Ik had al ge-appt dat ik koperwieken in de aanbieding had, maar die zijn inmiddels vertrokken. Ik kon ze niet in die bomen houden helaas. We kunnen aan dit strandje (in de zomer een drukke recreatiebestemming, maar nu uitgestorven) meteen beginnen. We zien geen bijzondere ganzen. Wel komen er nogal wat smienten overvliegen. We lopen over de steigers aan het Joppe en dan een stukje rechtsaf naar de ingang van het stiltegebied. Wij – twee niet meer piepjonge heren – missen de oren van Stan aan het pad waar hij niet lang geleden de goudhaantjes voor ons hoorde. Nu moeten we het met onze ogen doen. Arthur heeft het geluk dat zijn gezichtsvermogen bij zijn laatste grote beurt goed is opgeknapt. We zien ze dus. Het blijft wel moeilijk ze te fotograferen als ze hoog in de bomen zitten. Waarom zetten ze hier geen comfortabele ligstoelen neer van waaruit we plaatjes kunnen schieten?
Dit bos is in de zomer een paradijs voor allerlei zangvogels, inclusief zwartkop, tuinfluiter, fitis, tjiftjaf en zanglijsters. Nu domineert het roodborstje met zijn driftige territoriumafbakening. Ook komen er troepen “lawaaipapegaaien”, dwz. halsbandparkieten, langs. Grote bonte spechten laten zich vaak horen, vooral door hun roep, maar soms door geroffel. Vanaf een paar honderd meter van het toegangshek loopt het pad lang een prachtig water, waar je regelmatig ijsvogels kunt aantreffen. We kijken in spanning naar de ijsvogelplekjes aan de overkant, maar worden helaas door de inmiddels fel schijnende zon verblind. We lopen maar verder. Aan de linkerkant is nog steeds water, maar rechts beginnen mooie rietvelden. Er schijnen baardmannetjes gesignaleerd te zijn, maar niet door ons deze keer. Het pad maakt aan het eind een lus door de rietvelden. Je bent dan vlakbij de Strengen en dat is te horen! In de Strengen wordt met veel lawaai een natuurgebied aangelegd. Er was al prachtige natuur, maar dat was een ongeplande ruigte. Wel zag je in die ruigte van alles van blauwborstjes tot haviken, maar desalniettemin was het gebied aan ontwikkeling toe. Zware graafmachines diepen en nieuwe waterplassen uit en de motorzagen verwijderen ongewenste bomen. Wie weet, wordt het wel iets, maar voorlopig is het vooral een, op zijn Leids gezegd, pokken-tering-herrie. Volgens collega-vogelaar Renée zijn de koperwieken van de Strengen daarom naar Koudenhoorn gevlucht. Het zou best kunnen.
Ergens aan het pad door het riet haal ik een thermoskan koffie uit mijn rugzak. Ik heb een extra kopje meegenomen en losse suiker. Ik drink suiker in de koffie maar dat doet bijna niemand meer. Arthur wil gewoon suiker: die moeite had ik mij dus kunnen besparen. Ik zeg: “ik had er niet op gerekend, want alleen stokoude mensen gebruiken nog suiker in hun koffie.” Deze uitspraak wordt niet in dank afgenomen.
Net op het moment dat we tot de conclusie komen dat er niets te zien is, zit er een troepje leuke staartmezen in de boom. Arthurs Canon ratelt als een mitrailleur. Niet veel later komt de eerste ijsvogel langsflitsen. Het blijft indrukwekkend: indrukwekkende kleuren, prachtige kaarsrechte vlucht over het water. Het lukt mij niet om deze dag foto’s van de ijsvogel te maken. Arthur heeft iets meer geluk, maar het lukt mij niet de juiste plek te zien en dan is hij weer weg. Nog één keer legt hij het me heel goed uit: daar links van het berkje bij die plant met rode blaadjes en dan 75 cm omhoog. Ja, nu zie ik het en nu klinkt mijn Nikon als een iets ander merk mitrailleur. Als we de oogst bekijken, is het duidelijk dat we allebei veel foto’s hebben van het zelfde blaadje in de mooie kleur ijsvogel-bruin.
Als we na de lus door het rietveld weer op de terugweg langs het brede water lopen, komt de ijsvogel nog twee keer met grote snelheid langs. Het licht wordt iets gunstiger, maar de overkant is nog steeds in de schaduw. Regelmatig komen wij geïnteresseerde wandelaars tegen, die behoorlijk onder de indruk zijn van onze imposante telelenzen en camera’s en vragen welke jachttrofeeën we kunnen rapporteren. Niet zo veel eigenlijk, afgezien van een staartmees, een roodborstje, een tjiftjaf en een blauw vlekje dat een ijsvogel moet voorstellen. Eén van die wandelaars, een vrouw uit Warmond, vertelt ons zonder enige schaamte dat de ijsvogel gewoon in het water bij hun tuin zit. Ze laat bewijsmateriaal op haar telefoon zien. Het is oneerlijk verdeeld op deze wereld.
Niet ver van het toegangshek maak ik nog leuke foto’s van een boomkruiper. Prachtig, dat lange kromme snaveltje en dat gedrongen lijfje. Hier en daar vliegen nog goudhaantjes en hoor je een grote bonte specht. Het is mooi geweest. Bij het Joppe zijn niet meer zoveel vogels als een paar uur daarvoor. Wel zitten de vaste gasten op de palen bij de boeien die het zwemgebied afbakenen. We gaan naar huis.
Die avond lees ik op WhatsApp dat wij een witkop-staartmees gezien zouden hebben. Ik kan me daar niets van herinneren. Nee, we hadden hem die dag niet gezien, maar hij stond wel op de foto. Bij het bewerken van de foto’s kwam hij tevoorschijn. Soms weet je niet wat je ziet.
Arthur Staal heeft de tekst van deze blog op zijn eigen website met eigen foto's gepubliceerd.
___________
Ha Reinier,
Zo geweldig leuk en met enige humor geschreven.
Aangenaam om te lezen.
Het is net alsof ik erbij was.
Dat maakt het speciaal.
Groetjes
Als tegenhanger van fast food heb je slow cooking. Als tegenhanger van met grote snelheid naar en door vreemde landen razen heb je iets als langzame ontspanning. Daarbij hoort zeker ook vogelen: niet als een gek achter de vogels aan rennen, maar de vogels de tijd geven om naar je toe te komen. Eigenlijk gebeurt er tijdens een ochtend vogelen niet veel als er niet toevallig een ijsvogeltje langsflitst of een groepje staartmezen voorbijkomt. Het is een leuke uitdaging om iets te schrijven over zulke langzame, gebeurtenisarme dagen. Slow writing? Misschien vind ik er nog wel een Nederlands woord voor.